Naar boven ↑

Update

Nummer 21, 2024
Uitspraken van 08-11-2024 tot 21-11-2024
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Voortvarende klachtenbehandeling vereist
De eerste uitspraak die ik wil belichten, gaat over de uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) voortvloeiende plicht van een zorgaanbieder om een klacht voortvarend op te pakken (GZR 2024-0265). Een afwachtende houding van de zorgaanbieder is in strijd met de professionaliteit die hierin van een zorgaanbieder mag worden verwacht. Omdat in dit geval niet (voldoende) was gebleken dat de klachtencommissie op de van de cliënte ontvangen klacht had gereageerd, achtte de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg de cliënte ontvankelijk in haar klacht bij deze geschilleninstantie en zal de kwestie inhoudelijk worden behandeld.

Invulling Wmo-zorg onvoldoende
De tweede uitspraak gaat over de Wmo-zorg bestemd voor een jongere met een indicatie voor begeleiding en op welke wijze daaraan invulling moet worden gegeven (GZR 2024-0266). Relevant in deze kwestie is dat de zorginstelling die de jongere begeleidt met de plaatselijke bakker een overeenkomst had gesloten om een werkplek te bieden. De zorginstelling kwam eens per twaalf weken kijken hoe het gaat. De zorginstelling betaalde de bakker niet. Na invoering van de Wmo 2015 gaf de gemeente deze zorginstelling de opdracht de jongere te begeleiden. De zorginstelling wijzigde echter niets aan de begeleiding terwijl zij wel bij de gemeente declareerde. Dit kwam de zorginstelling duur te staan. Zowel de rechtbank als het hof oordeelde dat de zorginstelling ernstig is tekortgeschoten in de kernprestatie van haar overeenkomst met de gemeente, te weten het leveren van begeleiding aan de jongere. De overeenkomst met de gemeente is ontbonden en de zorginstelling moet de ontvangen gelden terugbetalen.

Annotatie
Deze keer treft u ook een annotatie van de hand van Caren Velink (Velink & De Die advocaten) bij een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (GZR 2024-0036). Deze uitspraak gaat over de mogelijkheid tot beëindiging van huisartsenzorg voor een speciale cliëntgroep, in dit geval volwassenen met een (ernstige) verstandelijke beperking. Caren gaat in haar noot in op de reikwijdte van de zorgplicht van huisartsen en staat in dat verband stil bij enkele overwegingen van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Veel leesplezier!

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges

Uitspraken zonder ECLI