Update
Geachte heer/mevrouw,
Graag voorzien wij u ook dit jaar van de laatste informatie op het terrein van het Gezondheidsrecht. Bijgaand treft u dan ook een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Misbruik van het tuchtrecht
De eerste uitspraak die ik wil belichten, betreft een oordeel van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in een geschil tussen een broer en een zus (GZR 2022-0332). De zus is huisarts en heeft onder meer in het kader van de onderbewindstelling en mentorschap van hun vader uitlatingen gedaan over de gezondheidstoestand van de vader; hij zou Alzheimer hebben. De broer heeft vervolgens een klacht ingediend over zijn zus stellende dat zij bewust onjuiste mededelingen over de vader heeft gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg verklaarde de broer in zijn klacht niet-ontvankelijk waarna deze hoger beroep instelde.
Bijzonder is vervolgens dat het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg oordeelde dat sprake was van misbruik van het tuchtrecht. Het argument daarvoor was dat de broer zelf op een CIZ-aanvraag had ingevuld dat de vader Alzheimer had. Korte metten dus…
Berisping vervallen vanwege gelijktijdige berisping in vergelijkbare zaak
De tweede uitspraak is ook afkomstig van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (GZR 2022-0333). In deze zaak stond het handelen van een arts ter discussie die ten tijde van het handelen niet langer als plastisch chirurg geregistreerd stond. Tegen de arts waren twee vergelijkbare klachten ingediend (betreffende onduidelijkheid titel/hoedanigheid). De zaken waren niet gevoegd maar wel min of meer gelijktijdig behandeld en in beide zaken was de arts berispt. Dat is te veel van het goede aldus het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Waren de zaken wel gevoegd behandeld, dan zou er slechts één berisping zijn opgelegd. Geoordeeld werd aldus dat in de onderhavige kwestie waarvan de arts in hoger beroep was gekomen, de berisping kwam te vervallen.
Niet-ontvankelijkheid wegens ontbreken van belang
Ook de derde uitspraak is van tuchtrechtelijke aard (GZR 2022-0336). In deze zaak diende een niet-praktiserend arts (n.p.), tevens docent, een klacht in tegen een getuige-deskundige die in een strafzaak tegen een huisarts een verklaring had afgelegd. Deze huisarts werd verdacht van moord op zijn schoonmoeder. Nadien was een artikel in de krant verschenen waarin de verklaring van de getuige-deskundige uit de doeken werd gedaan. Naar aanleiding daarvan diende de arts n.p./docent de klacht in. Zowel het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg als het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg oordeelde dat deze arts n.p. in haar klacht niet kon worden ontvangen. Het enkele feit dat een arts het niet eens is met de professionele opvatting van een collega-arts, rechtvaardigt niet dat die opvatting door die arts ter beoordeling aan de tuchtrechter kan worden voorgelegd. Ook een educatief belang is niet een eigen belang als bedoeld in de Wet BIG. Dat geldt evenzeer voor de emotionele en morele last die klaagster ervaart alsook voor het belang dat klaagster stelt te hebben bij het aantonen van onjuistheden in de verklaring van de getuige-deskundige, omdat zij – naar eigen zeggen – in het hoger beroep in dezelfde strafzaak ook als deskundige is of zal worden opgeroepen. Ten slotte staat het belang van patiënten dat zij moeten kunnen vertrouwen op hun artsen en op de rechtsstaat, in een te ver verwijderd verband, dan wel is het te algemeen om als rechtstreeks belang van klaagster (als niet-praktiserend arts) te gelden. Aldus het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. En tot slot: een beoordeling in verband met het algemeen belang zou een oneigenlijk gebruik van het tuchtrecht zijn.
