X/Staat der Nederlanden

In dit kort geding heeft een psychiater zich op het standpunt gesteld dat sprake is van schending van artikel 6 EVRM nu zijn inschrijving in het BIG-register ten onrechte door het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg is geschorst en hij daartegen geen effectief rechtsmiddel kan instellen. Tegen de tijd dat het Centraal Tuchtcollege zal beslissen is de schorsingstijd voorbij. De Staat beroept zich op de mogelijkheid om bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg een verzoek in te dienen tot een voorlopige voorziening waarbij de schorsing voortijdig kan worden opgeheven. De voorzieningenrechter houdt de zaak aan, opdat de psychiater hierover informatie kan inwinnen.

X/Y

De onderstaande klacht heeft betrekking op een psychotherapeut die optrad als bijzonder curator van de dochter van klaagster. Klaagster verwijt verweerster dat zij in haar rol als bijzonder curator van haar dochter onzorgvuldig heeft gehandeld en ziet met name op de aan de rechtbank verstrekte verslagen. Deze voldeden volgens klaagster niet aan de criteria die worden gesteld aan rapporten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en verweerster een berisping opgelegd.

X/Academisch Ziekenhuis Maastricht

In deze hogerberoepprocedure staat de geneeskundige behandeling van een patiënte op 12 en 13 januari 2002 ter beoordeling. Het hof benoemt een neurochirurg als deskundige. Het ziekenhuis wordt voorlopig belast met de kosten van de deskundige.

X/Academisch Ziekenhuis Maastricht

In deze hogerberoepprocedure staat de geneeskundige behandeling van een patiënte op 12 en 13 januari 2002 ter beoordeling. Het hof benoemde in een eerder tussenvonnis een deskundige aan wie vragen zijn voorgelegd met betrekking tot het handelen van de arts-assistent en met betrekking tot het causaal verband. Het hof komt op basis van de antwoorden tot het oordeel dat de arts-assistent in kwestie is tekortgeschoten, maar dat er geen verplichting tot schadevergoeding is omdat niet kan worden vastgesteld dat door de behandeling patiënte een (reële) kans op een beter behandelingsresultaat is ontnomen.

X/Y

Een ziekenhuis maakt bezwaar tegen het bevel van de RC tot inbeslagneming van medische gegevens. Het beklag wordt gehonoreerd. Toestemming van de patiënt heft het verschoningsrecht niet op. Het algemeen belang van het beroepsgeheim weegt in casu zwaarder dan het belang van waarheidsvinding.

X/Y

In de onderhavige zaak gaat het om een verwijt tegen een huisarts (HAP-arts) die had nagelaten behoorlijk onderzoek te doen bij een patiënte die bekend was met diabetes mellitus en die sinds 24 uren aanhoudend braakte. Hierdoor is tijdige verwijzing naar het ziekenhuis uitgebleven. De klacht is gegrond: de arts heeft nauwelijks onderzoek gedaan, te weinig vastgelegd in het medisch dossier en een onverantwoord risico genomen door de klachten van patiënte aan een buikgriep toe te schrijven en haar met zetpillen naar huis te sturen. Volgt doorhaling en schorsing bij wijze van voorlopige voorziening van de inschrijving.

X/Y

Klager was bij verweerster onder behandeling voor (o.a.) drankmisbruik. Verweerster heeft klager tijdens een consult een blaastest laten doen, die volgens verweerster een te hoog promillage uitwees om nog naar huis te kunnen rijden. Volgens verweerster heeft zij klager gewaarschuwd om niet te gaan rijden. Verweerster zag dat klager na afloop van het consult toch in zijn auto stapte. Zij heeft toen het kenteken van klager laten doorgeven aan de politie. Later heeft zij de politie zelf nog telefonisch te woord gestaan. Klager verwijt verweerster dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden. Verweerster voert aan dat de geheimhoudingsplicht in dit geval diende te worden doorbroken, omdat klager niet aan het verkeer kon deelnemen. Volgens verweerster heeft zij daarbij volgens de richtlijnen en zorgvuldig en professioneel gehandeld. Gegrond, geen maatregel.

HVP Zorg/CZ Zorgkantoor

In de onderhavige zaak gaat het om een spoedappèl. Een zorgaanbieder schrijft in op een inkoopprocedure verpleging en verzorging. Hij vermeldt daarbij dat de in te schakelen onderaannemer over een Wtzi-toelating beschikt. Dit blijkt echter onjuist. Het zorgkantoor weigert daarom een overeenkomst te sluiten. Het hof oordeelt het niet relevant dat de zorgaanbieder niet welbewust heeft gezwegen over het niet voldoen van de onderaannemer aan de Wtzi-eis. Ook is geen sprake van een eenvoudig te herstellen omissie. Het hof bekrachtigt het vonnis.

Rijndam Revalidatiecentrum/werkneemster

In de onderhavige zaak gaat het om echtelieden die bij dezelfde werkgever werken (Rijndam). Echtgenoot van werkneemster is ontslagen vanwege verduistering bij werkgever en is daarvoor ook strafrechtelijk veroordeeld. Werkneemster bleef echter de onschuld van echtgenoot volhouden. Werkgever gaf aan dat het vertrouwen in werkneemster dusdanig was beschadigd dat werkgever de arbeidsovereenkomst met haar wenste ontbinden. Het ontbindingsverzoek is door de kantonrechter afgewezen.

SBOH/arts

In het onderhavige geval gaat het om een onmiddellijke beëindiging van een opleidingsovereenkomst (en arbeidsovereenkomst) van een aios. Deze overeenkomst eindigt uiteindelijk pas na het volledig doorlopen van de Geschillenprocedure, nadat de Geschillencommissie heeft geoordeeld dat de opleidingsovereenkomst terecht werd beëindigd. Dat arts tijdens die procedure niet heeft gewerkt komt voor rekening en risico van de werkgever. De werkgever moet derhalve het loon van de arts doorbetalen.