Een cliëntenraad in oprichting verzoekt de LCvV uitspraak te doen over het beëindigen van het aspirant lidmaatschap van twee personen en het verlengen van de proeftijd met een half jaar van een ander aspirant-lid.

Een cliëntenraad in oprichting verzoekt de LCvV uitspraak te doen over het beëindigen van het aspirant lidmaatschap van twee personen en het verlengen van de proeftijd met een half jaar van een ander aspirant-lid. De LCvV oordeelt dat het besluit van de zorgaanbieder om twee aspirant-cliëntenraadsleden te ontslaan en de proeftijd van een derde aspirant-lid te verlengen in strijd met de Wmcz (oud) en Wmcz 2018 is genomen en niet te rechtvaardigen valt met een beroep op de redelijkheid en billijkheid en/of de zorgplicht en vernietigt dit besluit.

Beklaagde, huisarts, heeft een waarschuwing opgelegd gekregen wegens het te laat insturen van klaagster naar de uroloog.

Beklaagde, huisarts, heeft een waarschuwing opgelegd gekregen voor het te laat verwijzen van klaagster naar de uroloog. Gezien de uitkomst van de vele urineonderzoeken, was er een indicatie aanwezig klaagster eerder te verwijzen.

Waarschuwing voor huisarts wegens het handelen in strijd met twee NHG-standaarden. Geen sprake van omstandigheden die het afwijken ervan rechtvaardigden.

Een huisarts krijgt een waarschuwing voor het niet volgen van de NHG-standaarden Fluor vaginalis en Vaginaal bloedverlies. Zo heeft er onterecht geen lichamelijk onderzoek plaatsgevonden en heeft de huisarts klaagster niet op eigen initiatief (met spoed) verwezen, maar op eigen verzoek van klaagster. Voor wat betreft de vermeende ondeskundigheid van de assistente, het niet tonen van betrokkenheid door de huisarts en het te laat verstrekken van informatie ten behoeve van een overlijdensrisicoverzekering wordt de klacht ongegrond verklaard.

Zorgaanbieder is nalatig bij medicatieverstrekking en ontslag van cliënt alsmede bij melding dat cliënt zijn kleding weggooit vanwege psychotisch gedrag.

De zorgaanbieder heeft volgens de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg een risico genomen door het gebruik van de oude medicatie waarop de cliënt goed reageerde af te bouwen, terwijl nog onduidelijk was of de nieuwe medicatie aan zou slaan. Daarnaast meent de Geschillencommissie dat cliënt een dag voor zijn geplande ontslag in een zodanig verwarde toestand verkeerde, dat de zorgaanbieder in redelijkheid het besluit tot ontslag had moeten heroverwegen. Daarbij weegt de Geschillencommissie mee dat de opvang van de cliënt na zijn ontslag niet was geborgd. Verder oordeelt de Geschillencommissie dat de zorgaanbieder onvoldoende aandacht heeft gehad voor de melding van klaagster dat cliënt zijn kleding weggooit bij psychotisch gedrag.

Het hof oordeelt dat de testverplichting Nederlandse onderdanen niet het recht op toegang als bedoeld in artikel 3 lid 2 Vierde Protocol EVRM ontneemt en geen onrechtmatige beperking van andere verdrags- of grondrechten vormt.

Hoger beroep kort geding inzake de verplichting die de Staat oplegt aan reizigers uit hoogrisicogebieden om voor hun vertrek naar Nederland negatieve uitslagen van een PCR-test en een sneltest aan de vervoerder te tonen. Het hof oordeelt dat de testverplichting Nederlandse onderdanen niet het recht op toegang als bedoeld in artikel 3 lid 2 Vierde Protocol EVRM ontneemt en geen onrechtmatige beperking van andere verdrags- of grondrechten vormt. Het hof bekrachtigt het oordeel van de voorzieningenrechter. De testverplichting blijft in stand.

Overheid handelt met gebruik PCR-test en wijze van communiceren over corona niet onrechtmatig.

Hoger beroep kort geding. Het hof bekrachtigt het oordeel van de voorzieningenrechter (GZR 2020-0339). Het gebruik van de PCR-test en de overheidscommunicatie over corona zijn niet onrechtmatig. Het hof beperkt het gebruik van de PCR-test niet en laat ook geen communicatie aanpassen.

Huisarts krijgt waarschuwing wegens opzeggen geneeskundige behandelingsovereenkomst, terwijl niet aan de eisen daarvoor is voldaan.

Een huisarts heeft een waarschuwing opgelegd gekregen, omdat zij de patiënte heeft verteld dat zij een andere huisarts moest zoeken toen de patiënte de huisarts had gevraagd langs te komen vanwege toegenomen pijnklachten. Ook al was er sprake van boosheid aan de zijde van de kinderen van de patiënte, dan dient de arts een professionele houding aan te blijven nemen. Tevens is niet gebleken dat zij pogingen heeft gedaan om tot een werkelijk gesprek over het in haar ogen ongewenste gedrag van de kinderen te komen, en over de zorgen waaruit dit gedrag mogelijk voortkwam. Er was in casu ook geen grond aanwezig om de geneeskundige behandelingsovereenkomst op te zeggen.

Schending informatieplicht, maar geen vergoeding wegens ontbreken causaal verband en niet zodanig ernstige aantasting van het zelfbeschikkingsrecht.

Een vrouw houdt aan een neusbijholteoperatie dubbelzien over. De vrouw verzoekt voor recht te verklaren dat haar schade het gevolg is van het ontbreken van informed consent. De rechtbank oordeelt dat de vrouw daartoe onvoldoende stelt en dat het causaal verband ontbreekt. Ook is er geen integriteitsschade. Het enkel noemen van de schending van de informatieplicht en de opgetreden (ernstige) complicatie is daarvoor onvoldoende.

Vordering buiten effectstelling coronamaatregelen afgewezen.

Kort geding. Stichting Viruswaarheid vordert buiten effectstelling van alle coronamaatregelen die momenteel van kracht zijn. Omdat geen nieuwe feiten en omstandigheden worden aangevoerd en de bezwaren op dezelfde gronden zijn gebaseerd als in de Avondklokzaak (GZR 2021-0079), ziet de voorzieningenrechter geen ruimte om anders te oordelen dan het hof daarin deed. Voorts zijn de maatregelen nu in een ministeriële regeling opgenomen die is gebaseerd op hoofdstuk Va Wpg, welk hoofdstuk van toepassing is op de COVID-19-epidemie. Er is voldoende wettelijke basis voor de maatregelen. De voorzieningenrechter wijst het gevorderde af.

Informatie over vergoeding kosten bij verwijzing naar GZ-psycholoog.

Klaagster had volgens de Geschillencommissie Huisartsen zelf moeten onderzoeken of de aanvullende behandeling, waaronder een behandeling bij een GZ-psycholoog, onder de dekking van haar zorgverzekering viel.