Herzieningsverzoek te laat ingediend.

Het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch heeft een klacht tegen de gz-psycholoog gegrond verklaard en een berisping opgelegd. De gz-psycholoog heeft bij het Centraal Tuchtcollege op de voet van artikel 52 Wet BIG een verzoek ingediend tot herziening van die beslissing. Alhoewel een herzieningsverzoek niet aan een wettelijke termijn is gebonden, oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat het herzieningsverzoek te laat is ingediend, nu dat verzoek niet binnen een redelijke termijn van een jaar is ingediend na de feiten en omstandigheden die ten grondslag worden gelegd aan het verzoek.

Doorhaling verpleegkundige wegens ongeschiktheid tot uitoefenen van beroep door geestelijke gesteldheid na voordracht van de IGJ blijft in stand.

De IGJ deed een voordracht tot doorhaling van een verpleegkundige vanwege ongeschiktheid tot het uitoefenen van het beroep van verpleegkundige als gevolg van haar geestelijke gesteldheid (art. 79 lid 1 Wet BIG). Het RTG volgde de voordracht van de IGJ en legde een doorhaling van de inschrijving in het BIG-register op met een verbod om opnieuw te worden ingeschreven. Het Centraal Tuchtcollege laat de doorhaling in stand, omdat de gemachtigde van de verpleegkundige heeft verklaard dat de verpleegkundige op dit moment niet geschikt is om te werken.

Klacht van IGJ tegen verpleegkundige terecht ongegrond verklaard vanwege nalaten (feiten)onderzoek en onvoldoende steun in het dossier.

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) had op basis van een onderzoek vastgesteld dat bij de verpleegkundige sprake is van een zeer ernstig psychiatrisch toestandsbeeld en dat zij de patiëntveiligheid in gevaar heeft gebracht. Het RTG heeft de klacht ongegrond verklaard, omdat de IGJ geen (feiten)onderzoek heeft gedaan en de verklaringen van de verpleegkundige in het dossier geen verdere steun vinden. Het RTG kon daarom niet vaststellen dat de verpleegkundige tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het CTG onderschrijft het oordeel van het RTG en verwerpt het beroep van de IGJ.

Rechtbank Den Haag doorbreekt medisch verschoningsrecht ziekenhuis in verband met strafrechtelijk onderzoek naar overlijden patiënt.

De rechtbank Den Haag heeft beslist dat het Reinier de Graaf Gasthuis gehouden is tot verstrekking van het medisch dossier van een overleden patiënt zodat de politie dit overlijden kan onderzoeken.

Benadelen lid cliëntenraad uit hoofde lidmaatschap/ vergoeding juridische bijstand & ontbinden cliëntenraad.

De instelling heeft een verzoek gedaan tot vervangende toestemming voor ontbinding van een lokale cliëntenraad. De LCvV oordeelt dat er geen sprake is van een structureel tekortschieten in de behartiging van de gemeenschappelijke belangen. De cliëntenraad heeft twee verzoeken gedaan met betrekking tot de vergoeding van kosten van juridische bijstand en het beoordelen van bepaalde uitlatingen van de instelling over de raadsleden. De LCvV oordeelt dat de instelling de kosten moet vergoeden en dat de instelling de cliëntenraad uit hoofde van hun lidmaatschap heeft benadeeld met zijn uitlatingen.

Voortzetting crisismaatregel. Betrokkene ter zitting verwijderd wegens ernstige bedreigingen richting aanwezige arts.

Wvggz. Zorgmachtiging. Verplichte antipsychotische medicatie niet proportioneel.

Betrokkene woont op een camping, ontvangt ambulante hulp en weigert depotmedicatie. Zorgmachtiging afgewezen. Geen sprake van zodanig ernstig nadeel dat een zorgmachtiging noodzakelijk en proportioneel is.

Ziekenhuis heeft ten onrechte niet aan bewaarplicht voldaan.

Een patiënte heeft zich genoodzaakt gezien een second opinion in het buitenland te laten verrichten omdat het ziekenhuis haar medisch dossier niet heeft bewaard. De kosten daarvan en van een eventuele hersteloperatie wil zij vergoed hebben van het ziekenhuis. De commissie verklaart de klacht gegrond maar wijst de vordering tot schadevergoeding af wegens het ontbreken van causaal verband.

Onafhankelijkheid van psychiater die medische verklaring opstelt ten behoeve van zorgmachtiging (art. 5:7 Wvggz).

Onafhankelijkheid van psychiater die medische verklaring opstelt voor zorgmachtiging (art. 5:7 Wvggz). Betekenis van (duur en intensiteit van) eerdere behandelrelatie. Betekenis van rechtspraak in het kader van de Wet Bopz (oud).

Geschil over nazorg en klachten patiënten na beëindiging samenwerking.

Geschil over financiële en medische afwikkeling van nazorg en klachten van patiënten tussen plastisch chirurg en behandelcentrum waar hij heeft gewerkt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de chirurg en zijn praktijkvennootschap de patiënten die hij heeft behandeld nazorg moeten verlenen, onder de in de beslissing opgenomen voorwaarden. De vordering om hen te gebieden klachten van patiënten af te handelen wordt afgewezen, net als het verbod tot het doorverwijzen van patiënten. De tegenvordering om een bedrag aan de plastisch chirurg en zijn praktijkvennootschap te betalen, wordt ook afgewezen.