Annotaties
Graag wijs ik u ook op een nieuwe annotatie. Joost Wasser (Holla Tax & Legal) schreef op zijn eigen wijze een lezenswaardige stuk over artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, getiteld Nihil es miserius …. Kapstok is de uitspraak van de rechtbank Amsterdam (GZR 2022-0314). Deze rechtbank sprak een schuldig verklaring zonder oplegging van straf uit. Joost geeft zijn visie, betrekt de wetsgeschiedenis en andere uitspraken.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad De hoorplicht ex artikel 7:1 lid 3 Wvggz is geschonden bij het opleggen van een crisismaatregel. De burgemeester heeft zich onvoldoende ingespannen om betrokkene te horen. Dit verzuim tast de rechtmatigheid van de crisismaatregel aan. 23-12-2022
- Hoge Raad Van de bevoegdheid van de medewerker van het CIZ om een verzoek om een rechterlijke machtiging in te dienen, dient bewijs te worden verstrekt, als de betrokkene hierom verzoekt. Aan dat verzoek van de betrokkene kunnen geen bijzondere eisen worden gesteld. Het voorgaande lijdt uitzondering indien de bevoegdheid van de medewerker blijkt uit een voor eenieder toegankelijk, gepubliceerd besluit van het CIZ. 23-12-2022
- Hoge Raad Wet zorg en dwang. Machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van een betrokkene die zich in voorlopige hechtenis bevindt. Hoge Raad oordeelt dat het verlenen van een machtiging onder de opschortende voorwaarde dat de voorlopige hechtenis wordt geschorst of beëindigd toelaatbaar is. Een dergelijke machtiging kan niet meer ten uitvoer worden gelegd wanneer meer dan vier weken na haar dagtekening zijn verlopen. 16-12-2022
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het door het hof gevraagde NIFP-onderzoek naar de noodzaak van verlenging van de machtiging uithuisplaatsing is door de wachtlijst bij het NIFP nog niet gestart. Het hof ziet niet langer de meerwaarde van een dergelijk onderzoek. 20-12-2022
- Gerechtshof Amsterdam Geschil over uitleg standpunt Zorginstituut aangaande 'lipofilling' bij borstreconstructie. Het hof oordeelt dat behandeling door zorgverzekeraar moet worden vergoed. 29-11-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Arrest na verwijzing Hoge Raad; vervolg op GZR 2020-0180. Doorslaggevend is of de oogarts destijds heeft gehandeld als een redelijk handelend en redelijk bekwaam oogarts bij de keuze voor en implantatie van de Miragelplombe. Een strengere eis voor het implantaat vloeit uit de term ‘state of the art’ niet voort. Met het verweer van de patiënt dat de keuze voor de plombe destijds weliswaar ‘state of the art’ was, maar dat de plombe zelf niet langer ‘state of the art’ was, gaat het hof niet mee. Stelplicht bij de patiënt. Die stelt onvoldoende om tot de conclusie te komen dat de plombe niet ‘state of the art’ was. Het ziekenhuis is niet aansprakelijk. 05-04-2022
- Gerechtshof Den Haag Schadevergoeding wegens overschrijding van de termijn ex artikel 5:16 Wvggz (beslissing officier van justitie). De door de rechtbank toegekende schadevergoeding van € 20 per dag is volgens het hof niet in overeenstemming met de door verweerster geleden schade. Het hof matigt de schadevergoeding tot € 5 per dag dat de termijn is overschreden. 16-02-2022
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Namens een uitgetreden medisch specialist en het MSB moet gezamenlijk een bindend advies worden aangevraagd bij de Federatie Medisch Specialisten als zich een knelpunt/dispuut over goodwillvergoeding voordoet bij uittreding van een lid uit het Medisch Specialistisch Bedrijf. Dit volgt uit het geldende reglement. 04-01-2023
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Een zorgaanbieder mag de overeenkomst met een bewoner in het kader van begeleid wonen opzeggen op grond van aanhoudende incidenten en het weigeren van begeleiding. Er waren gewichtige redenen om de zorgovereenkomst op te zeggen en de zorgaanbieder heeft voldaan aan de in acht te nemen zorgvuldigheid bij de opzegging van de overeenkomst. Hierdoor mag de bewoner niet terugkeren naar zijn voormalige woning bij de zorgaanbieder. 02-01-2023
