Hoge Raad doorbreekt verschoningsrecht arts in verstervingszaak zorgcentrum Sittard. Vervolg op GZR 2024-0189.

De beslissing van de rechtbank Limburg om het beklag van een (verdachte) arts tegen de inbeslagname van twee medisch dossiers ongegrond te verklaren blijft in stand conform advies A-G.

Waarschuwing voor apotheker voor weigeren medicatie op handgeschreven recept dat klager (cosmetisch arts) voor zichzelf had uitgeschreven.

Klager is cosmetisch arts. Hij voor zichzelf een handgeschreven recept uitgeschreven voor een antibioticum. De apotheker heeft geweigerd de medicatie te verstrekken, omdat het recept handgeschreven was. Het RTG heeft de apotheker hiervoor een waarschuwing opgelegd, omdat het op de weg van de apotheker had gelegen klager inhoudelijk te bevragen over de door klager uitgevoerde risicoanalyse en de medische noodzaak van het meteen starten van de behandeling. Het CTG verwerpt het beroep van de apotheker tegen deze beslissing.

Medisch dossier mag worden aangevuld met verklaring van betrokken arts en onvoldoende onderbouwing onzorgvuldig handelen arts.

Ondanks twee jaar durende conservatieve behandeling houdt een vrouw schouderklachten en de orthopedisch chirurg besluit tot operatie. Mede in verband met het achterblijven van instrumentarium in het lichaam vinden er drie operaties plaats. De vrouw houdt een frozen shoulder over en zij stelt het ziekenhuis aansprakelijk. Zij maakt de opererend orthopedisch chirurgen (naast het achtergebleven instrumentarium) diverse verwijten. Geen van die verwijten komen in deze procedure vast te staan. De rechtbank baseert zijn oordeel op het medisch dossier, op de Richtlijn SAPS en op de ingebrachte verklaringen van de operateurs.

Door ouders gewenste behandeling in strijd met professionele standaard, weigering ziekenhuis niet in strijd met goede zorg of goed hulpverlenerschap.

Kort geding. Het AMC behandelt een 15-jarige met katatonie op grond van de Wvggz. De ouders zijn het niet eens met de behandeling met Lorazepam en electroconvulsietherapie. Met dit kort geding willen zij verdere behandeling verbieden en het AMC verplichten eerst vitamine B12-injecties toe te dienen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de ouders af. De door AMC ingezette behandeling is in overeenstemming met de professionele standaard – en daarmee met goede zorg en goed hulpverlenerschap – en toediening van B12-injecties is daarmee in strijd.

Zorgaanbieder heeft zich voldoende ingespannen om geluidsoverlast op te lossen; klacht ongegrond.

De cliënt heeft een half jaar last gehad van geluidsoverlast. De zorgaanbieder heeft zich volgens de commissie voldoende ingespannen om de geluidsoverlast op te lossen. De klacht is ongegrond en de gevraagde schadevergoeding wordt afgewezen.

Zorgaanbieder kwam terecht tot conclusie geen passende behandeling meer aan cliënt te kunnen bieden.

Zorgaanbieder heeft, toen cliënt bij haar onder behandeling was, steeds beoordeeld welke behandeling voor cliënt het meest passend was. Niet kan worden geoordeeld dat de zorgaanbieder in die periode onzorgvuldig heeft gehandeld.

Zorgaanbieder heeft klaagster terecht niet aangemerkt als vertegenwoordiger; klaagster niet-ontvankelijk.

Klaagster heeft niet tijdig een machtiging overgelegd waaruit blijkt dat zij gemachtigd is om namens cliënte op te treden. De zorgaanbieder heeft klaagster terecht niet aangemerkt als vertegenwoordiger. Klaagster wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht.

Klaagster niet-ontvankelijk omdat geschil niet binnen twaalf maanden na klacht bij zorgaanbieder aanhangig is gemaakt.

Geschil is niet binnen twaalf maanden bij de commissie aanhangig gemaakt, nadacht klacht bij de zorgaanbieder is ingediend. Klaagster wordt in haar klacht niet-ontvankelijk verklaard.

Voorzieningenrechter veroordeelt vrouw mee te werken aan aanvraag Wlz-zorg.

Kort geding. Een vrouw is uitbehandeld in het ziekenhuis, maar haar medische situatie vereist vervolgzorg. De vrouw en het ziekenhuis verschillen van mening over welke vervolgzorg passend is. De vrouw weigert mee te werken aan het aanvragen van WLZ-zorg. Het ziekenhuis vordert die medewerking en de voorzieningenrechter wijst de vordering toe. Het ziekenhuis heeft zorgvuldig en in overeenstemming met zijn zorgplicht gehandeld. Een bezoek aan de vrouw in het ziekenhuis door de voorzieningenrechter wijst uit dat WLZ-zorg beter past bij wat de vrouw wil.

Patiënt verantwoordelijk voor inwinnen van informatie over kosten.

Een patiënte stelt dat het ziekenhuis haar ten onrechte niet heeft geïnformeerd over de kosten van een vervolgingreep. De geschillencommissie ziet dat anders en concludeert dat de verantwoordelijkheid voor het inwinnen van informatie omtrent de kosten bij patiënte zelf ligt.