Naar boven ↑

Update

Nummer 20, 2024
Uitspraken van 25-10-2024 tot 07-11-2024
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Doorbreking verschoningsrecht in verband met mogelijk strafbaar feit
De eerste uitspraak die ik wil belichten, betreft een uitspraak van de rechtbank Den Haag over de doorbreking van het verschoningsrecht (GZR 2024-0251). In het ziekenhuis dat zich tegenover het Openbaar Ministerie beriep op zijn verschoningsrecht was een patiënt vermoedelijk overleden aan een gasembolie die is ontstaan nadat lucht in de bloedbaan is gepompt door aansluiting van de zuurstoftoevoer op een intraveneuze katheter (een infuus) in de bovenarm. Deze zuurstoftoevoer zou eigenlijk aangesloten moeten zijn op een ‘neusbril’, die bevestigd is aan de neus, bedoeld om de patiënt van extra zuurstof te voorzien. Voor het Openbaar Ministerie duidt de gang van zaken op een mogelijk strafbaar feit, hetgeen het ziekenhuis betwist. Daarom zou er volgens het ziekenhuis geen aanleiding zijn voor doorbreking van het beroepsgeheim. De rechtbank oordeelde evenwel dat er wel degelijk sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden die een doorbreking van het verschoningsrecht rechtvaardigen en benadrukte in dat verband dat sprake is van een redelijk vermoeden van een ernstig strafbaar feit, en dat het medisch dossier van groot belang is voor de waarheidsvinding en dus voor het strafrechtelijk onderzoek. Bovendien is er geen reëel alternatief om de gevraagde gegevens op een andere manier te verkrijgen. De rechtbank ging ervan uit dat de overleden patiënt geen bezwaar zou hebben gehad tegen verstrekking van de gegevens. Bovendien had de zoon van patiënt toestemming gegeven voor verstrekking van het medisch dossier. Tot slot woog de rechtbank mee dat was gevraagd om het medisch dossier over een beperkte specifieke periode, namelijk de vierentwintig uur voor het overlijden van de patiënt.

De beslissing van de rechtbank is in lijn met de (recente) rechtspraak van de Hoge Raad. Vergelijk HR 17 september 2024, GZR-Updates 2024-0232, HR 3 september 2024, GZR-Updates 2024-0218 en HR 9 juli 2024, GZR-Updates 2024-0188.

Geschilleninstantie niet bevoegd
De tweede uitspraak gaat over een geschil ten aanzien van het handelen van een medisch deskundige in een aansprakelijkheidskwestie (GZR 2024-0254). Deze deskundige had klaagsters borst beoordeeld (de incisie) omdat in de aansprakelijkheidskwestie was gesteld dat de operatie aan haar borsten onzorgvuldig was uitgevoerd. Klaagster was ontevreden over het werk van de deskundige en dit was reden om over hem een klacht in te dienen en voor te leggen aan de geschilleninstantie. Deze laatste nu achtte zich niet bevoegd om een oordeel te geven over die klacht. De geschilleninstantie wees daartoe op artikel 1 lid 4 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), waarin het volgende staat: ‘Op zorg voor zover deze betreft handelingen ter beoordeling van de gezondheidstoestand of medische begeleiding van een cliënt, verricht in opdracht van een ander dan die cliënt in verband met de vaststelling van aanspraken of verplichtingen, (…), zijn artikel 10, eerste en tweede lid, en hoofdstuk 3 niet van toepassing.’  De deskundige had dus weliswaar zorg verleend – beoordeling gezondheidstoestand –, maar deze wijze van zorg is uitgezonderd voor het indienen van een geschil in de zin van de Wkkgz.

Kom ook naar het Jaarcongres Gezondheidsrecht
Op vrijdag 13 december 2024 organiseert GZR Updates i.s.m. Kerckebosch Uitgeverij- Studiecentrum het tiende Jaarcongres Gezondheidsrecht in Utrecht. Doel van het congres is om u in één dag op de hoogte te brengen van de actuele ontwikkelingen en verdiepende thema’s op uw vakgebied met betrekking tot gezondheidsrecht. Na de plenaire opening worden zestien deelsessies gegeven waarvan u er vier kunt bijwonen. Zo stelt u uw eigen programma samen met onderwerpen die voor uw praktijk het meest relevant zijn. Het jaarcongres biedt verder volop gelegenheid tot het ontmoeten van uw vakgenoten en het stellen van vragen aan de juridisch specialisten vanuit wetenschap, advocatuur en rechtspraak.

Klik hier voor het volledige programma en aanmelden. Abonnees van GZR Updates en Tijdschrift voor Gezondheidsrecht ontvangen € 100 korting op de entreeprijs en betalen €445,00 excl. btw per persoon. Gebruik kortingscode B00m100GZR24 om uw korting te activeren.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges