Waarschuwing voor huisarts wegens verouderde wijze van dossiervoering.

De huisarts heeft op 24 februari 2022 bij klager een vasectomie (sterilisatie) uitgevoerd, waarna klager op 21 maart 2022 in het ziekenhuis opgenomen met Fournier’s gangreen en een septische shock. Hij is meerdere malen geopereerd en heeft tot en met 25 maart 2022 op de intensive care gelegen. Het RTG komt tot het oordeel dat de wijze van dossiervoering van de huisarts verouderd is en legt de maatregel van een waarschuwing op.

Ontbinden cliëntenraad.

De zorginstelling verzoekt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden om toestemming te verlenen om de cliëntenraad te ontbinden. De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden wijst het verzoek tot ontbinding toe.

Regeling persoonsgebonden was.

De LCvV geeft geen vervangende toestemming voor het nemen van een besluit over de wijziging regeling en tarieven persoonsgebonden was. De LCvV beveelt aan dat de instelling en de CCR meer gedetailleerd en met aandacht voor elkaars standpunten een gesprek voeren over de beoogde regeling, de (financiële) onderbouwing en de al dan niet aanwezige alternatieven, waarbij de uitkomsten van dit gesprek het vervolg uitwijzen.

Klaagster niet-ontvankelijk omdat het geschil te laat is ingediend.

De commissie oordeelt dat klaagster het geschil eerder had moeten indienen. De klachtbehandeling bij de zorgaanbieder was in 2018 afgesloten. Door het geschil pas in 2021 in te dienen is de termijn van twaalf maanden overschreden.

Inkoop wijkverpleging door zorgverzekeraars. Verplichting hanteren reële tarieven.

De rechtbank Den Haag oordeelt dat – in dit geval – de betreffende zorgverzekeraars reële tarieven dienen te hanteren bij de inkoop van wijkverpleging.

Terugkomen op vergaande mate van overeenstemming over vragen aan deskundige is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.

Een jongetje komt ter wereld met hersenschade, wat volgens de ouders wel en volgens het ziekenhuis niet verwijtbaar is, en partijen besluiten tot een medische expertise. Na een onderhandeling van tien maanden hebben de ouders en de verzekeraar van het ziekenhuis overeenstemming over de aan de deskundige voor te leggen vragen, op één vraag na. Dat is voor het ziekenhuis reden om met een nieuwe vraagstelling te komen. Naar het oordeel van de rechtbank is het echter in een zaak als deze, waarin de ouders als individuen tegenover een professionele aansprakelijkheidsverzekeraar staan, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar om terug te komen van een in een eerder stadium bereikte vergaande mate van overeenstemming over de vraagstelling. De rechtbank beslist over de openstaande vraag.

Vervangende toestemming vaststellen Medezeggenschapsregeling.

De zorginstelling verzoekt de LCvV om vervangende toestemming te verlenen voor het besluit om een nieuwe Medezeggenschapsregeling vast te stellen voor de cliëntenraad, nu de cliëntenraad niet heeft ingestemd met de nieuwe Medezeggenschapsregeling. De LCvV verleent vervangende toestemming voor het vaststellen van de Medezeggenschapsregeling voor de cliëntenraad.

Klacht tegen radioloog wegens screening borstkanker in kader van bevolkingsonderzoek. Geen diagnostische situatie. Klacht kennelijk ongegrond.

Bij bevolkingsonderzoek borstkanker is er sprake van een screening en niet van diagnostiek. Uitslag geeft geen zekerheid. Op mammogram geen aanwijzingen voor afwijking die vervolgonderzoek rechtvaardigt. Kennelijk ongegrond.

Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde deels niet-ontvankelijk wegens ontbreken persoonlijke verwijtbaarheid. Voor overige terugverwijzing.

Het RTG oordeelt dat klaagster niet-ontvankelijk is wegens twijfels over de vertegenwoordiging van de wil van de patiënt. Het CTG oordeelt op andere gronden tot niet-ontvankelijkheid en verwijst de zaak voor het overige terug naar het RTG.

Klacht van huisarts tegen huisarts van Hagro wegens tekortschietende waarneming. Financiële schade raakt niet de individuele gezondheidszorg.

Klacht van huisarts tegen huisarts van de Hagro is deels niet-ontvankelijk omdat vermogensschade niet raakt aan de individuele gezondheidszorg. Het alleen waarnemen voor spoedgevallen, is op zichzelf onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt.