Opkomen voor anderen (aanpassing van geestelijke zorg aan arrestanten) is geen eigen belang in de zin van artikel 1:2, eerste lid, Awb.
Een man wordt gedetineerd in verband met het overlijden van zijn vrouw door een zwangerschapscomplicatie, maar ten onrechte. Psychische hulp krijgt hij niet. Zes jaar nadien vraagt hij de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd handhavend op te treden. Tegen het antwoord van de inspectie maakt de man bezwaar. De minister en de rechtbank verklaren het bezwaar niet-ontvankelijk. Ook volgens de Afdeling is de man geen belanghebbende in de zin van artikel 1:2 Awb. Uit de gegeven toelichting en overgelegde stukken is af te leiden dat de drijfveer van de man is om te voorkomen dat anderen in een situatie als de zijne komen. Dat is onvoldoende om een eigen, rechtstreeks belang aan te nemen. Geen sprake van onthouding van toegang tot de rechter.
Raad van State, 17-08-2022