Naar boven ↑

Update

Nummer 8, 2015
Uitspraken van 03-04-2015 tot 16-04-2015
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Medezeggenschapsstructuur in strijd met artikel 2 Wmcz
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, betreft een uitspraak van het Gerechtshof Den Bosch (GZR 2015-0152). Aan het hof werd een geschil over de medezeggenschapsstructuur binnen een zorginstelling voorgelegd. Deze structuur was met ingang van 1 januari 2015 gewijzigd, zonder de lokale cliëntenraden bij die wijziging te betrekken. Het hof heeft zich gebogen over de vraag of de lokale cliëntenraden kunnen worden erkend als cliëntenraad in de zin van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstelling (WMCZ) (en zij dus moeten worden betrokken bij besluitvorming over de nieuwe structuur) en of de zorginstelling alsnog de informatieplicht uit artikel 5 Wmcz moet naleven. Het hof heeft in dat verband geoordeeld dat de zorginstelling in strijd heeft gehandeld met artikel 2, eerste lid, Wmcz door de nieuwe structuur niet ‘van onderop’ te organiseren. Ten aanzien van informatieplicht als bedoeld in artikel 5 Wmcz heeft het hof geoordeeld dat niet de burgerlijke rechter, maar de commissie van vertrouwenslieden ter zake van deze vordering bevoegd is. Artikel 10, tweede lid, Wmcz strekt zich namelijk niet uit tot vorderingen uit hoofde van artikel 5, eerste lid, Wmcz.

Toevalsbevinding? Check
De tweede uitspraak die interessant is om te lezen, betreft een kwestie van aansprakelijkheid van een ziekenhuis voor het handelen van zijn neurologen en radiologen (GZR 2015-0153). Deze artsen hadden in de periode 2003, 2004 en 2006 beelden gemaakt van het hoofd en de hersenen van een vrouw. Deze vrouw had klachten als gevolg van een auto-ongeluk. Op de beelden waren geen afwijkingen te zien die in verband konden worden gebracht met het ongeval. Wel waren er andere afwijkingen te zien die konden duiden op een meningeoom, een kwaadaardig gezwel. De artsen hadden echter geen onderzoek gedaan naar aanleiding van deze afwijkingen, dan wel hadden de afwijking niet als zodanig gediagnosticeerd. De Rechtbank Limburg achtte dit een tekortkoming. De rechtbank overwoog in dat verband dat het hier weliswaar om een toevalsbevinding ging, maar dat het toch ook op de weg van een redelijk bekwaam arts ligt om acht te slaan op overige verdachte afwijkingen, aldus naast afwijkingen die kenmerkend zijn of kunnen samenhangen met een letsel of ziekte in verband waarmee het onderzoek wordt uitgevoerd. Worden andere afwijkingen aangetroffen, dan moeten zij ook worden gerapporteerd.

Ontvankelijkheid en niet-ontvankelijkheid in het hoger beroep rondom kwestie Jansen Steur
Tot slot zijn de uitspraken rond de kwestie neuroloog Jansen Steur lezenswaardig. Vijf patiënten van de ernstig disfunctionerende en aan middelen verslaafde neuroloog hebben in 2013 klachten ingediend tegen drie voorzitters van het ziekenhuis waar de neuroloog werkzaam was. Voorts hebben zij klachten ingediend tegen drie Inspecteurs voor de Gezondheidszorg, die destijds kennis hadden van de kwestie. Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle heeft de klachten in 2014 beoordeeld. Een punt van aandacht was de ontvankelijkheid van de klagers omdat de aangeklaagde geregistreerde beroepsbeoefenaren zich niet direct hadden beziggehouden met de zorg voor de vijf patiënten. Niettemin achtte het Regionaal Tuchtcollege alle klagers ontvankelijk. De uitspraken die nu zijn samengevat zien op het hoger beroep in al deze zaken. Ook in hoger beroep is de ontvankelijkheid onderwerp van geschil.
In de zaak tegen de voorzitters is het Centraal Tuchtcollege tot het oordeel gekomen dat de klagers ontvankelijk zijn; het gedrag waarover wordt geklaagd heeft volgens het tuchtcollege voldoende weerslag en bovendien hebben de voorzitters zich begeven op het terrein waarop zij ook de deskundigheid bezitten waarvoor zij als beroepsbeoefenaar in het BIG-register zijn ingeschreven (GZR 2015-155 , GZR 2015-158 en GZR 2015-159).

In de zaak tegen de Inspecteurs is het Centraal Tuchtcollege echter tot een ander oordeel gekomen (GZR 2015-160, GZR 2015-161 en GZR 2015-162). Het tuchtcollege heeft overwogen dat het optreden van inspecteurs in het kader van hun wettelijke taken en bevoegdheden is uitgezonderd van toepassing van de tweede tuchtnorm. De klagers zijn alsnog niet ontvankelijk verklaard.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer is er een annotatie van de hand van Bas van Schelven bij een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (GZR 2015-102). Deze uitspraak gaat over het besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit waarbij de tarieven voor onder meer ambulance spoedvervoer zijn vastgesteld. De Coöperatie AmbulanceZorg Rotterdam Rijnmond U.A. was het niet mee eens met de in die tariefbeschikking toegepaste kortingen en ging in bezwaar en beroep. Bas heeft het geschil aangegrepen om een meer algemene beschouwing te geven over de veranderende praktische betekenis van de tariefbeschikking. Klik hier om de annotatie te lezen.

Scripties
Een nieuw geplaatste scriptie is van de hand van Emmeke Beltman (UvA). Zij koos voor een zeer bijzonder onderwerp, te weten het toezicht op wetenschappelijk onderzoek met mensen in ontwikkelingslanden. Zij heeft zich in dat verband georiënteerd op India en zichzelf de vraag gesteld welke ethische en juridische knelpunten zich voordoen.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Ik wijs u zekerheidshalve op de uitzending van NOS op 3 (8 april 2015) over artsen die een traumatische ervaring hebben gehad op de werkvloer, bijvoorbeeld door het overlijden van een patiënt. Ziekenhuizen hebben nog geen vast beleid om dergelijke artsen op te vangen.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Gezondheidsrecht cursussen live volgen vanaf uw werkplek?
Volg een cursus ‘GZR Actueel en verdiept’, live webinars inclusief PO-punten. In twee uur tijd en op hoog niveau wordt u bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het gezondheidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 18 juni; 15 oktober; 3 december 2015
Kosten: € 138 excl. btw per webinar (2 PO-punten)
Meer informatie en inschrijven

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.

Alvast een fijn weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hof

Rechtbank

Raad van State

Tuchtcolleges