Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Informatie trial sluit aan bij bevattingsvermogen ook al was vrouw verward of emotioneel
De eerste uitspraak die ik belicht, gaat over de informatieplicht in het kader van een trial chemotherapie (GZR 2022-0201). De vrouw die deze therapie onderging, wendde zich tot de rechtbank stellende dat de artsen hun informatieplicht hadden geschonden; zij had immers sindsdien klachten waarover zij niet zou zijn geïnformeerd. De rechtbank volgde de vrouw niet. Zij overwoog dat het feit dat de vrouw geregeld verstrekte informatie weer vergat, soms in paniek raakte en verward of emotioneel werd, nog niet betekent dat de wijze van informatie verschaffen niet aansloot bij haar bevattingsvermogen. Onbetwist is dat de chemotherapie, inclusief de gebruikte medicijnen, de standaardvervolgbehandeling was en aangewezen volgens de medisch-professionele standaard en dat de vrouw herhaaldelijk was geïnformeerd.
Transcriptie geluidsopname toegestaan in proces jeugdzorg
De tweede uitspraak belicht ik vanwege een processuele overweging in het kader van verleende jeugdzorg (GZR 2022-0205). Het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister overwoog namelijk in de zaak in kwestie dat een geluidsopname mag worden toegelaten om een bepaalde omstandigheid aan te tonen. Dat gold ook voor het uitgeschreven gesprek van de geluidsopname. Dat de transcriptie mogelijk niet volledig is, is geen bezwaar. Anders dan de jeugdprofessional aangaf, stelt artikel 8.11 van het Tuchtreglement versie 1.3 aan de transcriptie niet de eis van volledigheid (zoals versie 1.4 dat wel doet). Voor de beoordeling van de klacht achtte het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister het ‘uitgeschreven gesprek van de geluidsopname’ een bruikbare weergave van het gesprek zoals dat had plaatsgevonden.
Belang van toegang tot en kwaliteit van zorg te algemeen om belanghebbende te worden
De derde zaak is wat de feiten betreft bijzonder triest, maar kenmerkt zich ook door juridisch relevante overwegingen (GZR 2022-0213). Een man wiens vrouw overlijdt aan een zwangerschapscomplicatie wordt in verband hiermee gedetineerd, maar – naar achteraf blijkt – ten onrechte. De man kan tijdens zijn detentie zijn driejarig zoontje niet opvangen en moet de uitvaart en begraafplaats van zijn vrouw en kind aan anderen overlaten. Hij verkeert in ernstige psychische nood en vraagt herhaaldelijk om psychische hulp. De Gemeentelijke Gezondheidsdienst, verantwoordelijk voor medische hulp aan arrestanten in het cellencomplex, biedt hem die hulp niet. De man klaagt hierover, maar tevergeefs. Zoveel jaar later vraagt hij de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd om handhavend op te treden. Hij geeft in dat kader aan dat het recht van ingeslotenen op geestelijke gezondheidszorg wordt miskend. De man vangt echter bot. Hij kan niet als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, Awb worden aangemerkt, aldus de rechtbank en dat oordeel bevestigde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens de Afdeling komt de man, ingegeven door zijn eigen ervaring, op voor een verbetering van de toegang tot en kwaliteit van zorg voor anderen. Deze drijfveer vond de Afdeling te algemeen van aard.
Annotatie
Een annotatie is er ook weer, en dit keer van de hand van Aart Hendriks (Universiteit Leiden). De annotatie heeft betrekking op een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (GZR 2022-0203). De Centrale Raad droeg het UWV op een nieuwe medische beoordeling uit te voeren bij een man met een WW-uitkering, met het doel om het bestreden besluit te herstellen. Het reeds verrichte onderzoek vond de Centrale Raad onzorgvuldig. Bijzonder is dat de Centrale Raad daarbij aanwijzingen gaf aan het UWV en ook aangaf wie (in abstracte termen) het beste zo’n onderzoek zou kunnen uitvoeren. Aart Hendriks bespreekt de uitspraak en bespreekt kritisch of de Centrale Raad wel kon doen wat hij heeft gedaan; mag de bestuursrechter het UWV wel opdragen een specifieke verzekeringsarts om advies te vragen?
