Update
Geachte heer/mevrouw,
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
De huisartsen waren aan de beurt
Een aantal uitspraken bleek betrekking te hebben op het handelen van een huisarts. De eerste uitspraak die ik voor u toelicht, is afkomstig van het Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg te ’s-Gravenhage. Een huisarts kreeg een waarschuwing voor het niet ter observatie insturen van zijn patiënte na het gebruik van adrenaline, tavegil en dexamethason. Dit is in strijd met de Farmacotherapeutische richtlijn (GZR 2014-0477).
De tweede uitspraak is afkomstig van hetzelfde college. De aangeklaagde huisarts werd in dit geval onzorgvuldig handelen ter zake van palliatieve sedatie verweten, evenals de onzorgvuldige communicatie met de familie van de patiënt. De huisarts werd om die reden berispt (GZR 2014-0478).
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg daarentegen besliste net als het regionaal tuchtcollege in eerste aanleg dat de huisarts in kwestie niet kon worden verweten de diagnose meningitis te hebben gemist bij een 4-jarige. De huisarts had het meisje voldoende onderzocht (GZR 2014-0485).
Reikwijdte adviesrecht cliëntenraad
Een volgende uitspraak waar ik u op wijs, is afkomstig van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) inzake een medezeggenschapsgeschil over een vennootschapsconstructie. De vennootschapsconstructie was opgezet na een doorstart van de zorgaanbieder vanuit een faillissementssituatie. De LCvV oordeelde onder meer dat de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) geen instemmingsrecht kent, maar uitsluitend een adviesrecht en verzwaard adviesrecht. De Wmcz kent voorts geen adviesrecht toe ten aanzien van het verwerven of vervreemden van vastgoed, de bijbehorende financieringsafspraken, of het sluiten van huurovereenkomsten door de zorgaanbieder.
De LCvV oordeelde verder dat het mogelijk én aan te bevelen is om afspraken te maken waarmee de cliëntmedezeggenschap zal worden aangepast aan de gekozen vennootschapsconstructie. De LCvV wijst er daarbij op dat de Wmcz een kaderwet is, waarbij van partijen verwacht wordt om daar zelf een passende invulling aan te geven (GZR 2014-0492).
Onzekerheid materiaalbreuk voor rekening van de arts
Een kwestie van medische aansprakelijkheid werd voorgelegd aan de Rechtbank Oost-Brabant. De patiënt in kwestie was geopereerd aan de linkerenkel; daarin werd een arthrodesepen geplaatst. Twee-en-een-halve maand later werd het gips verwijderd, maar zonder daaraan voorafgaand een röntgenfoto te maken. Weer twee maanden later werd geconstateerd dat de schroeven waarmee de pen was aangebracht, gebroken waren. Er volgde een nieuwe operatie, waarbij de pen en de gebroken schroeven werden verwijderd. Vervolgens trad een infectie van het operatiegebied op wat tot een nieuwe operatie heeft geleid. Uiteindelijk is het linkeronderbeen van de patiënt geamputeerd.
De rechtbank nam aan dat de orthopedisch chirurg in kwestie was tekortgeschoten door het geven van een loopadvies zonder voorafgaand daaraan röntgenfoto’s te laten maken. De rechtbank nam voorts het bestaan van een causaal verband tussen de fout van de arts en de uiteindelijke amputatie van het been aan. De rechtbank overweeg daarbij dat weliswaar onzeker was wat de oorzaak van de breuk van de schroeven was, doch dat die onzekerheid voor rekening van de arts diende te komen (GZR 2014-0491).
Over lekkende borsten en de aansprakelijkheid van het ziekenhuis
Lezenswaardig is tot slot het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch inzake een kwestie van lekkende borstprothesen van fabrikant Poly Implant Prothèse (PIP). Het hof oordeelde ten eerste dat het plaatsen van borstprothesen met een cosmetisch doel niet gezien moet worden als een consumentenovereenkomst maar ‘gewoon’ als een geneeskundige behandelingsovereenkomst.
Voorts oordeelde het hof dat nog vastgesteld moet worden of ook de – in 2001 geplaatste - prothesen van deze patiënt ongeschikt zijn. Hoewel duidelijk is dat de prothesen die in 2002 en later door PIP zijn geproduceerd ondeugdelijk zijn, is dat namelijk nog niet het geval ten aanzien van borstprothesen van voor 2002.
