Handhaven van verbod op hulp bij zelfdoding is niet onrechtmatig.
Volgens Coöperatie Laatste Wil handelt de Staat onrechtmatig door het verbod op hulp bij zelfdoding te handhaven in gevallen van een weloverwogen zelfgekozen levenseinde zonder ernstig en uitzichtloos lijden door medische oorzaak. Bij de regulering van hulp bij zelfdoding heeft de Staat een evenwicht moeten vinden tussen de bescherming van het recht op leven (art. 2 EVRM) en de bescherming van het recht op eerbiediging van het privéleven (art. 8 EVRM). De rechtbank is van oordeel dat als het verbod op hulp bij zelfdoding een inmenging in het recht op privéleven zou meebrengen, deze inmenging gerechtvaardigd is. De Staat handelt niet onrechtmatig.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 14-12-2022