- Rechtbank Oost-Brabant Gemeente Eindhoven legt meerdere conservatoir beslagen vanwege onrechtmatig en ondoelmatig geleverde en gedeclareerde zorg. Werkwijze onderzoek is niet voldoende zorgvuldig geweest. Tevens is er te weinig gewicht toegekend aan het welzijn van de jeugdigen en de medewerkers. 23-12-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Per abuis is indirect cliëntgebonden zorg niet eerder gedeclareerd. Contractueel beding mag niet redelijkerwijs zo worden uitgelegd dat daarmee aan de zorgaanbieder de mogelijkheid wordt ontnomen om een fout als deze te herstellen. De Gemeente heeft een grote verantwoordelijkheid bij de verlening en financiering van jeugdzorg. 21-12-2022
- Rechtbank Den Haag Volgens Coöperatie Laatste Wil handelt de Staat onrechtmatig door het verbod op hulp bij zelfdoding te handhaven in gevallen van een weloverwogen zelfgekozen levenseinde zonder ernstig en uitzichtloos lijden door medische oorzaak. Bij de regulering van hulp bij zelfdoding heeft de Staat een evenwicht moeten vinden tussen de bescherming van het recht op leven (art. 2 EVRM) en de bescherming van het recht op eerbiediging van het privéleven (art. 8 EVRM). De rechtbank is van oordeel dat als het verbod op hulp bij zelfdoding een inmenging in het recht op privéleven zou meebrengen, deze inmenging gerechtvaardigd is. De Staat handelt niet onrechtmatig. 14-12-2022
- Rechtbank Noord-Nederland Verzoekschrift bekrachtiging schriftelijke aanwijzing. Een vrouw is zwanger van haar vijfde kind. Het ouderlijk gezag over de vier eerdere kinderen is beëindigd in verband met ernstige verwaarlozing. In aanloop naar de bevalling weigert de moeder verloskundige en gynaecologische zorg. De Jeugdbescherming geeft de moeder een schriftelijke aanwijzing die haar verplicht daaraan wel mee te werken. Het verzoek de aanwijzing te bekrachtigen wijst de kinderrechter af. Vanwege het ontbreken van een wettelijke basis leidt uitvoering ervan tot een onaanvaardbare inbreuk op het privéleven en de lichamelijke integriteit van de moeder. 05-12-2022
- Rechtbank Rotterdam Wzd-klacht gegrond met betrekking tot het niet opnemen van onvrijwillige zorg in het behandelplan via het stappenplan. Aanspraak op schadevergoeding voor het niet in acht nemen van de eisen die de Wzd stelt ten aanzien van onvrijwillige zorg. Dit heeft geleid tot een ernstige inbreuk in van het leven van betrokkene. Een schadevergoeding van € 5 euro per dag is billijk (totaal € 875). 05-12-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Kort geding. Bij een vrouw wordt in 2018 borstkanker vastgesteld. Dat had volgens de vrouw al in 2015 gekund, waarvoor zij zich baseert op een gezamenlijke expertise. Naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter kleven er echter zwaarwegende en steekhoudende bezwaren aan het deskundigenrapport. De vrouw maakt in het kader van dit kort geding onvoldoende aannemelijk dat het ziekenhuis aansprakelijk is. De voorzieningenrechter wijst het gevorderde voorschot van € 190.000 af. Hij weegt daarbij de hoogte van het gevorderde smartengeld mee, alsook dat het ziekenhuis al € 100.000 betaalde. 30-11-2022
- Rechtbank Den Haag Kort geding. Na overlijden blijkt dat een vrouw een testament heeft opgesteld waardoor aan twee dochters minder wordt nagelaten dan uit de wettelijke verdeling volgt. Er zijn aanwijzingen dat de vrouw wilsonbekwaam was en één dochter start een bodemprocedure ter nietigverklaring van het testament. Daartoe moet zij een medische verklaring overleggen. Zij vraagt het verpleeghuis en de huisarts om inzage in het medisch dossier van de vrouw, maar die weigeren dat met een beroep op het medisch beroepsgeheim. De voorzieningenrechter acht echter aan alle vereisten van artikel 7:458a BW voldaan. De huisarts en het verpleeghuis moeten, over een beperkte periode, aan een door de dochter aangewezen medisch deskundige, inzage verlenen. 24-11-2022
- Rechtbank Limburg Deelgeschil. Een ziekenhuis mist een positieve hepatitis C-uitslag waardoor de overlevingskans van een vrouw daalt van nagenoeg 100% naar 0%. Partijen debatteren over de omvang van het smartengeld. De vrouw vordert € 275.000 en verwijst daarvoor naar twee rechterlijke uitspraken en naar één tussen partijen getroffen regeling. De rechtbank sluit na uitgebreide overwegingen aan bij de zaak van de uroloog (GZR 2019-0274). De rechter dient bij het begroten van smartengeld te letten op bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend. De rechtbank acht zich niet gebonden aan wat in vergelijkbare gevallen minnelijk is overeengekomen. De rechtbank vindt een smartengeld van € 125.000 billijk. 21-10-2022