Wel overwoog het hof op voorhand dat, mocht vast komen te staan dat de prothesen ongeschikt zijn, het ziekenhuis de tekortkoming toegerekend moet krijgen (artikel 6:74 BW jo. 6:77 BW). Het hof heeft in dat verband acht geslagen op het feit dat het ziekenhuis de keuze heeft gemaakt voor het type en merk prothesen, dat het gaat om een hele serie ongeschikte zaken en dat PIP inmiddels failliet is (GZR 2014-0486).
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer is er een annotatie van de hand van Coen Verberne bij een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle (GZR 2014-500). In deze uitspraak staat de klachtenregeling van een zelfstandig bedrijfsarts centraal. Zelfstandig werkende bedrijfsartsen bieden geen zorg aan als bedoeld in de Zorgverzekeringswet of de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten bijgevolg de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector niet op hen van toepassing is. De tuchtrechter roept de beroepsverenigingen echter op toch in een klachtenregeling te gaan voorzien. Klik hier om de annotatie te lezen.
Een andere annotatie is van de hand van Caroline van der Kolk. De annotatie ziet op een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven (GZR 2014-0495). De verpleegkundig in kwestie kreeg een waarschuwing voor het gebruik van social media als middel om medische informatie te delen. Klik hier om de annotatie te lezen.
Scripties
Een nieuw toegevoegde scriptie heeft betrekking op zeggenschap over lichaamsmateriaal en is geschreven door Renate Dietvorst (UvA). Zij heeft onderzocht hoe ver de zeggenschap over lichaamsmateriaal reikt en of deze zeggenschap zou moeten worden uitgebreid met het oog op eigen gebruik van het lichaamsmateriaal.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Belangrijk nieuws verscheen op 2 december 2014. De Minister van VWS Edith Schippers schreef in een commissiebrief welke maatregelen zij voor ogen heeft ter verbetering van de Wet BIG. Allereerst wil Schippers de mogelijkheid creëren voor een beroepsverbod. Op dit moment is een doorhaling van de BIG-registratie mogelijk, maar kan de zorgverlener nog steeds in opdracht en onder toezicht van een andere BIG-geregistreerde werken. Schippers wil dat de tuchtrechter dit ook kan verbieden. Verder wil ze verduidelijken dat het tuchtrecht ook van toepassing kan zijn op handelingen die een BIG-geregistreerde niet vanuit zijn functie als geregistreerde verricht, maar in het privéleven. Het gaat dan om ernstige delicten die niet passen bij een beroepsbeoefenaar in de zorg. Daarnaast wordt het makkelijker om een tuchtklacht in te dienen: als de klacht gegrond is, dan kan de beklaagde worden veroordeeld in de gemaakte kosten van klager. Ook kan de klacht gewijzigd worden in het vooronderzoek. Ook zijn criteria voor wettelijke regulering verduidelijkt. Zorgverleners zullen beter te vinden zijn doordat ze wettelijk verplicht worden hun BIG-nummer te vermelden. Bovendien wil Schippers de eisen voor herregistratie uitbreiden.
Ander belangrijk nieuws betreft artikel 13 Zorgverzekeringswet en de mogelijke wijziging daarvan. Voorspeld is dat een meerderheid van Eerste Kamer volgende week kiest voor de plannen van Schippers voor de aanpassing van artikel 13 Zorgverzekeringswet waarbij de vrije artsenkeuze wordt ingeperkt. Een dreigement van het CDA om tegen het wetsvoorstel te stemmen dat ziekenhuizen in staat stelt onder strenge voorwaarden winst uit te keren, als Schippers haar wetsvoorstel over artikel 13 niet bijstelt, zou niets hebben uitgehaald. Het CDA zal dinsdag 16 december tegenstemmen, maar dan nog zal het wetsvoorstel een meerderheid halen.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.
Feestdagen
In verband met de feestdagen bericht ik u dat wij één keer een nieuwsbrief overslaan. Dat betekent dat u de eerstvolgende brief op 9 januari 2015 ontvangt.
Voorts laat ik u weten dat alle leden van GZR Updates u een mooie kerst toewensen en uiteraard een goed nieuw jaar, waarin wij u weer zullen voorzien van recente jurisprudentie en nieuws!
