X/Y
Klagers bejaarde moeder is opgenomen op de psychogeriatrische afdeling van een verpleeghuis. Klager kon zich moeilijk vinden in de opname van zijn moeder en heeft tevergeefs getracht de opnamesituatie te beëindigen. De rechtbank heeft twee andere kinderen benoemd tot mentor. De mentoren hebben bij de aangeklaagde specialist ouderengeneeskunde (BOPZ-arts) aangegeven dat zij hun moeder wilden meenemen voor een vakantie naar Indonesië. De arts heeft, onder voorwaarden, toestemming gegeven voor het tijdelijk vertrek van een maand van de moeder. Uiteindelijk is klagers moeder, zonder dat klager het wist, naar Indonesië vertrokken en daar (kennelijk ) gebleven. Klager verwijt de arts: 1. dat hij de gezondheid van klagers moeder in gevaar heeft gebracht door te oordelen dat zij in staat was om de lange reis naar Indonesië te maken en 2. dat hij klager onvoldoende op de hoogte heeft gebracht van zijn handelen betreffende klagers moeder. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.
Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 15-05-2014