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Tegen een internist-oncoloog zijn gelijktijdig twaalf tuchtklachten ingediend. Een deel van de klachten is gegrond en deze leiden tot waarschuwingen. Het verwijt dat zij een bepaalde periode niet BIG-geregistreerd was, leidt eenmaal tot een waarschuwing. 13-01-2023
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Neuroloog weigert een second opinion, die door klager wordt gevraagd. Later blijkt haar weigering gebaseerd op de verkeerde conclusie over de diagnose. Daarom waren haar 'zwaarwegende bezwaren' zonder grond. Strijd met KNMG-gedragsregel. Waarschuwing. 09-01-2023
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Een psychiater die op meerdere essentiële onderdelen van de beroepsuitoefening tekortschiet jegens een kwetsbare jonge cliënt, krijgt een onvoorwaardelijke schorsing voor drie maanden opgelegd, mede omdat hij onvoldoende geleerd heeft van eerdere, vergelijkbare tuchtrechtelijke verwijten. 04-01-2023
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klinisch psycholoog schendt geheimhoudingsplicht door het verloop van de intake en de conclusies aan de rechtbank kenbaar te maken. De rechtbank heeft eerder vervangende toestemming verleend voor de intake betreffende de negenjarige zoon. Berisping. 02-01-2023
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Een vrachtwagenchauffeur heeft een klacht tegen de psychiater ingediend die hem in het kader van zijn rijbewijsverlenging psychiatrisch heeft onderzocht. Volgens de chauffeur heeft de psychiater het onderzoek onterecht uitgebreid naar een alcoholonderzoek en heeft zij vervolgens te veel waarde gehecht aan de uitslag van het onderzoek. Het RTG is met de chauffeur van oordeel dat de psychiater niet enkel op basis van de uitkomsten van het alcoholonderzoek tot een negatief advies over de rijgeschiktheid had mogen komen en dat haar adviesrapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. 30-12-2022
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Een huisarts heeft bedenkingen bij het verzoek van een psychiater medewerking te verlenen bij de uitvoering van de euthanasie van de patiënt. Zij heeft een redelijke bedenktijd genomen. Zij had wellicht proactiever kunnen zijn, maar haar treft geen enkel tuchtrechtelijk verwijt. 20-12-2022
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klaagsters verwijten de internist-oncoloog onder meer structureel grensoverschrijdend gedrag en het opdragen van taken aan de verpleegkundige (klaagster sub 3) waarvoor zij destijds niet bevoegd was. Het RTG oordeelt dat alle klachtonderdelen gegrond zijn en dat doorhaling van de inschrijving van de internist in het BIG-register de enige passende maatregel is. Het CTG volgt het oordeel van het RTG, ook wat betreft de opgelegde maatregel. 19-12-2022
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Een voormalig bewindvoerder van de in deze zaak betrokken cliënte klaagt over een gz-psycholoog. Deze gz-psycholoog wordt door klager – en het RTG in eerste aanleg – onzorgvuldige dossiervoering verweten en aan haar wordt een maatregel van berisping opgelegd. Het CTG concludeert echter dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht en vernietigt de beslissing in eerste aanleg. 14-12-2022
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Een arts heeft in twee verschillende tuchtzaken door het RTG een berisping opgelegd gekregen wegens gegrond verklaarde tuchtrechtelijke verwijten. Dit betrof in beide zaken het laten bestaan van onduidelijkheid over zijn titel/hoedanigheid van plastisch chirurg, het niet in acht nemen van de professionele afstand en inadequate dossiervoering. Het CTG oordeelt om die reden dat de berisping in deze zaak komt te vervallen. 14-12-2022
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht van klaagster tegen ziekenhuisbestuurder omtrent behandeling van overleden moeder ongegrond verklaard. RTG had zaak wel dienen te verwijzen naar aangrenzend college, vanwege het feit dat beklaagde lid-beroepsgenoot is van het betreffende college. Klacht valt onder de tweede tuchtnorm. 14-12-2022
