Zorgmachtiging. Gemotiveerd verweer tegen verplichte zorg. Geen wilsbekwaam verzet. Volledige toets wilsbekwaamheid niet nodig.

Zorgmachtiging toegewezen. Gemotiveerd verweer tegen toedienen van medicatie. Geen sprake van wilsbekwaam verzet. Volledige toets wilsbekwaamheid door de rechtbank niet nodig. Arrest Hoge Raad kan niet zo strikt worden uitgelegd.

Zorgmachtiging. Motiveringsgebrek bij toewijzing verplichte zorg in de vorm van opname, gelet op gemotiveerd bezwaar betrokkene. Vernietiging.

Zorgmachtiging. Gemotiveerd verweer tegen opname in accommodatie. Rechtbank heeft onvoldoende gemotiveerd waarom die vorm van verplichte zorg toch dient te worden toegewezen. Vernietiging en terugverwijzing.

Zorgmachtiging toegewezen. In de stukken zijn verschillende vormen van verplichte zorg genoemd. Referteverklaring onduidelijk. Tweede referteverklaring.

Zorgmachtiging toegewezen. In de stukken zijn verschillende vormen van verplichte zorg genoemd. Uit de referteverklaring blijkt niet duidelijk met welke vormen van verplichte zorg betrokkene instemt. Tweede referteverklaring ingediend.

Terugvordering declaraties bij overschrijding omzetplafonds niet onredelijk.

Psychiater overschrijdt enkele jaren de omzetplafonds zoals overeengekomen met Zilveren Kruis. De zorgverzekeraar vordert de te veel betaalde bedragen (incl. rente) terug. De rechtbank acht dit niet onredelijk of anderszins onrechtmatig.

Klacht tegen verpleegkundige die optreedt in hoedanigheid van (niet BIG-geregistreerde) anesthesiemedewerker ontvankelijk.

Klacht tegen een anesthesiemedewerker die tevens een BIG-registratie heeft als verpleegkundige. Het feit dat een BIG-geregistreerd verpleegkundige in een andere hoedanigheid optreedt (in dit geval als anesthesiemedewerker) sluit in beginsel niet uit dat deze mede in zijn hoedanigheid van verpleegkundige handelt en daarop tuchtrechtelijk kan worden aangesproken. Het RTG constateert aan de hand van de feitelijke werkzaamheden dat de verwijten zien op werkzaamheden die mede kunnen worden gerekend tot het deskundigheidsgebied van een verpleegkundige. Het RTG acht de klacht ontvankelijk en oordeelt dat niet is gehandeld zoals van een redelijk bekwaam handelend verpleegkundige (werkzaam in een klinische setting) mocht worden verwacht.

Klacht van apotheker tegen collega-apotheker niet-ontvankelijk vanwege ontbreken concreet eigen belang dat verband houdt met de individuele gezondheidszorg.

Een collega-zorgverlener is aan te merken als rechtstreeks belanghebbende, indien deze een concreet eigen belang heeft dat verband houdt met de individuele gezondheidszorg. De klacht van de apotheker tegen een collega-apotheker is ingegeven door een zakelijk conflict. Daarvoor is het medisch tuchtrecht niet bedoeld. Klager heeft niet inzichtelijk gemaakt dat het handelen van de collega-apotheker de individuele gezondheidszorg raakt. De voorzitter oordeelt dat klager niet-ontvankelijk is.

Psychotherapeut krijgt berisping voor weigeren behandeling vanwege niet betaalde factuur, niet verstrekken afschrift van medisch dossier en schending dossierplicht.

Het uitstellen/weigeren van een behandeling door een psychotherapeut vanwege een niet betaalde ‘no-show’-factuur, acht het RTG in de gegeven omstandigheden in strijd met goed zorgverlenerschap. Dat zonder goede reden geen afschrift van het dossier is verstrekt, beoordeelt het RTG eveneens als tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het RTG gaat ervan uit dat geen patiëntendossier is ingericht, zodat ook de dossierplicht is geschonden. Het RTG legt de psychotherapeut een berisping op.

Psychiater treft geen tuchtrechtelijk verwijt over de wijze waarop hij zijn rol als regiebehandelaar heeft ingevuld.

Klacht tegen een psychiater/tevens regiebehandelaar over de totstandkoming, de inhoud en de verzending van een psychologisch onderzoeksrapport dat hij heeft uitgezet bij andere zorgverleners. De psychiater is niet zelf betrokken geweest bij de gang van zaken rond het rapport. Nu de andere zorgverleners een eigen professionele verantwoordelijkheid ten aanzien van het psychologisch onderzoek en de rapportage hadden, maar hierbij niet hebben gehandeld conform de geldende werkafspraken over het opstellen en goedkeuren van psychologische rapporten, kan de psychiater geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt over de wijze waarop hij het regiebehandelaarschap heeft ingevuld.

Schoonheidssalon aansprakelijk voor brandwond na pedicurebehandeling.

Deelgeschil. Aan een medische pedicurebehandeling houdt een vrouw een chemische brandwond over. De schoonheidssalon ontkent dat de wond bij de behandeling is ontstaan, maar voert niets feitelijks noch concreets aan voor die betwisting. Dat had naar het oordeel van de kantonrechter, gelet op de verzwaarde motiveringsplicht, wel op de weg van de salon gelegen. De stellingen van de vrouw worden, als onvoldoende gemotiveerd betwist, als vaststaand aangenomen. De salon is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst.

Schorsen werkzaamheden cliëntenraad in afwachting beoordeling verzoek tot ontbinding cliëntenraad.

De directie van de zorginstelling heeft bij de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (hierna: LCvV) het verzoek neergelegd om in een spoedprocedure uitspraak te doen over de opschorting van de werkzaamheden van de cliëntenraad en dit besluit te bekrachtigen en uitspraak te doen over de definitieve ontbinding van de huidige cliëntenraad.  De voorzitter van de LCvV geeft aan dat het verzoek inzake het doen van een uitspraak over de opschorting van de werkzaamheden van de cliëntenraad (en het bekrachtigen van dit besluit) ingevolgde artikel 24 Reglement LCvV in een spoedprocedure kan worden behandeld. Het doen van een uitspraak over de definitieve ontbinding van de cliëntenraad dient in een reguliere procedure behandeld te worden. De voorzitter van de LCvV geeft aan dat op basis van de stukken blijkt dat er sprake is van een tweedeling binnen de raad en forse frictie tussen bepaalde raadsleden. Er lopen momenteel geen advies- of instemmingstrajecten, dit houdt in dat er geen aanwijzingen zijn dat het opschorten van de werkzaamheden van de cliëntenraad in afwachting van een beoordeling van het voornemen tot ontbinding onevenredig nadeel voor de cliëntmedezeggenschap oplevert. De voorzitter van de LCvV wijst de gevraagde voorziening toe.