Naar boven ↑

Update

Nummer 13, 2023
Uitspraken van 23-06-2023 tot 06-07-2023
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Gegronde klacht over niet naleven artikel 15d en 15e Wabvp
De eerste uitspraak die ik wil belichten, heeft de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg tot onderwerp (GZR 2023-0184). Een bedrijfsarts kreeg een klacht aan haar broek omdat zij zich niet aan de artikelen 15d en 15e van die wet had gehouden. Zo verstuurde zij het dossier van de verzoekende cliënt onbeveiligd en zo verstrekte zij niet de loggegevens aan de verzoekende cliënt. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven verklaarde de klacht gegrond. Hij legde evenwel geen maatregel op. De bedrijfsarts had haar handelwijze namelijk onmiddellijk aangepast toen haar de strekking van artikel 15e Wabpvz duidelijk was geworden. Daarnaast had ze het medisch dossier op een andere beveiligde manier aan de cliënt gezonden en ter zitting aangegeven dat verzending langs elektronisch beveiligde weg alsnog kon gebeuren.

Geen inzage in medisch dossier overledene via bestuursrecht
De tweede uitspraak gaat over de afwijzing van een verzoek van een broer om inzage in een medisch dossier van een door suïcide om het leven gekomen jongen (GZR 2023-0188). Deze jongen was gepest tijdens militaire dienst, had PTSS en volgens de broer was dit de reden voor de suïcide. De staatssecretaris van Defensie wees het verzoek dat was gebaseerd op artikel 7:458a van het Burgerlijk Wetboek af; in het dossier stonden alleen medische gegevens en niet gegevens over mogelijke daders. De broer maakte bezwaar, waarin hij niet-ontvankelijk werd geacht. De afwijzing zou geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn. De rechtbank ging daarin mee. Ook in hoger beroep oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat de rechtbank op goede gronden had geoordeeld dat de afwijzing van het inzageverzoek niet kan worden aangemerkt als een publiekrechtelijke rechtshandeling. Er bestaat geen publiekrechtelijk voorschrift op grond waarvan nabestaanden van militairen een verzoek om inzage van de medische gegevens van overleden militairen kunnen indienen. Het bezwaar is aldus terecht niet-ontvankelijk verklaard, nu geen sprake is van een besluit in de zin van de Awb. 

Conclusie A-G Hartlief: geen inzage in medische gegevens door jurist zonder toestemming patiënt
Relevant is verder nog de conclusie van A-G Hartlief naar aanleiding van aan de Hoge Raad gestelde prejudiciële vragen in het kader van een medische aansprakelijkheidskwestie (GZR 2023-0187). Kort gezegd, concludeert de A-G dat het in een aansprakelijkheidskwestie die naast medisch ook juridisch is, voor het ziekenhuis of de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar mogelijk moet zijn om een jurist te consulteren. Inzage in medische gegevens door een jurist is dan nodig, maar zonder toestemming van de patiënt daartoe is die inzage door een jurist niet mogelijk. Zonder die toestemming hoeft er in beginsel evenwel ook geen standpunt te worden ingenomen, tenzij de verzekeraar of het ziekenhuis met wat er wel ligt uit de voeten kan. De A-G doet de suggestie aan partijen om gezamenlijk tot een adequaat geformuleerde machtiging te komen (dat wil zeggen niet te breed) teneinde toestemming voor inzage te verlenen.

Annotatie
Er is ook een nieuwe annotatie, dit keer van de hand van Xandra van der Kruk-Ras bij een uitspraak van de Ondernemingskamer (GZR 2023-0123). De Ondernemingskamer diende te oordelen over een verzoek tot naleving van de Landelijke Commissie voor Vertrouwenslieden. Xandra staat in de annotatie stil bij een aantal aspecten: de geschillenprocedure in de Wmcz 2018; het begrip ‘representatief te achten delegatie van cliënten en hun vertegenwoordigers’; en de voorwaarden vanuit de Wmcz 2018 en de jurisprudentie wat het instellen van een cliëntenraad en het samenstellen van de cliëntenraad betreft. Informatief!

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boomdenhaag.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Rechtbank

Raad van State

Tuchtcolleges