Naar boven ↑

Update

Nummer 14, 2018
Uitspraken van 06-07-2018 tot 18-07-2018
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er twee voor u uit.

Ziekenhuis niet aansprakelijk voor gebroken sheath
De eerste uitspraak die ik onder uw aandacht wil brengen, betreft een bindend advies van de Geschillencommissie Ziekenhuizen (GZR 2018-0308). Aan het advies ligt een klacht van een cliënt ten grondslag die erop neerkomt dat de cardioloog in kwestie toerekenbaar is tekortgeschoten bij de bij haar uitgevoerde operatie, omdat een deel van het daarbij gebruikte materiaal – een peelable sheath van een guide wire – in haar lichaam is achtergebleven. Dit is bij een latere operatie ontdekt. De geschillencommissie is echter tot het oordeel gekomen dat centrale aansprakelijkheid van het ziekenhuis hier niet op zijn plaats is. De geschillencommissie hanteert daarbij het uitgangspunt dat de cardioloog er in beginsel op mocht vertrouwen dat de gebruikte sheath geschikt was voor het medische doel waarvoor deze werd gebruikt; er is hoogst zelden sprake van een dergelijke breuk. Dat zou anders kunnen zijn in het geval er concrete aanwijzingen zijn dat de te gebruiken sheaths niet voldoen aan de daaraan te stellen eisen waardoor de cardioloog niet zonder meer kon uitgaan van de vereiste veiligheid. Dergelijke omstandigheden zijn in dit geval gesteld noch gebleken. Dat de cardioloog een onjuiste werkwijze heeft toegepast heeft de cliënte niet gesteld. In het medisch dossier van de cliënte noch in de overige door partijen overgelegde stukken heeft de commissie daarvoor aanwijzingen gevonden. Naar het oordeel van de geschillencommissie is dan ook niet aannemelijk geworden dat de cardioloog een medische fout heeft gemaakt en/of niet die zorg heeft betracht die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.

Openbaar Ministerie houdt ontlastende informatie achter, maar blijft ontvankelijk
De tweede uitspraak die ik onder uw aandacht wil brengen, betreft het oordeel van de strafrechter in een pgb fraudezaak (GZR 2018-0312) en dan in het bijzonder het oordeel over de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Verdacht werden drie zorginstellingen uit Twente en Katwijk en zeven van hun bestuurders. Zij voerden onder meer ter verdediging aan dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou zijn, omdat informatie, die voor de beoordeling van de zaak essentieel is, door het Openbaar Ministerie niet aan het dossier zou zijn toegevoegd. Deze informatie was vervolgens ten onrechte niet betrokken bij de beoordeling om (al dan niet) tot vervolging over te gaan.
De rechtbank stelde voorop dat de niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie slechts in uitzonderlijke gevallen voor toepassing in aanmerking komt.
De rechtbank stelde vervolgens vast dat het Openbaar Ministerie niet had uitgezocht of er sprake was geweest van een ‘gedoogconstructie’ zoals de verdediging steeds had aangevoerd. Dit kan niet; het (niet) handelen van het Openbaar Ministerie verhoudt zich niet met zijn taak van de objectieve waarheidsvinding, aldus de rechtbank. Ter beantwoording van de vraag of dat moet leiden tot niet-ontvankelijkheid dient volgens de rechtbank te worden bezien of sprake is van een ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak tekort is gedaan. Bij de beoordeling van de vraag of verdachtes recht op een eerlijke behandeling is geschonden, moet niet enkel naar het voorbereidend onderzoek worden gekeken, maar naar het strafproces in zijn geheel. Daarbij achtte de rechtbank in dit geval van belang dat de verdediging ruimschoots onderzoekswensen had geformuleerd die grotendeels zijn ingewilligd, waardoor de rechtbank alsnog over een dossier beschikte waarin zowel belastend als ontlastend materiaal was opgenomen. Over het strafproces in zijn geheel kon daarom niet worden geconcludeerd dat het recht van verdachte op een eerlijke behandeling tekort is gedaan. De conclusie was dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is gebleven in zijn recht op vervolging.
De verdachte personen werden overigens vrijgesproken van frauduleuze handelingen.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Deze keer treft u een annotatie van Liane Versteeg bij een uitspraak van College van Beroep van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (GZR 2018-0215). Onderwerp van de uitspraak en van de annotatie is een psycholoog die ondanks de uitdrukkelijke weigering van de gezaghebbende vader besloot hulp in de vorm van een IQ-test en vragenlijsten aan de destijds 15-jarige zoon van de vader te gaan bieden. Zij heeft de vader daarover niet zelf geïnformeerd, maar dit naar eigen zeggen overgelaten aan de gezinsvoogd. Het College van Beroep concludeerde dat de psycholoog gerechtvaardigd op grond van de uitzondering van artikel 7:450 lid 2 BW, namelijk dat de zoon de behandeling weloverwogen bleef wensen na de weigering van vader, had gehandeld. Omdat de psycholoog hiermee afweek van de toepasselijke Beroepscode voor Psychologen had zij wel vooraf overleg moeten hebben met collega’s en vader zelf moeten informeren.
Liane gaat in op het toestemmingsvereiste in situaties als de onderhavige en betrekt daarbij ook de andersluidende uitspraak van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd.

Scripties
Vele scripties zijn geschreven en een aantal is gepubliceerd op onze website.
De eerste is van de hand van Katinka Wesseling (UvA). Zij schrijft over het Europees waarschuwingssysteem voor artsen met een beroepsbeperking en beantwoordt de vraag of met dit mechanisme de Nederlandse patiënt voldoende beschermd wordt.
De tweede is van de hand van Kim Hogeman (UvA). Kim schrijft over de proportionele aansprakelijkheid in het kader van het verhaal van zorggerelateerde schade. Zij poneert in dat verband twee stellingen en komt met een conclusie over de toepassing van de proportionele aansprakelijkheid en de verloren kans.
De derde is van Isabelle Kornelis (UvA). Isabelle koos ervoor onderzoek te doen naar de juridische erkenning van personen met een intersekse conditie binnen het Nederlands recht, bezien vanuit de Europese en internationale kinder- en mensenrechten.
De vierde scriptie is geschreven door Merel Spaander (UvA). Merel koos ervoor over de Embryowet te schrijven en stelde de vraag of het daarin opgenomen verbod met betrekking tot het kweken van menselijke embryo’s voor de wetenschap voorlopig houdbaar is of wetenschappelijk achterhaald.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Van belang is dat de Eerste Kamer heeft ingestemd met het voorstel tot wijziging van de Wet BIG. Van belang is tevens dat inmiddels een voorstel tot wijziging van Boek 7, titel 7, afdeling 5 BW (WGBO) bij de Tweede Kamer is ingediend.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Vakantiestop
In verband met de zomervakantie wordt de update een keer overgeslagen. De eerstvolgende verschijnt op 17 augustus 2018.

Een hele goede zomer!

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges

Uitspraken zonder ECLI