Onthouden instemming voorgenomen besluit inzake voor cliënten geldende regeling.
De Centrale Cliëntenraad (CCR) van een zorginstelling heeft niet ingestemd met het voorgenomen besluit van de zorginstelling waarbij zij aan opgenomen cliënten de kosten gaat doorberekenen voor (i) de tv-aansluiting, (ii) het wassen van kleding (niet zijnde platgoed), en (iii) vervoersdiensten. Tevens heeft de CCR niet ingestemd met het voorgenomen besluit tot het terugbrengen van de uitkering die de zorginstelling betaalt aan tbs-verpleegden naar het wettelijk minimum van het zak- en kleedgeld.
De zorginstelling verzoekt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (hierna: LCvV) om toestemming te geven ten aanzien van deze vier punten (art. 8 lid 6 Wmcz 2018). De LCvV oordeelt dat het onthouden van de instemming door de CCR niet onredelijk is en dat er ook geen sprake is van een dringende bedrijfseconomische of bedrijfssociale noodzaak om het voorgenomen besluit in te voeren.
Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, 03-06-2021