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Oost-Brabant Medisch onzorgvuldig handelen orthopedisch chirurg. Patiënt krijgt een arthrodesepen in de linkerenkel geplaatst. Anderhalve maand later wordt een röntgenfoto gemaakt. Een maand daarna wordt na consult bij de orthopedisch chirurg het gips verwijderd. Er is voorafgaand daaraan geen röntgenfoto gemaakt. Weer twee maanden later wordt geconstateerd dat de schroeven waarmee de pen is aangebracht zijn gebroken. Er volgt een nieuwe operatie, waarbij de pen en de gebroken schroeven worden verwijderd. Vervolgens treedt infectie op van het operatiegebied, wat leidt tot weer een operatie vijf maanden later. Postoperatief opleving van de eerdere infectie. Uiteindelijk is het linker onderbeen geamputeerd. Na deskundigenbericht erkennen gedaagden (arts, ziekenhuis en verzekeraar) dat het onzorgvuldig was dat er geen röntgenfoto was gemaakt. Zij stellen desondanks dat het gegeven advies – verwijderen gips, onbelast mobiliseren door middel van het dragen van arthrodeseschoen – conform de professionele standaard was. Dit volgt de rechtbank niet. Uit deskundigenrapport volgt dat dat advies, voor zover dat al gegeven is, alleen conform de professionele standaard zou zijn geweest als een röntgenfoto zou hebben uitgewezen dat de conditie van de enkel ten tijde van het verwijderen van het gips gelijk was aan de conditie ten tijde van de eerder wel gemaakte röntgenfoto. Dat de conditie van de enkel niet bekend was en ook nooit meer bekend zal worden, komt voor rekening en risico van gedaagden. Toekenning van een voorschot op immateriële schadevergoeding van € 15.000. 26-11-2014
- Rechtbank Overijssel Eiseres heeft zichzelf letsel toegebracht tijdens haar verblijf in de zorginstelling van gedaagde. In deze procedure dient te worden vastgesteld of gedaagde jegens eiseres tekort is geschoten in haar zorgplicht. Het gaat hier om de wijze waarop gedaagde ten tijde van het incident haar zorg voor eiseres heeft ingericht en ook over de wijze waarop na het gebeuren met eiseres is omgegaan. De rechtbank is voornemens een deskundige te benoemen en stelt partijen in de gelegenheid zich uit te laten over dit voornemen. 29-10-2014
- Rechtbank Oost-Brabant Verzoek voorlopig deskundigenbericht ter zake het gebruik van MOM-prothesen (3). 02-09-2014
- Rechtbank Oost-Brabant Verzoek voorlopig deskundigenbericht ter zake het gebruik van MOM-prothesen (2). 30-07-2014
- Rechtbank Oost-Brabant Verzoek voorlopig deskundigenbericht ter zake het gebruik van MOM-prothesen (1). 11-04-2014
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Patiënte meldt zich bij huisarts met ernstige menstruatieklachten. Later blijkt sprake van een omvangrijke tumor waaraan de patiënte is overleden. Het tuchtcollege is van oordeel dat de huisarts in dezen geen verwijt valt te maken. 08-12-2014
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht van de Inspectie tegen verpleegkundige betreffende grensoverschrijdend gedrag. RTG heeft doorhaling opgelegd. Vanwege het feit dat verpleegkundige inzicht heeft gekregen in zijn grensoverschrijdende gedrag jegens patiënte en zich onder behandeling heeft gesteld legt het CTG maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van twaalf maanden op. 04-12-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht tegen arts betreffende het zich ten onrechte voordoen als bedrijfsarts en het op basis van onvolledige en onjuiste informatie adviseren tot arbeidsgeschiktheid. Berisping. 02-12-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht tegen tandarts betreffende het niet geven van een begroting, onjuiste facturatie, het niet te woord staan van de patiënt en het achteraf wijzigen van het dossier. Schorsing drie maanden. 02-12-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klacht tegen verpleegkundige wegens het schenden van het beroepsgeheim door het plaatsen van medische informatie op social media. Waarschuwing. 02-12-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht tegen verpleegkundige betreffende behandeling van D. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht, aangezien hij geen naaste betrekking is van D. en D. ook niet instemt met de indiening van de klacht. 02-12-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klacht van de Inspectie tegen een verpleegkundige betreffende grensoverschrijdend seksueel gedrag jegens een verstandelijk gehandicapte minderjarige cliënt. Het college gaat uit van de juistheid van hetgeen het hof in zijn onherroepelijke oordeel bewezen heeft verklaard. Het college volgt de suggestie van de Inspectie betreffende de op te leggen maatregel en legt aan verweerder een gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid op om het beroep van verpleegkundige uit te oefenen, in deze zin dat het hem verboden is om individuele gezondheidszorg aan minderjarigen en verstandelijk gehandicapten te verlenen. 