Zorgaanbieder heeft bij opzeggen overeenkomst onvoldoende rekening gehouden met belangen cliënt.

Hoewel de commissie meent dat de zorgaanbieder de overeenkomst met de dochter van klagers onterecht heeft opgezegd, acht de commissie zich onbevoegd om de zorgaanbieder op te dragen haar beslissing over de opzegging terug te draaien.

Commissie onbevoegd geschil te behandelen omdat partijen niet zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen.

Partijen zijn niet overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen. Om die reden is de commissie niet bevoegd het aanhangig gemaakte geschil in behandeling te nemen.

Zorgaanbieder is gehouden veiligheid bewoner te garanderen.

De zorgaanbieder heeft onvoldoende zorg en bescherming geboden aan de zus van klaagster, door een medebewoner niet over te plaatsen naar een andere zorginstelling. Ook handelt de zorgaanbieder nalatig door te laat passende therapie aan de zus van klaagster aan te bieden.

Belang bij beantwoording aansprakelijkheidsvraag in deelgeschil, ook als toezegging tot vergoeding van kosten en schade is gedaan.

Deelgeschil. Een vrouw met een medisch complexe situatie krijgt tijdens detentie zes weken te laat gespecialiseerde fysiotherapie. De Staat erkent dat niet-adequaat is gehandeld door de medische dienst van de penitentiaire inrichting en is bereid de schade te vergoeden die daarvan het gevolg is. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vrouw toch belang bij beantwoording van de aansprakelijkheidsvraag in deelgeschil. Ook heeft de vrouw belang bij de begroting van de kosten van het deelgeschil. Dat zij procedeert op basis van een toevoeging staat hieraan niet in de weg.

Rechtbank vertaalt uit expertise volgende ‘kleine kans’ op dezelfde beperkingen zonder medische fout naar percentage: 80% het gevolg van de medische fout.

Een huisarts verwijst een man met diabetes mellitus drie maanden te laat door naar de oogarts. De man raakt slechtziend. Uit een gezamenlijke expertise blijkt dat bij tijdige doorverwijzing de kans op slechtziendheid klein was. Pas bij gelegenheid van conclusie van antwoord maakt de huisarts bezwaar tegen de conclusies van de expertise. Daarmee heeft naar het oordeel van de rechtbank de huisarts zijn recht verwerkt. Op grond van de conclusies van de expertise beoordeelt de rechtbank het causaal verband. De rechtbank vertaalt de ‘kleine kans’ naar een percentage dat voor rekening komt van de huisarts: 80%. Voor wat betreft de omvang van de schade ziet de rechtbank aanleiding voor een beperkte looptijd gelet op de ernst van de diabetes. De rechtbank geeft partijen periodieke afwikkeling in overweging.

Hoge Raad verwerpt cassatieberoep van GGZ-instelling tegen verplichte uitlevering van calamiteitenrapport.

Vervolg op GZR 2024-0187. Strafkamer Hoge Raad verwerpt cassatieberoep GGZ-instelling tegen verplichte uitlevering van het calamiteitenrapport in een medische strafzaak (ingevolge art. 81 lid 1 RO).

Rechten cliëntenraad bij aanstelling ondersteuner.

De regionale cliëntenraad (RCR) verzoekt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) het besluit van de zorginstelling te toetsen om de arbeidsovereenkomst van de ondersteuner van de RCR per 1 september 2024 niet te verlengen. Eerder heeft de LCvV in een voorlopige voorziening bepaald dat de zorginstelling verplicht was om aan de RCR ondersteuning te laten verlenen door de huidige ondersteuner tot en met (ten minste) de datum van de zitting van de Commissie in deze bodemprocedure. De LCvV oordeelt dat de zorginstelling in het proces van selectie en benoeming van een nieuwe ondersteuner voor de RCR in vervolg op de voorziening d.d. 23 december 2023 niet in strijd met die uitspraak of de wet heeft gehandeld en wijst het verzoek van de cliëntenraad af. 

Zorgmachtiging, verplichte zorg voor al in 2016 geconstateerde borstkanker.

Toewijzing zorgmachtiging. Verplichte zorg in verband met behandeling borstkanker. Verwachting fors fysiek verzet tegen toediening medicatie. Zorgmachtiging wordt verleend.

Tandarts toerekenbaar tekortgeschoten door geen medische anamnese af te nemen bij walk-in patiënt.

Deelgeschil. Een vrouw met een aangeboren hartafwijking ondergaat een hartoperatie die het gevolg is van een bacteriële infectie. Twee maanden eerder heeft de vrouw bij een tandheelkundige behandeling geen antibioticum gekregen. De vrouw stelt de tandarts aansprakelijk. De vrouw verzoekt een verklaring voor recht dat de tandarts is tekortgeschoten door geen anamnese af te nemen, geen informatie te verstrekken en geen antibioticum voor te schrijven. Alleen de eerste verklaring voor recht wijst de rechtbank toe. De rechtbank benadrukt geen oordeel te geven over de schadevergoedingsplicht.

Geen 'misbruik van recht'.

Stelling 'misbruik van (tucht)recht' onvoldoende onderbouwd. Reactie huisarts op schriftelijk klacht adequaat. Klacht kennelijk ongegrond.