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg De in deze zaak aangeklaagde huisarts heeft in eerste aanleg van het RTG Eindhoven de maatregel van berisping opgelegd gekregen, omdat hij volgens het RTG onder meer niet voldoende had aangedrongen op een crisisbeoordeling van de patiënt en onvoldoende nazorg aan de nabestaanden van de patiënt na diens suïcide had geboden. Het CTG komt tot een andere conclusie, namelijk dat de huisarts geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt en vernietigt de beslissing van het RTG. 07-12-2022
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager heeft bij het RTG een klacht ingediend tegen de huisarts. Het RTG heeft klager in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard. Klager heeft tegen die beslissing beroep ingesteld. Het CTG neemt het oordeel van het RTG over en oordeelt daarnaast dat er sprake is van misbruik van recht. 07-12-2022
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Een journalist heeft een artikel in de krant gewijd aan een strafzaak tegen een huisarts die wordt vervolgd voor de moord op zijn schoonmoeder. Verweerder is als getuige-deskundige benoemd door de rechtbank en heeft in de strafzaak een verklaring afgelegd. Klaagster, een arts tevens docent, meent – op basis van het krantenartikel – dat verweerder onzorgvuldig heeft verklaard en dient een klacht tegen hem in. Zowel het RTG als het CTG is van oordeel dat klaagster niet-klachtgerechtigd is en derhalve niet in haar klacht kan worden ontvangen. 07-12-2022
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klaagster is voor controle gezien door de TOA na een staaroperatie aan beide ogen. De TOA vond geen afwijkingen. De zoon van klaagster (tevens oogarts) heeft – desgevraagd – meegekeken en zag cellen in haar linkeroog. Verweerder besloot – mede op basis van de slechte verstandhouding tussen hem en de zoon van klaagster – klaagster niet zelf te onderzoeken, maar het beleid te continueren. Het RTG verklaart de klacht ongegrond. Klaagster is inmiddels overleden. Haar zoon wordt ontvangen in het door hem namens klaagster ingestelde beroep bij het CTG. Het CTG is, anders dan het RTG, van oordeel dat de discrepantie tussen de waarneming van de TOA en de zoon van klaagster voor verweerder aanleiding had moeten zijn om zelf onderzoek te verrichten. Dat hij dit heeft nagelaten kan verweerder tuchtrechtelijk worden verweten. 07-12-2022
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager stelt tijdig beroep in maar vult de gronden van beroep niet aan, ondanks diverse brieven van het CTG hierover. Gesteld wordt dat brief met termijn niet is ontvangen en gevraagd is om instructies. Dit is niet aannemelijk gemaakt. 07-12-2022
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie ziekenhuizen Omdat er geen sprake was van een behandelovereenkomst gesloten tussen de moeder van de patiënt en de zorgaanbieder en er geen bestaande behandelovereenkomst tussen de zorgaanbieder en de patiënt zelf is, acht de commissie zich niet bevoegd het geschil in behandeling te nemen. 2022-01-13
- College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd Een tuchtprocedure is niet van gelijke aard als een procedure bij een klachtencommissie. De jeugdprofessional heeft door intern en extern overleg voldoende objectieve onderbouwing gezocht bij het besluit om geen melding te doen bij Veilig Thuis. 2022-11-17
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden De cliëntenraad van een zorginstelling voor intramurale zorg in diverse woonzorgcentra, woon-behandelcentra en zorgwoningcomplexen en zorg aan huis verzoekt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden te beoordelen of bij de cliënt de medezeggenschap op de juiste wijze wordt toegepast, in het bijzonder rondom de invoering van de nieuwe maaltijdvoorziening. De LCvV oordeelt dat bij het vaststellen en uitvoeren van het beleid 'eten en drinken' door de zorginstelling op de juiste wijze de medezeggenschap is toegepast en dat het inroepen van nietigheid ter zake door de cliëntenraad geen rechtsgevolg heeft, aangezien het instemmingsrecht in dezen bij de CCR belegd was. 2022-12-15
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Een cliëntenraad heeft bij de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (hierna: LCvV) een geschil voorgelegd over de vergoeding van de reiskosten van de voorzitter van de cliëntenraad. De LCvV oordeelt dat de voorzitter zich mocht baseren op de richtlijn en dat de instelling de declaraties dient te betalen. 2022-12-13