02-12-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klacht tegen tandarts betreffende het schenden van de informatieplicht en het niet correct uitvoeren van de behandeling. Gedeeltelijk gegrond. Voorwaardelijke schorsing zes maanden. 01-12-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klacht tegen bedrijfsarts betreffende het zonder onderbouwing concluderen tot (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid, het niet hebben van een klachtenregeling en het onzorgvuldig afhandelen van een klacht. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing. 28-11-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht tegen huisarts betreffende onterechte toediening van medicatie en het onterecht naar huis sturen. Dit laatste was in strijd met de Farmacotherapeutische richtlijn. Klacht deels gegrond. Waarschuwing. 25-11-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht tegen huisarts betreffende enerzijds het onzorgvuldig medisch handelen rondom de palliatieve sedatie van patiënte en anderzijds de communicatie en samenwerking met patiënte en haar familie. Berisping. 25-11-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde betreffende onzorgvuldig handelen (niet direct bezoeken en niet direct doorsturen naar ziekenhuis bij constateren longontsteking). Klacht afgewezen. 25-11-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht tegen neuroloog betreffende onzorgvuldig handelen met betrekking tot het voorschrijven van slaapmedicatie (Prazocin). Berisping. 25-11-2014
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg In onderhavige zaak gaat het om het handelen van een internist. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de internist, gelet op de leeftijd van patiënte, de bevindingen bij het lichamelijk onderzoek, haar medische voorgeschiedenis waarin tweemaal eerder kanker was geconstateerd en haar niet meteen te duiden pijnklachten had moeten onderkennen dat patiënte mogelijk opnieuw leed aan kanker. Dat de internist de oorzaak van de pijnklachten van de patiënte na één consult met stelligheid bij het houdings- en bewegingsapparaat heeft gelegd, rekent het Centraal Tuchtcollege hem tuchtrechtelijk aan. In tegensteling tot het Regionaal Tuchtcollege is het Centraal Tuchtcollege van mening dat een berisping hiervoor passend is, zeker gezien het feit dat de internist ter zitting heeft aangegeven dat hij thans van mening blijft destijds goed te hebben gehandeld. 20-11-2014
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Tandarts niet ontvankelijk wegens te laat ingesteld hoger beroep. 20-11-2014
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg In onderhavige zaak staat het handelen van een huisarts centraal. Het college in eerste aanleg heeft geoordeeld dat het de huisarts niet tuchtrechtelijk te verwijten valt dat zij de diagnose meningitis heeft gemist bij een 4-jarig meisje. Uit de verslaglegging over de bevindingen tijdens het consult volgt naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege dat de huisarts het meisje adequaat lichamelijk heeft onderzocht en daarbij de bezorgdheid van klagers en hun vraag of zij meningitis had serieus in haar onderzoek heeft meegenomen. Het college bekrachtigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep. 20-11-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle In deze zaak gaat het om het handelen van een huisarts in opleiding die, naar late blijkt, de diagnose diabetes mellitus bij een 12-jarige jongen heeft gemist. Naar het oordeel van het college hoefde verweerster, gezien de zeldzaamheid van een dergelijke diagnose bij deze leeftijd, niet bedacht te zijn op deze diagnose, maar is zij wel van mening dat het consult van verweerster niet voldeed aan de norm. Daarnaast had zij meer aandacht moeten besteden aan de ongerustheid van de ouders. Ook de rapportage voldoet niet aan de eisen. Aangezien verweerster net in opleiding was, is de opleider tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het handelen van verweerster. De klacht wordt ongegrond verklaard. 14-11-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle In deze zaak gaat het om het handelen van een huisarts in opleiding die, naar later blijkt, de diagnose diabetes mellitus bij een 12-jarige jongen heeft gemist. Naar het oordeel van het college hoefde de huisarts in opleiding evenals verweerder, gezien de zeldzaamheid van een dergelijke diagnose bij deze leeftijd, niet bedacht te zijn op deze diagnose, maar is zij wel van mening dat het consult niet voldeed aan de norm. Daarnaast had de huisarts in opleiding meer aandacht moeten besteden aan de ongerustheid van de ouders. Ook de rapportage voldoet niet aan de eisen. Aangezien ze net in opleiding was, is de opleider tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het handelen van verweerster. Dit betekent dat de verantwoordelijkheid ten aanzien van het lichamelijk onderzoek en de rapportage in casu bij de huisarts als opleider ligt. Hij had het consult moeten bespreken, het onderzoek moeten uitbreiden en de rapportage moeten corrigeren. Het college waarschuwt verweerder. 14-11-2014