X/Y

Verweerder is de opleider van de huisarts in opleiding in zaak 2015/018. In onderhavige zaak heeft klager een bezoek aan de huisarts in opleiding gebracht wegens buikklachten. Er wordt vastgesteld dat het om een buikgriep gaat. Enkele dagen later wordt bij klager in het ziekenhuis geconstateerd dat hij een blindedarmontsteking heeft. Klager stelt een klacht in vanwege het missen van deze diagnose. De klacht is ongegrond.

Apotheek Ridderveld B.V. c.s./Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V. c.s.)

In de onderhavige zaak gaat het om de vraag of bepaalde aan Achmea-verzekerden geleverde farmaceutische zorg (infliximab) door Achmea moet worden vergoed. Achmea heeft hiertoe een brief van de secretaris Commissie Farmaceutische Hulp overgelegd. Het hof stelt dat deze brief geheel voorbijgaat aan het door het hof in tussenarrest geschetste dilemma. Achmea heeft derhalve onvoldoende bewijs geleverd. Voorts oordeelt het hof dat voor de totstandkoming van een geneeskundige behandelingsovereenkomst geen persoonlijke ontmoeting nodig is tussen zorgaanbieder en patiënt.

X/Y

Een neurochirurg wordt door zijn patiënte ervan beschuldigd een onjuiste diagnose te hebben gesteld en patiënte niet juist te hebben geïnformeerd over de resultaten van de controleonderzoeken die zij jaarlijks ondergaat. Het tuchtcollege beoordeelt de verslaglegging en de informatievoorziening aan de patiënte als onvolledig. Om deze reden wordt door het tuchtcollege de maatregel van waarschuwing opgelegd.

X/Minister VWS

De artikelen 7 en 7a van de Wet BIG zijn niet in strijd met Richtlijn 2005/36/EG. Nederland is niet verplicht om, zodra het van de ontvangende lidstaat informatie ontvangt over tuchtrechtelijke maatregelen, daarnaar zelf onderzoek te doen en op basis van dit onderzoek daaraan consequenties te verbinden. Er is geen strijd met artikel 56 VWEU.

IGZ/cardiologen Ruwaard

De aan de cardiologen van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis opgelegde berisping blijft in hoger beroep in stand. Anders dan op grond van de klacht in eerste aanleg, zijn in hoger beroep ook de individuele tekortkomingen beoordeeld. Omdat dezelfde feiten al leidden tot oplegging van een maatregel vanwege de tekortkomingen van de maatschap (schending tweede tuchtnorm), staat het beginsel van ne bis in idem eraan in de weg dat ook een maatregel wordt opgelegd vanwege individueel tekortschieten (schending eerste tuchtnorm).

X/Y

Een in het ziekenhuis werkzame revalidatiearts wordt door een tweetal patiënten (een echtpaar) aangeklaagd vanwege het ongewenst lastigvallen met c.q. aanprijzen van dure producten die betrekking hebben op een alternatieve behandelwijze. Het tuchtcollege is van oordeel dat er voor (het aanprijzen van) alternatieve behandelings- of genezingsmethoden geen plek is in een reguliere instelling. Nu gebleken is dat verweerster zich hieraan schuldig heeft gemaakt, wordt door het tuchtcollege aan de revalidatiearts de maatregel van waarschuwing opgelegd.

X/minister VWS

Een in het buitenland verrichte handeling die in Nederland zou kunnen leiden tot een tijdelijke BIG-doorhaling kan op grond van artikel 7 Wet BIG leiden tot een doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Alleen wanneer dezelfde handeling in Nederland helemaal niet zou kunnen leiden tot een maatregel, leidt een dergelijke doorhaling tot een onbillijkheid van overwegende aard.

X/ACM

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft in december 2011 een boete van € 7.719.000 opgelegd aan een vereniging waarvan 95 procent van alle huisartsen in Nederland lid is, wegens het doen van aanbevelingen aan haar leden over het huisartsenaanbod. De boete is in de bezwaarfase teruggebracht naar € 5.907.000. De rechtbank gaat echter over tot vernietiging van het boetebesluit van de ACM omdat de gedane aanbevelingen over het huisartsenaanbod geen deugdelijk middel vormden met de strekking de mededinging te beperken.

X, Y/Centraalzorg BV

Zorginstelling Centraalzorg heeft een zorgovereenkomst met een schizofrene jongen. Na twee incidenten zegt zij de overeenkomst op. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat er geen sprake is van een gewichtige reden voor eenzijdige opzegging. Centraalzorg handelt onzorgvuldig door een cliënt voor bezinningsverlof in de daklozenopvang te plaatsen.

X/De Inspecteur van de Belastingdienst

Het hof oordeelt dat uit zowel het arrest ‘Solleveld’, waarin is overwogen dat de fiscale neutraliteit zich ertegen verzet dat medische diensten, die voor een zorgontvanger een gelijkwaardig kwaliteitsniveau hebben, verschillend worden behandeld, als uit het daarop gebaseerde beleidsbesluit, waarin nadere invulling is gegeven aan wat in Nederland in dit kader dient te worden verstaan onder een ‘gelijkwaardig kwaliteitsniveau’, volgt dat de homeopathische diensten van belanghebbende kunnen delen in de vrijstelling van artikel 11 eerste lid onderdeel g ten eerste onder a van de Wet OB. Voor de toepassing van de vrijstelling is niet vereist dat belanghebbende beroepskwalificaties heeft die gelijkwaardig zijn aan die van een arts, maar dat hij met betrekking tot het verrichten van medische verzorging een gelijkwaardig kwaliteitsniveau heeft als een arts.