X/Y

Een toezegging van de IGZ om geen klacht in te dienen brengt niet met zich dat de IGZ niet-ontvankelijk zou zijn in haar klacht. Artikel 65 lid 1 sub d Wet BIG moet ruim worden opgevat en veronderstelt tevens een rechtens te dienen belang. Of de beroepsbeoefenaar weer in staat kan worden geacht verantwoorde zorg te bieden en weer aan het werk zou kunnen, is een vraag die door de IGZ moet worden beantwoord en niet door het college. Het college toetst primair de kwaliteit van het ter discussie gestelde handelen van de beroepsbeoefenaar.

X/Y

Onherstelbaar gebrek aan vertrouwen waardoor verdere samenwerking onmogelijk is. Een lange voorgeschiedenis, steun van de maatschap en het stafbestuur aan de opzegging, kunnen gewichtige redenen zijn voor opzegging van de toelatingsovereenkomst. Het ziekenhuis heeft een inspanningsplicht om problemen binnen een maatschap op te lossen en dient hierbij de objectiviteit te waarborgen. Het ziekenhuis is verplicht de betrokken arts de gelegenheid te geven te reageren op de tekst van het rapport alvorens op basis daarvan definitieve beslissingen te nemen. Bijzondere omstandigheden rechtvaardigen een billijkheidsvergoeding.

A/C

Het gaat in deze zaak om het handelen van een arts in zijn privétijd, waarvan de Inspectie voor de Gezondheidszorg van oordeel is dat de tweede tuchtnorm zoals neergelegd in artikel 47 eerste lid onder b Wet BIG is geschonden. Het College oordeelt dat de Inspectie niet-ontvankelijk is in haar klacht. Het handelen van de arts vond plaats in de privésfeer en daarbij had de arts niet de hoedanigheid van arts. 

MEER GGZ / Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V. c.s.

De Rechtbank Noord-Nederland oordeelt in de onderhavige kwestie dat Achmea c.s. de in haar zorginkoopdocument genoemde tarieven ook na afloop van de oorspronkelijke inschrijftermijn heeft mogen wijzigen. Daartoe waren Achmea c.s. bevoegd op grond van het in het zorginkoopdocument opgenomen algemene wijzigingsbeding.

A/B

In deze zaak gaat het om een verpleegkundige, werkzaam met kinderen, tegen wie in 2012 de verdenking is ontstaan van het voorhanden hebben van kinderpornografische afbeeldingen. Dit materiaal is op zijn computer aangetroffen en om die reden heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg besloten een bevel ex artikel 87a Wet BIG op te leggen. De Inspectie is van mening dat het een schending betreft van de tweede tuchtnorm uit de Wet BIG. Het College oordeelt dat de handelingen van de verpleegkundige zijn weerslag hebben op het belang van de individuele gezondheidszorg en legt de maatregel van een gedeeltelijke ontzegging op.

A/C

In deze zaak staat het handelen van een huisarts centraal in het kader van informatieverstrekking aan de Raad voor de Kinderbescherming. De ingediende klacht ziet op het verstrekken van informatie, zonder toestemming van klager, aan de Raad en op de inhoud van de informatie die daarbij door de huisarts was verstrekt. Het college oordeelt dat de huisarts contact had dienen op te nemen met klager, bij voorkeur voor het verkrijgen van toestemming, dan wel zich had moeten vergewissen van de toestemming. Daarnaast oordeelt het college dat de huisarts bij het verstrekken van informatie zich had dienen te beperken tot feitelijkheden.

Stichting Medisch Centrum Haaglanden/Stichting 't Lange Land Ziekenhuis

Een betalingsregeling tussen twee ziekenhuizen bracht niet het bewijs met zich van de door het MCH gestelde voortzetting van de overeenkomst met 't Lange Land Ziekenhuis tot dienstverlening op het gebied van microbiologie en pathologie.

OM/X

In deze zaak gaat het om een strafrechtelijke vervolging van een arts. Hem is – kort gezegd – seksueel misbruik van meerdere patiënte ten laste gelegd. De rechtbank achtte dit bewezen. Hem werd daarvoor een gevangenisstraf van vijf jaren opgelegd. Als bijkomende straf werd de ontzetting uit het recht tot directe of indirecte uitoefening van een beroep in de gezondheidszorg of maatschappelijk zorg voor de duur van tien jaren bevolen.

A, B/tandarts X

Schadevordering jegens tandarts wegens toerekenbaar tekortschieten. Motiveringsklacht tegen overwegingen van het hof. Hoge Raad is het eens met de klacht: het hof heeft verzuimd een essentiële omstandigheid in acht te nemen.

Stichting Carint-Reggeland Groep/X

Per 1 januari 2013 mogen topfunctionarissen en werkgevers die onder de Wet Normering Topinkomens (WNT) vallen geen beëindigingsvergoeding van meer dan € 75.000 bruto overeenkomen. In een ontbindingsprocedure of in een kennelijk onredelijk ontslagprocedure mag een rechter wel een hogere vergoeding opleggen. Uit rechtspraak blijkt dat rechters meestal niet van de WNT afwijken. In dit geval week de kantonrechter wel af van de WNT, in het voordeel van de functionaris. De vraag is of hier sprake was van een voorgekookt verhaal.