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Graag wijs ik u in het bijzonder op de vordering cassatie in het belang der wet van A-G Hartlief. Centraal staat de volgende vraag: heeft een patiënt die wegens een vermeende fout een ziekenhuis aansprakelijk heeft gesteld recht op inzage in een medisch advies dat in opdracht van de aansprakelijkheidsverzekeraar is opgesteld? Hartlief vindt van niet.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Nederland De moeder komt de door de rechter vastgestelde omgangsregeling niet na en houdt ieder contact met de hulpverlening af. Lijfsdwang kan niet worden voorkomen door toepassing van minder ingrijpende middelen. 22-08-2022
- Rechtbank Amsterdam Een vrouw stelt haar voormalig tandartsen aansprakelijk. Haar verwijten baseert zij op een gebrekkig tot stand gekomen deskundigenbericht en visies van een partijdeskundige en voormalig behandelaars. Het bewijs van de gestelde tekortkomingen, die door de tandartsen worden betwist, kan daarmee naar het oordeel van de rechtbank niet worden geleverd. De rechtbank heeft behoefte aan voorlichting door een nieuw in te schakelen deskundige en formuleert alvast enkele vragen. 03-08-2022
- Rechtbank Rotterdam Verzoeker vordert een schadevergoeding wegens overschrijding door de officier van justitie van de termijn ex artikel 8:19 lid 3 Wvggz . € 10 per dag toegekend. 28-07-2022
- Rechtbank Rotterdam Voortzetting crisismaatregel toegewezen. Betrokkene heeft een slechte gezondheid, waar het roken een enorme invloed op heeft. De rechtbank oordeelt dat het roken daarom moet worden beschouwd als ernstig nadeel. 22-07-2022
- Rechtbank Gelderland Een dijbeenfractuur wordt verkeerd geopereerd. Partijen verschillen van mening over de medische en de schadegevolgen daarvan. Na nadere toelichting door de deskundige volgt de rechtbank diens oordeel dat de medische fout niet tot een ander uiteindelijk herstel van de fractuur heeft geleid, wel tot extra klachten en beperkingen voor de periode van een jaar. Daaruit volgt volgens de rechtbank niet zonder meer dat de schade zich ook precies in dat tijdvak manifesteert. Op de voet van artikel 6:97 BW begroot de rechtbank de schade. Die komt lager uit dan het bedrag dat reeds is betaald, zodat geen vordering resteert. Smartengeld € 7.500. 20-07-2022
- Rechtbank Den Haag Een wijkverpleegkundige declareert eerst onder haar eenmanszaak en later onder haar bv bedragen die zij bij controle niet kan verantwoorden. Voor de wijkverpleegkundige geldt een verzwaarde stelplicht. Zij laat na aan haar wettelijke en contractuele verplichtingen te voldoen. De wijkverpleegkundige moet de bedragen als onverschuldigd betaald terugbetalen. Bovendien heeft zij zich zodanig onzorgvuldig van haar taken gekweten dat haar als bestuurder van een zorginstelling persoonlijk een ernstig verwijt treft. Ook op grond van bestuurdersaansprakelijkheid veroordeelt de rechtbank de wijkverpleegkundige tot terugbetaling. 20-07-2022
- Rechtbank Rotterdam Sprake van een jarenlang patroon van huiselijk geweld, onttrekking aan de hulpverlening en negeren van veiligheidsafspraken. Hoewel de moeder slachtoffer is van de vader heeft zij keuzes gemaakt die niet in het belang van de kinderen zijn. 18-07-2022
- Rechtbank Den Haag Genderidentiteit behoort tot het meest wezenlijke onderdeel van de persoon en het privéleven. Voornemen wetgever om te komen tot ‘een’ vorm van genderneutrale registratie en soortgelijke verzoeken door andere rechtbanken inmiddels toegewezen. 07-07-2022
- Rechtbank Gelderland Na chemotherapie heeft een vrouw diverse klachten. Zij vordert een verklaring voor recht dat het ziekenhuis aansprakelijk is, omdat zij volgens haar onvoldoende is geïnformeerd over de behandeling. De rechtbank wijst de vordering af. Dat de vrouw geregeld verstrekte informatie weer vergat, soms in paniek raakte en verward of emotioneel werd, betekent naar het oordeel van de rechtbank niet dat de wijze van informatie verschaffen niet aansloot bij haar bevattingsvermogen. Onbetwist is dat de chemotherapie, inclusief de gebruikte medicijnen, de standaardvervolgbehandeling was en aangewezen volgens de medisch-professionele standaard. 06-07-2022
