X/Y

De bestuuder van een ziekenhuis – binnen welk ziekenhuis zich een calamiteit heeft voorgedaan – wordt aangeklaagd voor tekortschietend beleid. Met verwijzing naar de wetsgeschiedenis en de rechtspraak over de tweede tuchtnorm wordt de zaak als ontvankelijk beoordeeld. Het tuchtcollege formuleert daarbij uitvoerig de voorwaarden om als bestuurder onder die tweede tuchtnorm te kunnen worden beoordeeld. Na inhoudelijke beoordeling worden alle klachten als ongegrond afgewezen.

X/Y

De onderstaande klacht is ingediend door de ouders van een meisje bij wie congenitale heupdysplasie is geconstateerd. De ouders verwijten verweerster, verpleegkundige, dat zij zowel tijdens het 14 maanden-consult als het 18 maanden-consult hun ongerustheid over het looppatroon van hun dochter niet serieus heeft genomen, hen niet heeft doorverwezen naar een huisarts of specialist en dat door de fout van verweerster hun dochtertje geopereerd moest worden. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht deels gegrond en legt verweerster een waarschuwing op.

X/Y

De onderstaande klacht is ingediend tegen een huisarts. Haar wordt verweten dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld, doordat zij niet heeft gedacht aan een cardiaal probleem bij een patiënt, de patiënt niet zelf heeft onderzocht en hem niet heeft verwezen naar een ziekenhuis. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht gegrond en legt verweerster een berisping op.

X/Y

Chirurg-supervisor van dienstdoende anios miskent ernstig toestandsbeeld van patiënt door alleen op het relaas van de anios af te gaan en niet zelf in het dossier te kijken dan wel zelf de patiënt te beoordelen. Patiënt was ten gevolge van een darmperforatie acuut vitaal bedreigd, maar dat is niet onderkend, waardoor inadequaat is gehandeld. Patiënt is overleden. Supervisor heeft zijn verantwoordelijkheid niet onderkend.

X/Y

De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft in deze zaak geklaagd over een verpleegkundige. De klacht betreft (hoofdzakelijk) seksueel overschrijdend gedrag en wordt gegrond verklaard. Er wordt een maatregel van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van drie maanden opgelegd, met een proeftijd van twee jaar en onder bijzondere voorwaarden. Van die beslissing is de Inspectie in hoger beroep gekomen: de door het Regionaal Tuchtcollege te Groningen gestelde bijzondere voorwaarden zouden te vaag geformuleerd zijn.

VGZ c.s/Nutricia e.a.

Het voorkeursbeleid dat zorgverzekeraars VGZ c.s. met betrekking tot dieetpreparaten willen voeren is in strijd met de Zorgverzekeringswet.

X/Y

Verpleegkundige (SPV) gebruikte in de periode van ambulante hulpverlening de pinpas van patiënte voor de boodschappen en opname van contant geld ten behoeve van patiënte. Na opname van patiënte zou verweerder zorgdragen voor de financiën en de administratie van patiënte. Dit is uitgemond in een drama voor patiënte: er is bijna € 10.000 van haar rekening opgenomen, zonder dat verantwoord is waar dit aan besteed is en zij heeft een huurachterstand opgelopen, waardoor haar woning ontruimd werd. Het RTG oordeelt dat het behartigen van financiële belangen van patiënten in strijd is met (de geest) van de Beroepscode V en V. Verweerder krijgt een voorwaardelijke schorsing van drie maanden opgelegd.

X/Y

Psychiater schrijft fluoxetine (Prozac) voor aan 17-jarige patiënte die vervolgens heftig reageert met automutilatie en suïcidale intenties. Klaagster (patiënte) legt verband tussen de medicatie en haar symptomen, maar dit wordt, onder verwijzing naar de Richtlijn 'Depressie bij jeugd' van de hand gewezen. Oorzakelijk verband komt niet vast te staan. Psychiater heeft op alle onderdelen zorgvuldig gehandeld. Klacht afgewezen.

X/Y

De wijze waarop de gemeenten aan burgers en zorgaanbieders een inrichting van de zorg hebben opgelegd is onverenigbaar met de keuzevrijheid die de wetgever heeft willen vastleggen.

X/Y

Klacht tegen psychiater. Klagers zijn de ouders van de inmiddels overleden patiënt. Zij verwijten verweerder dat hij is tekortgeschoten in de zorg die hij had behoren te betrachten jegens hun zoon. De patiënt is overleden als gevolg van suïcide. Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft de klacht deels gegrond verklaard en de psychiater de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de uitspraak en wijst de klacht alsnog geheel af.