Zorgaanbieder niet tekortgeschoten bij zorgverlening en gebrek aan activiteiten voor cliënte met syndroom van Down; klacht ongegrond.

Een vertegenwoordiger van een cliënte met het syndroom van Down klaagt dat de begeleiding en activiteiten niet werden voortgezet. De zorgaanbieder is niet tekortgeschoten in de zorgverlening en de verslechtering is niet te wijten aan het gebrek aan activiteiten; klacht ongegrond.

Geschil over sluiting zorglocatie heeft betrekking op medezeggenschap en besluitvorming; commissie onbevoegd.

Het geschil ziet op aangekondigde sluiting van een zorglocatie voor mensen met een verstandelijke beperking. De commissie oordeelt dat het geschil draait om medezeggenschap en besluitvorming, waardoor de commissie niet bevoegd is het geschil inhoudelijk te behandelen.

Klacht over thuisbehandeling en melding Veilig Thuis niet binnen twaalf maanden ingediend; niet-ontvankelijk.

Klacht niet binnen twaalf maanden ingediend. Klaagster kan hier redelijkerwijs een verwijt van worden gemaakt. Klacht niet-ontvankelijk en geen inhoudelijke behandeling.

Ziekenhuis heeft zorgplicht voor persoonlijke eigendommen van patiënten.

Een patiënte heeft sieraden verloren tijdens een opname in het ziekenhuis en wil haar schade vergoed zien. De commissie kan niet vaststellen dat patiënte sieraden droeg, maar wijst het ziekenhuis op de zorgplicht voor persoonlijke eigendommen van patiënten die daar niet zelf op kunnen letten.

Rechtbank acht ontbreken van informed consent en causaal verband voorlopig bewezen en laat ziekenhuis toe tot tegenbewijs.

Na een endoscopie wordt een man op de uitslaapkamer een vervolgbehandeling geadviseerd. Bij de vervolgbehandeling ontstaat een darmperforatie waaraan de man overlijdt. De weduwe stelt dat de man niet adequaat is geïnformeerd, alsook dat, ware hij dat wel, de man had afgezien van de ingreep. De rechtbank acht beide stellingen van de weduwe op grond van de feiten en omstandigheden van de zaak voorlopig bewezen en laat het ziekenhuis toe tot tegenbewijs.

Verzoek om voorlopige voorziening tegen publicatie aanwijzing IGJ afgewezen.

Gelet op de geconstateerde tekortkomingen is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter terecht aan verzoekster een aanwijzing op grond van artikel 27 Wkkgz gegeven. De voorzieningenrechter oordeelde vervolgens dat de IGJ op grond van de Gezondheidswet verplicht is om de zakelijke weergave van de aanwijzing en het rapport openbaar te maken. Het belang van transparantie en het informeren van anderen, zoals zorgafnemers en zorgverleners, is volgens de wet groter dan het individuele belang van verzoekster om reputatieschade te voorkomen.

Zorgaanbieder informeert patiënt niet tijdig over behandelingstarief: gedeeltelijke ontbinding behandelingsovereenkomst.

Een man ondergaat behandelingen bij Het Rughuis, waarvoor hij facturen krijgt voor in totaal € 10.000. Aan de man is verteld dat het ging om een dure behandeling, maar over het exacte tarief is hij niet geïnformeerd. Tegen het einde van de behandelingen krijgt de man de eerste factuur. De man betaalt de facturen grotendeels niet en Het Rughuis gaat over tot incasso. Naar het oordeel van de kantonrechter is het Rughuis tekortgeschoten in de verplichting de man tijdig te informeren over het tarief. De tekortkoming is ernstig genoeg om gedeeltelijke ontbinding van de behandelingsovereenkomst te rechtvaardigen, te weten voor zover het de plicht van de man tot betaling van de facturen betreft.

Bedrijfsarts kennelijk niet-ontvankelijk in klacht tegen andere bedrijfsarts vanwege ontbreken concreet eigen belang.

Een bedrijfsarts heeft een klacht ingediend tegen een collega. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) heeft geoordeeld dat de bedrijfsarts niet aannemelijk heeft gemaakt een direct concreet eigen belang te hebben bij het onderwerp van de klacht. Ook is onduidelijk of het klachtonderdeel over het niet betalen van een nota betrekking heeft op de individuele gezondheidszorg. De voorzitter RTG verklaart de bedrijfsarts kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Doorhaling registratie GZ-psycholoog wegens onzorgvuldige betrokkenheid bij ouderlijk gezag-procedure en schending beroepscode.

Een GZ-psycholoog heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zonder toestemming van klaagster als wettelijk vertegenwoordiger contact te leggen met twee onder voogdij staande minderjarige kinderen, zich uit te laten over de (on)juistheid van de uithuisplaatsing en door onzorgvuldige verklaringen op te stellen. Het RTG acht doorhaling van de BIG-registratie aangewezen.

Geen sprake van onrechtmatig handelen gemeente door uitvoering jeugdgezondheidszorg volledig bij de GGD neer te leggen.

Het uitvoeren van de jeugdgezondheidszorg valt onder de taken die vanuit de wet aan de GGD zijn opgedragen. Van een overeenkomst tussen de gemeente en de GGD is dan ook geen sprake. Gemeente heeft niet onrechtmatig gehandeld jegens Jong JGZ.