X/Y
Het gaat in deze casus om de maatschap anesthesiologie die van het ziekenhuis een vergoeding vordert voor het verlies van goodwill voortvloeiende uit de door de maatschap gevoerde IC-praktijk. De IC-praktijk is niet aan opvolgers overgedaan. De exploitatie ervan is thans overgenomen door het ziekenhuis. Het ziekenhuis stelt niet vergoedingsplichtig te zijn omtrent het verlies aan goodwill. Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg is van mening dat het niet kunnen realiseren van goodwill door praktijkoverdracht een omstandigheid is die in de risicosfeer van de maatschap dient te blijven. Dit valt het ziekenhuis niet aan te rekenen. Dit geldt eens te meer nu het ziekenhuis, door toedoen van de maatschap, 'gedwongen' werd de IC-praktijk onder haar eigen hoede te nemen, daar ook een derde, het MSB, niet bereid was tot overname van de praktijk. Nu er geen overnemende partij gevonden kon worden voor de IC-praktijk vertegenwoordigde deze geen waarde die de maatschap te gelde had kunnen maken. Hierdoor valt het verlies aan goodwill niet aan te merken als een onevenredig nadeel en moet de vordering in conventie van de maatschap worden afgewezen. In reconventie is de vordering van het ziekenhuis tot veroordeling van de maatschap tot vergoeding van de schade door het plotselinge vertrek van de maten en het neerleggen van de IC-praktijk eveneens afgewezen.
Scheidsgerecht Gezondheidszorg, 03-11-2015