Naar boven ↑
4.445 resultaten

Rechtspraak

GZR 2016-0465

Lunet Zorg/Biezenrijt

Een zorginstelling in de regio Zuidoost-Brabant (Lunet Zorg) verleent zorg aan kinderen en volwassenen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking. De diensten omvatten onder meer bijstand op het vlak van wonen en werken, dagbesteding, vrije tijd, 24-uurs intensieve zorg of beperkte incidentele ondersteuning. Van 2008 tot 1 januari 2015 was de medezeggenschap voor cliënten binnen de zorginstelling in drie lagen getrapt en dubbel georganiseerd. Op zowel lokaal, regionaal en centraal niveau was er per niveau zowel een cliëntenraad (CR) als een cliëntvertegenwoordigersraad (CVR). Per 1 januari 2014 werd er een nieuwe organisatiestructuur ingevoerd met twee domeinen, twee divisies en verschillende clusters met daaronder zelfsturende teams. Vervolgens werd er per 1 januari 2015 een nieuwe medezeggenschapsstructuur ingevoerd, welke diende aan te sluiten bij de organisatiestructuur. Dit hield in dat de medezeggenschapsstructuur niet langer geografisch georganiseerd werd, maar per organisatie-eenheid – en er alleen nog cliëntenraden waren op centraal en clusterniveau. De Biezenrijt c.s. (een locatie van de zorginstelling) stellen zich op het standpunt dat de instelling op grond van artikel 1 lid 1 aanhef en sub b onder 2o Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) niet kan volstaan met het instellen van een cliëntenraad op centraal niveau en de cliëntenraad op lokaal niveau dient te erkennen. De Hoge Raad overweegt dat de oorspronkelijke regeling van artikel 1 lid 1 aanhef en sub b Wmcz en de rubrieken onder 1o en onder 2o betrekking hebben op van elkaar te onderscheiden organisatorische verbanden die uit collectieve middelen worden gefinancierd en dat hier in de opeenvolgende wetswijzigingen geen verandering is gebracht. Dit betekent dat deze bepaling geen ruimte biedt om binnen een ‘instelling’ als bedoeld in artikel 1 lid 1 aanhef en sub b onder 1o Wmcz tot op zekere hoogte zelfstandig functionerende organisatorische verbanden (tevens) aan te merken als afzonderlijke ‘instellingen’ op de grond dat zij voldoen aan de omschrijving van artikel 1 lid 1 aanhef en sub b onder 2o Wmcz. De zorginstelling is in dit geval dan ook niet gehouden om artikel 2 Wmcz na te leven en uit dien hoofde De Biezenrijt c.s. te erkennen in de nieuwe medezeggenschapsstructuur als cliëntvertegenwoordigersraden.
Hoge Raad, 16-12-2016

Met annotatie door mr. X.R. van der Kruk-Ras