Familievereniging belanghebbende bij voorgenomen concentratie.
De familievereniging van een instelling voor cliënten met een verstandelijke beperking maakt bezwaar tegen het goedkeuringsbesluit van de NZA inzake een juridische fusie tussen een instelling voor cliënten met een verstandelijke beperking en een instelling voor ouderenzorg. De NZA heeft het bezwaar van de familievereniging niet-ontvankelijk verklaard met de motivering dat de familievereniging geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2 lid 1 Awb, maar dat er sprake is van een afgeleid belang, dat ontleend is aan de samenwerkingsovereenkomst tussen de raad van bestuur, de cliëntenraad en de familievereniging. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de familievereniging belanghebbende is in de zin van artikel 1:2 lid 1 Awb en dat de samenwerkingsovereenkomst niet in de weg staat aan de belanghebbendheid van de familievereniging.
College van Beroep voor het bedrijfsleven (Locatie 's-Gravenhage), 09-02-2021