Ouders overleden patiënt krijgen inzage in medisch dossier.

Een man die onder psychiatrische behandeling is, beëindigt zijn leven. Zijn ouders vermoeden een medische fout en vragen om inzage in het medisch dossier. Met een beroep op het medisch beroepsgeheim weigert GGNet dat. Naar het oordeel van de rechtbank maken de ouders het vermoeden van een medische fout, en daarmee een zwaarwegend belang, voldoende aannemelijk. Verzoek in lijn met doelstelling Wkkgz. Parallelle belangen ouders en patiënt bij inzage. Aan belang kan niet op minder belastende wijze worden tegemoetgekomen. Geslaagd beroep op doorbrekingsgrond ex artikel 7:458a lid 1, aanhef en onder c BW. De ouders krijgen inzage.

Schending beroepsgeheim door overleggen medische informatie van klager in procedure waarbij klager geen partij was.

De Geschillencommissie Huisartsen oordeelt dat een huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden door informatie over een patiënt te verstrekken in twee procedures waar deze patiënt geen partij bij was.

Toetsingskader openbaarmaking inspectierapport Jeugdwet.

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:86 Awb uitspraak in zowel de voorlopige voorziening als het beroep en concludeert aan de hand van het toetsingskader dat de IGJ op goede gronden heeft besloten tot openbaarmaking van het rapport.

Afwachtend beleid na val van trap. Ook wordt verweerder verweten dat hij geen visite heeft willen afleggen. De Commissie acht dit niet verwijtbaar.

Verweerders afwachtende beleid is verdedigbaar: de belasting van een verwijzing naar het ziekenhuis is groot en het was mogelijk dat er alleen sprake was van kneuzingen. Indien pijnstilling niet (voldoende) zou helpen, was een verwijzing later alsnog mogelijk. Dat verweerder in eerste instantie koos voor een afwachtend beleid acht de Commissie dan ook niet verwijtbaar.

Dienstdoende huisarts had moeten zien dat patiënt ernstig ziek was. Klacht is gegrond, veroordeling tot betaling griffiekosten.

Klaagster vindt dat de dienstdoende huisarts van verweerder (een huisartsenpost) had moeten zien dat de patiënt ernstig ziek was en dat medisch ingrijpen noodzakelijk was. De Geschillencommissie Huisartsen acht de klacht gegrond. In de situatie waarin de patiënt zich bevond, had de dienstdoende huisarts de patiënt moeten verwijzen en niet kunnen volstaan met het advies een bloeddrukpil minder te nemen. Verweerder wordt veroordeeld tot betaling van de griffiekosten.

Klaagster vindt dat verweerster onrechtmatig medische gegevens heeft verstrekt aan een derde (haar zus) en haar daarvan niet op de hoogte heeft gesteld.

De zus van klaagster besluit van huisartsenpraktijk te wisselen en vraagt haar dossier op. Volgens klaagster is toen niet het dossier van haar zus maar haar eigen dossier aan de zus meegegeven. Klaagster dient een klacht in bij de Geschillencommissie Huisartsen en stelt dat het medisch beroepsgeheim is geschonden.

Hoger beroep deelgeschil niet-ontvankelijk.

Hoger beroep deelgeschil. Vervolg op GZR 2020-0131. Van een beschikking in deelgeschil kan hoger beroep worden ingesteld in de procedure ten principale, mits de rechter in eerste aanleg de mogelijkheid daartoe heeft geopend, en voor zover in de beschikking uitdrukkelijk en zonder voorbehoud is beslist op een of meer geschilpunten tussen partijen betreffende hun materiële rechtsverhouding. Het hof oordeelt dat aan twee van de drie voorwaarden niet is voldaan. Geen andere gronden aanwezig waarop hoger beroep kan worden ingesteld. Het hoger beroep (en incidenteel hoger beroep) is niet-ontvankelijk.

Kaakchirurg verplicht mee te werken aan functioneringsonderzoek.

Kaakchirurg van wie disfunctioneren wordt vermoed, is vennoot in zijn maatschap. Hij is daarom niet gebonden aan het functioneringsreglement van het ziekenhuis. De kaakchirurg wordt in kort geding toch verplicht mee te werken aan een onderzoekstraject naar mogelijk disfunctioneren.

Bij inzet zorgmakelaar dient verzekeraar belangen daarbij betrokken zorgaanbieder mee te wegen.

Heeft een verzekeraar, bij het contracteren met een zorgmakelaar als tussenpersoon, rekening te houden met de belangen van de zorgaanbieder die afhankelijk is van het betalingsverkeer via deze tussenpersoon? Ja, aldus het hof.

Onvoldoende onderbouwing bij gemotiveerde betwisting, ziekenhuis niet aansprakelijk voor het gevoerde medische beleid.

Bij een vrouw met een pancreasletsel kiest het UMCG ervoor om niet direct te opereren. Na overplaatsing naar een ander ziekenhuis wordt wel direct geopereerd. De vrouw heeft blijvende lichamelijke en geestelijke klachten, wat volgens haar door het gekozen medische beleid in het UMCG komt. Naar het oordeel van de rechtbank onderbouwt de vrouw, gelet op de beschikbare medische gegevens en de gemotiveerde betwisting door UMCG aan de hand van het medisch dossier en de medische literatuur, haar stellingen onvoldoende. Het UMCG is niet aansprakelijk.