Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Gevangenisstraf en beroepsverbod voor huisarts
De eerste uitspraak die ik wil belichten, is van strafrechtelijke aard (GZR 2022-0291) en betreft een huisarts die een aantal kwetsbare patiënten bij hen thuis verkrachtte. De rechtbank wijdt een aantal relevante overwegingen aan de waarde van de getuigenverklaringen en veroordeelt de huisarts tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar en een beroepsverbod voor de duur van vijf jaar. De rechtbank geeft overigens het OM nog een sneer door te overwegen dat het de huisarts ten onrechte als een recidivist heeft neergezet.
AIOS-bedrijfsgeneeskunde toont geen inzicht in onjuiste handelen; voorwaardelijke schorsing
De tweede uitspraak gaat over een bedrijfsarts (GZR 2022-0293). De tuchtrechter schorste hem voorwaardelijk voor de duur van drie maanden met een proeftijd van twee jaar wegens het wijzigen van de probleemanalyse zonder daarover met de (kwetsbare) werkneemster te spreken en wegens het opstellen van een onjuist rapport zonder dit aan te passen, ondanks eerdere toezeggingen. Een rol speelt tevens dat de arts onduidelijkheid heeft laten bestaan over de hoedanigheid waarin hij is opgetreden. Hij heeft zijn rapportages ondertekend met ‘AIOS bedrijfsgeneeskunde’ zonder dat een supervisor heeft medeondertekend. Ter zitting heeft hij ook niet voldoende helderheid kunnen scheppen over het al dan niet aanwezig zijn van een supervisor of praktijkbegeleider. De tuchtrechter legde om die reden ook de bijzondere voorwaarde op inhoudende een inspectiebezoek van de IGJ ter toetsing van de praktijkvoering van de arts en het implementeren van verbetermaatregelen indien de IGJ de arts daartoe zou verplichten. Overigens was wat de maatregel betreft relevant dat de arts geen inzicht toonde in de ernst van de situatie.
Annotatie
Graag wijs ik u ook op onze annotaties. Dit keer treft u een annotatie van de hand van Jørgens Simons (Leijnse Artz advocaten) bij een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant (GZR 2022-0283). De uitspraak heeft betrekking op de aansprakelijkheid van de producent van (onderdelen van een) MoM-heupprothese en op de aansprakelijkheid van de hulpverlener die de prothese bij de patiënt plaatste. Jørgen gaat in op eisen voor aansprakelijkheid en beschouwt de uitspraak in dat licht. Ook gaat hij in op de manier waarop in deze kwestie is geprocedeerd.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch De vader heeft niet de in het belang van de minderjarige noodzakelijk geachte verantwoordelijkheid genomen om inzicht te geven in zijn persoonlijke situatie, en waar nodig eventueel te werken aan zijn persoonlijke problemen. 20-10-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Voorlopig deskundigenbericht. Een man breekt zijn pols en elleboog. De fractuur aan de elleboog wordt tien weken te laat ontdekt, welk delay niet ter discussie staat. Wel staat ter discussie of de in klauwstand staande hand van de man het gevolg is van de verlate diagnose. Volgens de man kan een orthopeed dat het beste beoordelen. De rechtbank wijst, in afwijking van het verzoek van de man, een traumachirurg aan als deskundige. Dat betreft volgens het hof een afwijzing van het verzoek en daarmee staat hoger beroep open. Aan de rechter komt geen discretionaire bevoegdheid toe. Het verzoek van de man is ter zake dienend en voldoende concreet en onderbouwd. Het hof wijst daarom het verzoek van de man alsnog toe. 30-08-2022
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Rechtbank veroordeelt huisarts wegens verkrachting patiënten tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar en een beroepsverbod van vijf jaar. 31-10-2022
- Rechtbank Noord-Nederland Kort geding. De executeur-testamentair vermoedt financieel misbruik van de overledene. Tevens vermoedt hij dat de overledene niet meer compos mentis was. Om dat laatste vast te stellen, benoemt de rechtbank op verzoek van de executeur een deskundige. Ten behoeve van het deskundigenonderzoek vraagt de executeur het huisartsendossier op. Met een beroep op het medisch beroepsgeheim weigert de huisarts dat. Volgens de voorzieningenrechter is echter aan de voorwaarden van artikel 7:458a BW voldaan. De huisarts moet het volledige dossier aan de deskundige overleggen over de periode die de deskundige noemt. 26-10-2022
