Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Inzage patiëntendossier laakbaar maar in dit geval geen reden voor ontslag op staande voet
De eerste uitspraak die ik wil belichten, gaat over een activiteitenbegeleidster (GZR 2025-0030). Deze begeleidster is in dienst van een zorginstelling voor personen met psychische problemen. Op enig moment is bij de zorginstelling een bekende ex-profvoetballer opgenomen. De activiteitenbegeleidster raakte hiermee bekend en heeft het elektronisch patiëntendossier van de ex-profvoetballer geopend. Voor de zorginstelling was dit reden voor een ontslag op staande voet, wat de begeleidster heeft aangevochten. Met succes. Het gebeuren leverde naar het oordeel van de kantonrechter geen dringende reden voor ontslag op staande voet op. Met name is voor dit oordeel van belang dat de activiteitenbegeleidster al erg lang bij de zorginstelling, ruim 23 jaar, in dienst is en dat zij tijdens haar gehele dienstverband niet eerder op haar functioneren is aangesproken. Daar komt bij dat mag worden aangenomen dat het voor de activiteitenbegeleidster, gezien haar leeftijd van 61 jaar, over het algemeen lastig is om nieuw werk te vinden. Ook is voor dit oordeel van belang dat de zorginstelling geen duidelijk beleid heeft ten aanzien van het ongeoorloofd inzien van elektronische patiëntendossiers. Verder is voor dit oordeel van belang dat de activiteitenbegeleidster slechts één keer het dossier heeft ingezien, en de informatie niet met derden heeft gedeeld, aldus de kantonrechter.
Les over verschoningsrecht bedrijfsarts
De tweede uitspraak heeft betrekking op het verschoningsrecht van een bedrijfsarts (GZR 2025-0031). Deze bedrijfsarts werd door een werkneemster als getuige in een procedure opgeroepen. Zij verklaarde daarbij ‘dat hij alles mocht vertellen’. De bedrijfsarts beriep zich evenwel in de procedure die inmiddels bij het gerechtshof Den Haag speelde op zijn functioneel verschoningsrecht. De raadsheer-commissaris verwees de zaak daarop naar de meervoudige kamer van het hof. Het hof wees het beroep op het verschoningsrecht af, waarop de bedrijfsarts in cassatie ging. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof om diverse redenen, maar relevant voor het gezondheidsrecht is de reikwijdte van het verschoningsrecht.
De Hoge Raad overwoog in dat verband dat een bedrijfsarts een functioneel verschoningsrecht heeft. Daarbij is relevant dat artikel 7:457 lid 1 BW voor de bedrijfsarts niet van toepassing is voor zover hij adviseert bij de begeleiding van werknemers die door ziekte niet in staat zijn hun arbeid te verrichten. De in artikel 14 lid 7 Arbowet opgenomen uitzondering op het beroepsgeheim van de bedrijfsarts is aldus beperkt tot het verstrekken van gegevens die noodzakelijk zijn voor door de werkgever te verrichten verzuimbegeleiding en re-integratie en voor het overige is het beroepsgeheim van de bedrijfsarts onverkort van toepassing.
Het functioneel verschoningsrecht heeft desalniettemin geen absoluut karakter: er kunnen zich zeer uitzonderlijke omstandigheden voordoen waarin het belang van waarheidsvinding prevaleert. Naar het oordeel van de Hoge Raad deden deze uitzonderingen zich niet voor. De omstandigheden dat een bedrijfsarts door een werkgever is ingeschakeld in het kader van een voor een werknemer verplichte verzuimcontrole en dat geen sprake is van een behandelrelatie, zijn in de beroepspraktijk van een bedrijfsarts geenszins uitzonderlijk, terwijl de omstandigheid dat de werkneemster toestemming had gegeven tot mededeling van de onder het beroepsgeheim vallende gegevens, evenmin voldoende is om het verschoningsrecht op te heffen. Ook in onderlinge samenhang beschouwd leveren deze omstandigheden niet de vereiste zeer uitzonderlijke situatie op, aldus de Hoge Raad.
Ook met het oordeel dat het op de weg van de bedrijfsarts ligt om te onderbouwen welk concreet belang hij heeft bij handhaving van zijn beroep op het verschoningsrecht, had het hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Het ligt niet op de weg van de verschoningsgerechtigde om te onderbouwen welk concreet belang hij heeft bij handhaving van het beroep op verschoningsrecht, zo sloot de Hoge Raad af.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.
LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Werkneemster heeft in het patiëntendossier gekeken van een bekende ex-profvoetballer. Vanwege onder meer haar goede functioneren, lange dienstverband, leeftijd en geen duidelijk beleid vanuit haar werkgever houdt het gegeven ontslag op staande voet geen stand. 07-02-2025
- Rechtbank Limburg De rechtbank Limburg heeft het Openbaar Ministerie (OM) in dit tussenvonnis toestemming verleend de op de zaak betrekking hebbende stukken in te zien nadat het OM ingevolge artikel 42 Rv had verzocht om verstrekking van deze stukken. 05-02-2025
- Rechtbank Limburg Vervolg op GZR 2024-0105. Benoeming van niet twee, maar één deskundige, een psychiater. GGZ-instelling hoeft calamiteitenrapport niet te overleggen. Verzekeraar GGZ-instelling mag kennisnemen van deskundigenrapporten uit strafzaak. Deskundige mag kennisnemen van deskundigenrapport uit strafzaak waarvan tegen de opstellers nog een tuchtzaak loopt, maar moet vermelden hoe dat rapport meeweegt. Datzelfde moet de deskundige vermelden ten aanzien van in het geding gebrachte verklaringen van medewerkers van de GGZ-instelling die dateren van na de moorden. Een geschikte of bereidwillige deskundige is nog niet gevonden: verwijzing naar de rol. 18-12-2024
Uitspraken zonder ECLI
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden De cliëntenraad is van mening dat de benoeming van de nieuwe voorzitter op eenzijdige wijze en daarmee procedureel onjuist tot stand is gekomen. De cliëntenraad stelt dat de medezeggenschapsregeling van de zorgaanbieder niet voorziet in een procedure tot benoeming van een voorzitter van de centrale cliëntenraad. De cliëntenraad verzoekt de LCvV in eerste instantie om te bemiddelen en later om de procedure tot benoeming van de voorzitter van de CCR te toetsen. De voorzitter van de LCvV besluit, nu het verzoek betrekking heeft op een geschil dat niet op basis van de Wmcz 2018 en ook niet op basis van tussen cliëntenraad en zorginstelling gemaakte afspraken aan de commissie kan worden voorgelegd, dat de commissie niet bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek van de cliëntenraad. 2025-01-31
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden De cliëntenraad heeft zich tot de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) gewend, omdat hij een geschil heeft met de zorgaanbieder over het van toepassing zijn van het adviesrecht bij een voorgenomen besluit tot verhuizing van cliënten. De LCvV oordeelt dat in casu de verhuizing binnen het bereik van artikel 7 lid 1 sub h Wmcz 2018 valt. De zorgaanbieder dient de cliëntenraad in de gelegenheid te stellen om een voldoende geïnformeerd advies uit te brengen. 2025-01-29