Aanspraak op meerdere dan bij Wkkgz-geschilleninstantie toegekende schade leent zich niet voor deelgeschil.

Deelgeschil. Een vrouw is ontevreden over een tandheelkundige behandeling en het geschil belandt bij de SGIM, een Wkkgz-geschilleninstantie. Die wijst het maximale schadebedrag toe van € 25.000. In dit deelgeschil vordert de vrouw dat zij recht heeft op volledige schadevergoeding. De rechtbank vindt dat wel een geschil in de zin van artikel 1019w Rv, maar het verzoek stuit af op artikel 1019z Rv. Om vast te stellen of de vrouw wist of behoorde te weten dat met de procedure bij de SGIM haar maximale te verhalen schade € 25.000 zou zijn, is bewijslevering nodig. Dat kost veel tijd, kosten en moeite en dat weegt volgens de rechtbank niet op tegen de bijdrage die een beslissing aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst kan leveren.

Een klacht tegen een SEH-arts is door het RTG ongegrond verklaard, maar het CTG heeft die beslissing vernietigd en de SEH-arts een berisping opgelegd wegens gebrekkige supervisie.

Een SEH-arts is aangeklaagd wegens het niet doen van onderzoek naar een mogelijk arteriële occlusie. Het RTG wijst de klacht af. Het CTG is echter van oordeel dat de klacht gegrond is. Beklaagde had niet mogen volstaan met supervisie achter de computer en had klager zelf dienen te onderzoeken. Het CTG legt aan beklaagde een berisping op.

Klacht wegens het niet insturen door een specialist ouderengeneeskunde van een 78-jarige patiënte met een COVID-19- infectie door RTG ongegrond verklaard.

Specialist Ouderengeneeskunde (SO) wordt tuchtrechtelijk aangeklaagd wegens het niet insturen van een 78-jarige patiënte die een COVID-19-infectie oploopt. Het RTG oordeelt het handelen van de SO als verdedigbaar en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar en wijst de klacht af.

Verstrekken gegevens donorvader aan donorkinderen.

In deze procedure is door twee minderjarigen (minderjarige 1 en minderjarige 2) en hun moeder tegen de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (SDKB) en de Staat kort gezegd gevorderd om hen de identiteit van de donorvader te verstrekken. Het verzoek van minderjarige 2 wordt toegewezen.

Geen sprake van strijd met zorgplicht zorgverzekeraar bij niet-informeren Wlz-cliënten over dubbele dekking tandverzekering.

Zorgplicht zorgverzekeraar gaat niet zover dat deze Wlz-verzekerden moet informeren over mogelijke dubbele (tandarts)verzekering.

Plastisch chirurg handelt niet onzorgvuldig door (psychologische) diagnose body dysmorphic disorder niet te overwegen.

In 1987, 1988, 2005 en 2011 ondergaat een vrouw liposucties. In 2012 stelt zij de plastisch chirurg aansprakelijk. Uit een deskundigenrapport blijkt dat er bij de vrouw mogelijk een bepaalde vorm van andere lichaamsbeleving is. Volgens de vrouw heeft de plastisch chirurg ten onrechte de diagnose Body Dysmorphic Disorder niet overwogen. De rechtbank gaat daar niet in mee. Het deskundigenrapport geeft geen aanleiding voor die conclusie en overigens is blijkens het rapport door de plastisch chirurg conform de professionele standaard gehandeld.

De geschillencommissie is niet bevoegd te oordelen over een behandeling door een zorgverlener die zelfstandig een praktijk voert in een ruimte van de zorgaanbieder.

Een patiënt klaagt over een niet goed aangemeten klikgebit dat is geplaatst in het bijzonder tandheelkundig centrum van de zorgaanbieder en vordert schadevergoeding. De commissie oordeelt dat er geen juridische verbinding bestaat tussen het bijzonder tandheelkundig centrum en het ziekenhuis van de zorgaanbieder, zodat de commissie niet bevoegd is om de klacht te behandelen.

Geen logeerplek kind bij maatschappelijke opvang.

De vraag voor een geschikte opvangplaats, waar cliënt uitvoering kan geven aan een omgangsregeling, is geen vraag voor de maatschappelijke opvang. Het college hoeft geen onderzoek te doen naar afgeleid verblijfsrecht in de zin van artikel 20 VWEU.

Noodopvang dakloze gezinnen Amsterdam gebaseerd op buitenwettelijk begunstigend beleid.

Feiten

Een zorgverlener is belanghebbende bij het besluit tot afwijzing van een maatwerkvoorziening voor zover hij direct in zijn belangen wordt geraakt.

In deze zaak wordt de zorgverlener enkel rechtstreeks in zijn belang geraakt voor zover de afwijzing van het pgb als reden heeft dat niet gewaarborgd is dat de zorg veilig, doeltreffend en cliëntgericht wordt verstrekt. Onder omstandigheden mag het college de bevindingen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd aan de afwijzing van een pgb voor een maatwerkvoorziening ten grondslag leggen.