- Rechtbank Rotterdam Zorgmachtiging verleend. Verplichte zorg vanwege ernstig nadeel als gevolg van eetstoornis. Minder vormen van verplichte zorg toegewezen ten opzichte van vorige zorgmachtiging wegens verbetering gezondheidstoestand. 25-10-2022
- Rechtbank Amsterdam Naar aanleiding van een tip voeren zorgverzekeraars in hun administratie een data-analyse uit naar het declaratiegedrag van een tandarts. De uitkomst daarvan wordt onvoldoende door de tandarts weersproken, wat de rechtbank tot de conclusie leidt dat er te veel is gedeclareerd. Een juiste declaratie is onderdeel van een juiste nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Omdat de zorgverzekeraar de declaratie betaalt, is diens belang zo nauw betrokken bij een juiste nakoming, dat te veel declareren in strijd is met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt. De tandarts is aansprakelijk. Nu die niet meewerkt aan controle, mogen de zorgverzekeraars de schade begroten op basis van een schatting. 05-10-2022
- Rechtbank Rotterdam Vervolg op GZR 2020-0291. Een kind van 2,5 jaar oud met gezondheidsproblemen overlijdt na een transplantatie met een nier van een volwassen donor. Uit het deskundigenrapport volgt naar het oordeel van de rechtbank dat is gehandeld conform de professionele standaard. De kring van kindernefrologen in Nederland is zo klein dat men elkaar onvermijdelijk treft, maar dat maakt niet dat de deskundige niet onafhankelijk kan rapporteren. Over een nieuw en 'opnieuw' informed consent-verwijt gaf de rechtbank in eerder tussenvonnis geen oordeel nu dit verwijt na het verschijnen deskundigenrapport is gemaakt. Het verwijt treft echter geen doel. Een tekortkoming in de nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst komt niet vast te staan. De rechtbank wijst de vorderingen van de ouders af. 14-09-2022
- Rechtbank Oost-Brabant Een man met heupartrose is te jong voor een traditionele heupprothese. Bij hem wordt een BRH-prothese geplaatst, wat een metaal-op-metaal (MoM) prothese is. De man krijgt klachten, de prothese wordt vervangen en de klachten verdwijnen. Hij stelt de importeur, de producent, het ziekenhuis en de chirurg aansprakelijk op verschillende grondslagen. Geen daarvan slaagt, onder meer door de gebrekkige wijze van procederen. 17-08-2022
- Rechtbank Rotterdam Na een borstvergroting heeft een vrouw hypertrofische littekens. Ze stelt de plastisch chirurg aansprakelijk. Volgens haar is ze onvoldoende geïnformeerd over eventuele complicaties, alsook is er tekortgeschoten in de nazorg. De vrouw betwist onvoldoende dat ze de ondertekende informed consent-formulieren thuisgestuurd heeft gekregen voorafgaand aan de operatie. Daarin stond het risico op littekens beschreven. Ook betwist ze onvoldoende dat het in eerste instantie gevoerde afwachtende beleid juist was en dat ze nadien niet is ingegaan op de voorgestelde behandelmogelijkheden. Naar het oordeel van de rechtbank is de plastisch chirurg niet tekortgeschoten. 20-07-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Een man geeft toestemming voor een circumcisie. Tijdens de operatie voert de uroloog ook een reconstructie uit. Daarvoor bestond geen toestemming, maar die moest volgens de kliniek worden verondersteld. Dat verwerpt de kantonrechter. De man hoeft de kosten van de reconstructie niet te betalen. De kliniek heeft onrechtmatig gehandeld door een medische behandeling uit te voeren zonder dat sprake was van een medische noodzaak en zonder voorafgaand overleg, zonder toestemming van de patiënt en op eigen initiatief van de arts. 29-06-2022
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Verweerder, arts, heeft onterecht een geneeskundige verklaring afgegeven met betrekking tot een eigen patiënte. Vanwege onvoldoende bekendheid met de regels hieromtrent en het gebrek aan inzicht in de onjuistheid van zijn handelen legt het RTG een berisping op. 28-10-2022
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven (Bedrijfs)arts wordt voor drie maanden voorwaardelijk geschorst wegens het wijzigen van de probleemanalyse zonder daarover met klaagster te spreken en wegens het opstellen van een onjuist rapport zonder dit aan te passen, ondanks eerdere toezeggingen. Een rol speelt tevens dat de arts onduidelijkheid laat bestaan over de hoedanigheid waarin hij is opgetreden. 21-10-2022