Delen informatie over minderjarige kinderen met Raad voor de Kinderbescherming volgens toepasselijke KNMG-wegwijzer.

Klacht over het delen van gegevens over minderjarige kinderen met de Raad voor de Kinderbescherming door een huisarts. Ongegrond, omdat de huisarts in deze kwestie zorgvuldig, volgens de toepasselijke KNMG-wegwijzer, heeft gehandeld.

Klacht tegen verplichte anticonceptie door middel van de prikpil.

Het accepteren van de prikpil moet volgens de rechtbank worden beschouwd als het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten. In casu voldoet deze vorm van verplichte zorg aan de voorwaarden die de Wvggz stelt.

Familievereniging belanghebbende bij voorgenomen concentratie.

De familievereniging van een instelling voor cliënten met een verstandelijke beperking maakt bezwaar tegen het goedkeuringsbesluit van de NZA inzake een juridische fusie tussen een instelling voor cliënten met een verstandelijke beperking en een instelling voor ouderenzorg. De NZA heeft het bezwaar van de familievereniging niet-ontvankelijk verklaard met de motivering dat de familievereniging geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2 lid 1 Awb, maar dat er sprake is van een afgeleid belang, dat ontleend is aan de samenwerkingsovereenkomst tussen de raad van bestuur, de cliëntenraad en de familievereniging. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de familievereniging belanghebbende is in de zin van artikel 1:2 lid 1 Awb en dat de samenwerkingsovereenkomst niet in de weg staat aan de belanghebbendheid van de familievereniging.

Geen instemming besluit – toetsing door LCvV.

De cliëntenadviesraad (hierna: CAR) heeft aan de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (hierna: LCvV) gevraagd om het voorgenomen besluit tot het definitief laten vervallen van de avondverstrekking heroïne aan de Wet medezeggenschap cliënten zorgsector (Wmcz) te toetsen. Bij de beoordeling van het geschil oordeelt de LCvV ten aanzien van de situatie waarin sprake was van een ‘tijdelijk besluit’ om tijdelijk de avondverstrekking te laten vervallen, dat de Wmcz (oud) niet op juiste wijze is nageleefd. De LCvV verleent toestemming voor het voorgenomen besluit om de avondverstrekking definitief te laten vervallen, op grond van de aanwezigheid van zwaarwegende redenen.

Maximale geldigheidsduur van de machtiging tot voortzetting crisismaatregel.

Maximale geldigheidsduur machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is zes weken indien de officier tijdig een verzoek voor een zorgmachtiging heeft ingediend.

Beklaagde is als lid van de calamiteitencommissie van een ziekenhuis in de functie van medical safety officer aangeklaagd door klagers. Het RTG acht klagers wel ontvankelijk, maar de klachten ongegrond.

Beklaagde, lid van de calamiteitencommissie van het ziekenhuis in de functie van medical safety officer, is aangeklaagd door klagers wegens een aantal zaken die naar hun mening in het natraject na een calamiteit met betrekking tot hun overleden zoontje verwijtbaar onjuist of onvolledig zijn gedaan. Het RTG oordeelt dat klagers wel ontvankelijk zijn in hun klacht, maar dat de klachten ongegrond zijn.

Zelfstandig verrichten van voorbehouden handelingen door mondhygiëniste voldoet niet aan voorwaarden. Tandarts verantwoordelijk voor praktijkorganisatie. Berisping.

In een tandartspraktijk is een patiënt behandeld door een mondhygiëniste zonder dat aan de wettelijke voorwaarden voor het verrichten van voorbehouden handelingen is voldaan. Strijd met de wet en met de Richtlijn opdrachtrelatie voorbehouden handelingen tandarts-mondhygiënist. Tandarts niet verantwoordelijk voor het handelen van de mondhygiënist, wel voor de praktijkorganisatie. Tandarts krijgt berisping.

Verstrekking van maatwerkvoorziening kan niet afhankelijk worden gesteld van het resultaat van een onderzoek achteraf.

Het college had het door hem gewenste onderzoek voorafgaand aan het nemen van het besluit moeten uitvoeren om vervolgens naar aanleiding van de resultaten van dat onderzoek te beslissen of de voorziening wel of niet wordt verstrekt.

Consistente toepassing van buitenwettelijk begunstigend beleid voor beoordeling of maatwerkvoorziening kwalificeert als algemeen gebruikelijk.

Aanvraag maatwerkvoorziening voor een douchecabine terecht afgewezen omdat een douchecabine een algemeen gebruikelijke voorziening is. Consistent toegepast buitenwettelijk begunstigend beleid.

Weigeren uitgestoken hand geen gewichtige reden voor beëindiging behandelovereenkomst en dat toch doen is in strijd met artikel 7 AWGB, 1 Gw en 9 EVRM.

Een vrouw weigert op grond van haar geloofsovertuiging een uitgestoken hand, waarop de arts de reeds aangevangen behandeling afbreekt. Dat laatste is in strijd met artikel 7 AWGB, 1 Gw en 9 EVRM en geen gewichtige reden voor beëindiging (art. 7:460 BW). De normen in artikel 1 Gw en 9 EVRM kunnen in dit geding worden getoetst omdat de AWGB de facto een uitwerking is van de daarin vervatte bepalingen. Geen immateriële schade: psychisch onbehagen is onvoldoende om te spreken van (geestelijk) letsel; geen integriteitsschade nu er omtrent de gevolgen voor de vrouw te weinig is komen vast te staan.