Raad van State
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Een man met een WW-uitkering meldt zich ziek. Na een korte periode Ziektewet acht het UWV hem geschikt voor zijn laatstelijk verrichte arbeid. Het medisch onderzoek door UWV heeft bestaan uit informatie inwinnen bij de huisarts, telefonisch contact met de man in de primaire fase en een telefonische hoorzitting in de bezwaarfase. Dat is volgens de Raad onzorgvuldig. De informatie van de huisarts dateert van vóór de datum in geding en betreft andere klachten dan die van de ziekmelding, waardoor onvoldoende zicht bestond op de beperkingen van de man ten tijde van het bestreden besluit. Het UWV moet opnieuw medisch onderzoek doen en krijgt zes weken de tijd om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen. 14-07-2022
- Centrale Raad van Beroep CRvB: onvoldoende wetenschappelijk bewijs dat een assistentiehond toegevoegde waarde heeft bij wegnemen beperkingen in zelfredzaamheid. 26-01-2022
- Centrale Raad van Beroep CRvB: onvoldoende wetenschappelijk bewijs dat een assistentiehond toegevoegde waarde heeft bij wegnemen beperkingen in zelfredzaamheid. 26-01-2022
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klaagster heeft de huisartsenpraktijk verlaten vóórdat het consult had plaatsgevonden, omdat zij niet bereid was om een mondkapje of spatscherm te dragen en zij ook een zelftest had geweigerd. Het bestaan van een angststoornis die het dragen van een mondkapje zou belemmeren heeft klaagster niet aannemelijk gemaakt. De huisarts kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt van het feit dat de consulten niet hebben plaatsgevonden. 23-08-2022
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle De aangesproken chirurg was als hoofdbehandelaar betrokken bij de behandeling van klaagster. Klaagster verwijt de chirurg onder meer dat sprake is van schending van informed consent en een onzorgvuldige dossiervoering. Op basis van het dossier kan het RTG niet vaststellen wie het gesprek met klaagster heeft gevoerd. Mogelijk ontbreekt informatie in het medisch dossier vanwege een overgang naar een nieuw elektronisch patiëntendossier. Beide klachtonderdelen acht het RTG gegrond en worden de chirurg als hoofdbehandelaar aangerekend. 08-08-2022
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie ziekenhuizen Een patiënt heeft een klacht ingediend over een bij hem uitgevoerde knieoperatie. Aansprakelijkheid is door de zorgaanbieder afgewezen. Anderhalf jaar later heeft de patiënt zich tot de geschillencommissie gewend. De geschillencommissie oordeelt dat het feit dat de zorgaanbieder hem niet heeft gewezen op de mogelijkheid bij de Geschillencommissie, geen reden is voor een uitzondering van de twaalf maanden-termijn omdat deze informatie ook op de website van de zorgaanbieder te vinden was. De klacht wordt niet-ontvankelijk verklaard. 2021-11-01
- College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd Procedure Klachtenfunctionaris is een met voldoende waarborgen omklede procedure als bedoeld in artikel 7.9 van het Tuchtreglement (versie 1.4). 2022-05-05
- College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd Toelaten geluidsopname. Verbale agressie, bedreiging en fysiek geweld jegens een jeugdprofessional wordt sterk veroordeeld. 2022-06-21
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Een zorginstelling en de centrale cliëntenraad hebben een moeizaam contact. De instelling vraagt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden bij bindende uitspraak vast te stellen dat de zorginstelling in redelijkheid heeft kunnen komen tot het voorgenomen besluit de CCR te ontbinden en vervangende toestemming te verlenen voor het ontbinden van de CCR. De Commissie wijst het verzoek af; er is geen sprake van een tekortschietende medezeggenschap.