Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Onlangs liet ik op de LinkedIn-pagina van GZR-Updates aan u weten dat de Hoge Raad op 19 juni jl. arrest heeft gewezen in de Miragelplombe-zaak (GZR 2020-0180) en een prejudiciële beslissing heeft genomen in een van de PIP-borstimplantaat-zaken (GZR 2020-0179). Hoewel ze tot wat tumult leidden, kan ik inmiddels na grondige en herhaalde lezing zeggen dat ik de uitspraken in juridisch-technische zin begrijp.
Heel kort gezegd is de Hoge Raad in de Miragelplombe-kwestie van oordeel dat het gebruik van een plombe die naar de medische inzichten van destijds geschikt was voor haar doel en die ook overigens aan de wettelijk normen voldeed, geen tekortkoming oplevert. Het gebruik van een PIP-implantaat gevuld met industriële siliconen levert wel een tekortkoming op, want zo’n implantaat is naar de medische inzichten van destijds niet geschikt voor het doel waarvoor het implantaat is bedoeld. In het geval van de PIP-implantaten is dan de tweede stap of de tekortkoming kan worden toegerekend. Nee, zegt de Hoge Raad in welk verband hij wijst op de grootschalige fraude waardoor een eventuele grotere deskundigheid van de hulpverlener geen rol speelt en op de te verwachten toevloed aan vorderingen tot schadevergoedingen waarvoor hier te lande slechts een beperkte verzekerbaarheid bestaat in combinatie met het ontbreken van verhaal anderszins omdat de producent failliet is.
U kunt van mij over enige tijd een annotatie verwachten.
Annotaties
De annotatie die nu op de website staat is van de hand van Bas Wallage (Van Benthem & Keulen advocaten). Bas gaat in op een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (GZR 2020-0181), waarin werd geconcludeerd dat de jeugdhulpaanbieder in kwestie geen aanspraak kon maken op een vergoeding van kosten verband houdende met jeugdhulp; de jeugdhulpaanbieder had geen contract met de gemeente maar had in dit geval op verwijzing van een huisarts jeugdhulp verleend. De rechtbank oordeelde dat uit de Jeugdwet niet een algemene, ongeclausuleerde verplichting voor de gemeente volgt om de jeugdhulp die is verleend door een jeugdhulpverlener, waarnaar door de huisarts is verwezen, te vergoeden. Bas geeft zijn visie op dit oordeel.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Prejudiciële beslissing op GZR 2019-0235. De antwoorden van de Hoge Raad op de vragen van het Hof 's-Hertogenbosch: 1) het plaatsen van een PIP-implantaat dat industriële siliconen bevatte, levert een tekortkoming op in de nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst, maar kan de hulpverlener, of ingevolge de centrale aansprakelijkheid van art. 7:462 lid 1 BW het ziekenhuis, niet worden toegerekend, zodat geen aansprakelijkheid bestaat; 2) het plaatsen van een PIP-implantaat dat geen industriële siliconen bevatte, maar wel een verhoogde kans had op scheuren en lekken levert in beginsel een tekortkoming op, behalve als een dergelijk implantaat naar de medische inzichten van destijds state of the art was, waarvan de bewijslast op de hulpverlener rust. 19-06-2020
- Hoge Raad Beroep in cassatie van GZR 2018-0488. In artikel 6:77 BW is neergelegd dat wanneer bij de uitvoering van een verbintenis gebruik wordt gemaakt van een zaak die daartoe ongeschikt is, de tekortkoming die daardoor ontstaat de schuldenaar wordt toegerekend, tenzij dit onredelijk is. Volgens rechtbank en hof is de Miragelplombe een ongeschikte hulpzaak. De rechtbank achtte toerekening van de tekortkoming onredelijk, het hof achtte toerekening van de tekortkoming niet onredelijk. De Hoge Raad komt echter niet toe aan toepassing van artikel 6:77 BW: indien bij een geneeskundige behandeling een zaak in het lichaam van de patiënt wordt aangebracht die ten tijde van de behandeling ‘state of the art’ is, brengt het enkele feit dat de zaak op grond van naderhand opgekomen medische inzichten naar haar aard niet langer geschikt wordt bevonden voor de desbetreffende behandeling, niet mee dat het gebruik van die zaak als een tekortkoming moet worden aangemerkt. De Hoge Raad casseert en verwijst de zaak naar het Hof 's-Hertogenbosch. 19-06-2020
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Rechtbank kent schadevergoeding toe op grond van artikel 44 WZD. 18-05-2020
- Rechtbank Rotterdam Rechtbank wijst verzoek tot voortzetting rechterlijke machtiging af; onvoldoende duidelijk is of bij betrokkene sprake is van een stoornis in de zin van de Wvggz of de WZD. Tevens is de beslistermijn van drie weken overschreden. 30-04-2020
- Rechtbank Oost-Brabant Ongecontracteerde jeugdhulpaanbieder maakt geen aanspraak op vergoeding van geleverde zorg na verwijzing door de huisarts wanneer soortgelijke gecontracteerde hulp bij gemeente beschikbaar is. 26-03-2020