Klaagster verwijt verweerster, bedrijfsarts in opleiding, op meerdere punten onzorgvuldig gehandeld te hebben, over onvoldoende inzicht te beschikken en daarnaast onvoldoende onderzoek te hebben verricht naar de actuele situatie op de werkvloer. Ook ontbreekt (voldoende) onafhankelijkheid richting de werkgever en heeft verweerster zich niet gehouden aan de meldplicht beroepsziekten. Het RTG overweegt dat verweerster niet heeft gehandeld of nagelaten in strijd met de zorg die zij uit bedrijfsgeneeskundig oogpunt tegen klager behoorde te betrachten en wijst de klacht af.

Tandarts beëindigt tijdens behandeling abrupt behandelrelatie met klaagster. Tandarts had behandeling moeten afmaken, klaagster moeten helpen bij het zoeken van een nieuwe tandarts en haar tot die tijd blijven behandelen. Geen inzicht in handelen. Berisping.

Klacht tegen huisarts over de wijze waarop zij zich jegens derden, zoals Raad voor de Kinderbescherming en politie, heeft uitgelaten over klaagster gegrond. Schending beroepsgeheim, diffamerende uitlatingen en onjuiste informatie. Berisping.

Klacht tegen een arts(-assistent in opleiding tot internist) over weigering de voorbereidingen voor de colonoscopie klinisch te laten voorbereiden, waardoor de colonoscopie is mislukt en een jaar vertraging is opgetreden bij het stellen van de diagnose coloncarcinoom. De arts heeft haar besluit aan het einde van die dag met haar supervisor besproken, die daarmee heeft ingestemd. Communicatie tussen klager en de arts lijkt niet optimaal te zijn geweest. In de gegeven omstandigheden is de handelwijze van de arts niet onverdedigbaar. Klacht ongegrond.

Radioloog wordt het ontbreken van informed consent verweten alsmede onzorgvuldig handelen door het nemen van een (te) groot risico. Geen sprake van informed consent. De ingreep en de daaraan verbonden risico’s zijn niet besproken en evenmin is geverifieerd of de hoofdbehandelaar deze informatie had verstrekt. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing en publicatie.

X/Sint Elisabeth Hospitaal

De voorzieningenrechter beoordeelt het causaal verband tussen het niet verstrekken van antistolling en de schade van de patiënt, bestaande uit een hartinfarct en beperkte belastbaarheid om inkomen te genereren. Het verband wordt voorshands aangenomen. Het hospitaal wordt veroordeeld tot betaling van een voorschot van 50.000 NAF.

X/Y

Een anesthesioloog en een tandarts hebben ruim 25 jaar een kliniek gedreven waarin angstige patiënten door de tandarts onder narcose werden behandeld. Op enig moment hebben partijen besloten uit elkaar te gaan. Ten aanzien van de goodwill en het reclamebudget is een oordeel gegeven door arbiters. Nadat het college van arbiters een oordeel heeft gegeven, vordert eiseres vernietiging van het arbitraal vonnis omdat niet zou zijn beslist over een deel van haar vordering en omdat het vonnis onvoldoende zou zijn gemotiveerd. De rechtbank geeft eiseres hierin deels gelijk en vernietigt het arbitrale vonnis partieel.

Verweerster, verpleegkundige, heeft geassisteerd bij de bevalling van klaagster. De klacht valt uiteen in klachten die met de bejegening van klaagster door verweerster te maken hebben en klachten die met de inhoudelijke verpleegkundige begeleiding te maken hebben. Alle klachten worden afgewezen.

Klaagster in deze zaak is de dochter van de patiënt en zij klaagt over een internist. De patiënt, met een uitgebreide cardiale voorgeschiedenis, werd op 1 mei 2015 opgenomen in het ziekenhuis en is op 4 mei 2015 overleden aan hartfalen ten gevolge van een losliggende aorta-kunstklep door endocarditis. Klaagster verwijt verweerder dat door tekortschietende diagnostiek vertraging is opgetreden in de behandeling van endocarditis. Het Regionaal Tuchtcollege te Den Haag verklaart de klacht gegrond en legt een waarschuwing op.

PGB-budgethouder/zorgverlener

De kantonrechter kwalificeert de zorgovereenkomst met PGB-budgethouder als een arbeidsovereenkomst en wijst vordering met betrekking tot achterstallig salaris toe. Omdat partijen het erover eens zijn dat arbeidsverhouding verstoord is geraakt, ontbindt de kantonrechter op de g-grond en matigt de transitievergoeding vanwege de bijzondere aard van de arbeidsovereenkomst.