Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Rechtsgeldig ontslag op staande voet wegens inzage patiëntendossier; geen vermoeden van een misstand
De eerste uitspraak die ik wil belichten, gaat over een ontslag op staande voet van een verzorgende (GZR 2024-0026). Het verwijt dat de verzorgende werd gemaakt is dat hij het elektronisch patiëntendossier van een patiënt heeft ingezien en gedownload terwijl hij niet meer bij de zorg van de patiënt betrokken was en ziek thuis zat. Volgens de kantonrechter was het ontslag op staande voet rechtsgeldig. De verzorgende wist of had moeten weten dat hij het dossier niet meer mocht inzien; het ontbrak hem aan een geldige reden. Op enig moment heeft hij het dossier ook gedownload en op 31 augustus 2023 heeft hij (delen van) het dossier vanuit zijn werkaccount naar zijn privé e-mailadres gestuurd. Daarmee heeft de verzorgende het dossier buiten de (beveiligde) werkomgeving gebracht en het gevaar gecreëerd dat ook derden toegang zouden krijgen tot het patiëntendossier. Dat gevaar heeft zich ook verwezenlijkt; het Openbaar Ministerie heeft beslag gelegd op de laptop van de verzorgende. Het beroep van de verzorgende op de Wet bescherming klokkenluiders slaagt niet. De kantonrechter oordeelde dat in dit geval geen sprake was van een vermoeden van een misstand.
Kader rechtsgeldige opzegging behandelingsovereenkomst
De tweede uitspraak gaat over de rechtsgeldige opzegging van een behandelingsovereenkomst (GZR 2024-0028). De gewichtige reden was gelegen in het herhaald verbaal agressief gedrag van de persoon aan wie zorg werd verleend. De persoon is daarin niet te corrigeren. De voorzieningenrechter schetste het toetsingskader en de zorgvuldigheidseisen. Wanneer de reden van opzegging (mede) is gelegen in het gedrag van de zorgontvanger, mag van de zorgverlener in beginsel worden verwacht dat, voordat tot opzegging wordt overgegaan, zij:
1. de zorgontvanger concreet heeft gewezen op het ongewenste gedrag;
2. op wijziging van dat gedrag heeft aangedrongen;
3. de gelegenheid heeft geboden om het gedrag te wijzigen;
4. heeft aangegeven dat indien dat niet gebeurt de overeenkomst zal worden opgezegd.
In het kader van de zorgvuldigheidseisen achtte de voorzieningenrechter het verder van belang dat een redelijke opzegtermijn in acht zou worden genomen. Welke termijn redelijk is, is onder meer afhankelijk van:
– de ernst van de situatie van de zorgontvanger;
– de afhankelijkheid van de zorgontvanger van de ontvangen zorg;
– de aard en de duur van de zorgrelatie;
– de termijn die nodig is voor het vinden van een passend alternatief.
Annotatie
Een nieuwe annotatie is van de hand van Nikee Groot (AKD advocaten). Zij neemt de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 20 december 2023 onder de loep (GZR 2024-0033). Het verbaast Nikee dat in deze kwestie het leerstuk van reële tarieven onbesproken is gebleven, terwijl er wel uitvoerig is ingegaan op het aanbestedingsrecht, het staatssteunrecht en het verbintenissenrecht. Nikee motiveert haar standpunt, lezen maar!
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Ontslag op staande voet na inzage in patiëntendossier, geen misstand in de zin van de Wet bescherming klokkenluiders. 14-02-2024
- Rechtbank Rotterdam Kort geding. Een man aan wie thuiszorg wordt verleend is verbaal agressief tegen de zorgverleners. Dat duurt voort totdat de maat vol is en de zorgaanbieder de zorgovereenkomst opzegt. De mentor van de man vordert in dit kort geding voortzetting van de zorg. Dat de man ondanks herhaalde pogingen en waarschuwingen verbaal agressief gedrag blijft vertonen, waarover hij niet aanspreekbaar is, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter een gewichtige reden om de zorgovereenkomst te beëindigen. De zorgaanbieder moet tot vijf dagen na vonnisdatum zorg verlenen. 13-02-2024
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Overeenkomst tussen de Zorgbalie en de gemeente Terneuzen naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure ten behoeve van de inkoop van Hulp bij het huishouden. Discussie over vergoeding van hogere loonlasten door de gemeente Terneuzen. Vorderingen de Zorgbalie afgewezen. 20-12-2023
- Rechtbank Limburg Een meisje komt te vroeg en met ondergewicht ter wereld. In het ziekenhuis vindt een magnesiumoverdosering plaats, waarvoor het ziekenhuis aansprakelijkheid erkent. Op 5,5-jarige leeftijd van het meisje vindt een medische expertise plaats. Volgens de deskundige dragen de vroeggeboorte en de overdosering elk voor 50% bij aan de geopenbaarde ontwikkelingsstoornissen van het meisje. Een vervolgexpertise omstreeks 15-jarige leeftijd wordt geblokkeerd. Het meisje is thans volwassen. Partijen verschillen van mening over de ontwikkelingsstoornissen, de relatie met de fout, en de mate waarin. De rechtbank is voornemens dezelfde deskundige nogmaals te benoemen. De verplaatste schade van de moeder is naar het oordeel van de rechtbank verjaard. 13-12-2023
Tuchtcolleges
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Anders dan het RTG oordeelt het CTG dat de huisarts het off-label voorschrijven van ivermectine en HCQ tijdens de COVID-19 pandemie achterwege had moeten laten, omdat niet is voldaan aan artikel 68 Geneesmiddelenwet. Het RTG had een berisping opgelegd, het CTG legt de huisarts een waarschuwing op. Hierbij weegt het CTG onder meer mee dat is komen vast te staan dat de toenmalige minister van VWS zich heeft bemoeid met het beleid van de inspectie in deze zaak en er op heeft aangedrongen dat 'disciplinerend' wordt opgetreden tegen de huisarts. Disciplinering van lastige artsen is echter geen doelstelling van het tuchtrecht. Ook het feit dat sprake is van een ‘proefproces’ weegt het CTG mee bij de hoogte van de maatregel. 14-02-2024
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Een tandarts en een patiënt verwijten een BIG-geregistreerde mondhygiëniste dat zij de gemeenschappelijke thermostaat op 20 graden Celsius zet. De tandarts stelt dat de temperatuur in zijn eigen praktijkruimte daardoor te hoog wordt, hetgeen een negatieve invloed heeft op zijn prestaties. De voorzitter van het RTG overweegt dat het tuchtrecht niet is bedoeld om de onderhavige problematiek tussen twee BIG-registreerde partijen op te lossen en verklaart klagers niet-ontvankelijk. 13-02-2024