Naar boven ↑

Update

Nummer 1, 2022
Uitspraken van 25-12-2021 tot 20-01-2022
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Kader beoordeling openbaarmaking toezichtsrapport
De eerste uitspraak betreft een openbaarmaking van toezichtsinformatie (GZR 2021-0328). In casu had de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een toezichtsbezoek afgelegd en een rapport opgemaakt. Het rapport zou openbaar worden gemaakt. De instelling was het hiermee niet eens. Zij diende een verzoek om een voorlopige voorziening in, strekkende tot de opschorting van de openbaarmaking. Het verzoek werd evenwel door de rechter afgewezen. Daartoe besprak de rechter artikel 44 van de Gezondheidswet. De Inspectie is op grond van dit artikel verplicht om informatie openbaar te maken die bij AMvB is aangewezen. Met de openbaarmaking van deze gegevens wordt beoogd de naleving van regelgeving te bevorderen, het publiek inzicht te geven in de wijze waarop het toezicht en de uitvoering worden verricht en wat de resultaten van die verrichtingen zijn. Omdat de openbaarmakingsregeling wettelijk geregeld is, is het de wetgever die de belangen van de onder toezicht gestelden in het algemeen afweegt tegen andere belangen, en niet, zoals geldt bij de Wet openbaarheid van bestuur, het bestuursorgaan per individueel geval. Blijkens de wetsgeschiedenis is de vraag wat in de praktijk openbaar moet worden gemaakt niet onderworpen aan een belangenafweging. Er zal slechts op basis van feitelijke criteria beoordeeld moeten worden welke informatie openbaar moet worden gemaakt. De openbaarmaking zal worden voorafgegaan door een besluit. Die besluiten hebben daarom een hoge mate van gebondenheid. Ook blijkt uit de wetsgeschiedenis dat verwacht wordt dat, omdat de openbaarmaking niet onderworpen is aan een belangenafweging, mogelijke geschillen zich zullen beperken tot de vraag of de openbaar te maken informatie correct is of niet, en of openbaarmaking dan al dan niet kan plaatsvinden. Verder vermeldt de wetsgeschiedenis dat de rechter een besluit tot openbaarmaking in het kader van het recht op bescherming van persoonsgegevens te allen tijde kan toetsen aan artikel 8 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Zie overigens op dit terrein ook een uitspraak van de rechtbank Gelderland (GZR 2021-0329).

Beleid van verzekeraars waarmee automatisch bepaalde declaraties niet worden vergoed is in strijd met de wet
De tweede uitspraak heeft betrekking op het vergoedingenbeleid bij restitutiepolissen (GZR 2022-0004). In casu hanteerde een aantal (gefuseerde) zorgverzekeraars een beleid waarbij de declaraties van een bepaalde kliniek vergoed werden op basis van beleid dat erop neerkomt dat een tarief dat overeenstemt met 95% procent van alle nota’s van gecontracteerde zorgaanbieders voor eenzelfde zorgvorm, marktconform is. De 5% daarboven is automatisch niet-marktconform.
In hoger beroep oordeelde het hof dat het uitgangspunt bij een restitutiepolis is dat de verzekeraar feitelijk verplicht is alle kosten te vergoeden, tenzij deze hoger zijn dan in de Nederlandse marktomstandigheden passend is (art. 2.2 lid 2 sub b Besluit zorgverzekering). Om vervolgens vast te stellen wat ‘marktconform’ is, volgt een beoordeling in twee stappen. Ten eerste moet worden vastgesteld welke tarieven overige zorgaanbieders voor eenzelfde behandeling in rekening brengen. Daarmee wordt een bandbreedte vastgesteld voor de in Nederland gehanteerde tarieven. Declaraties die behoren tot de hoogste 5% van de declaraties zijn daarmee niet automatisch excessief, en in zoverre is het beleid van de verzekeraars al in strijd met de wet. De tweede stap betreft een specifieke toets of de ingediende declaratie onredelijk afwijkt van de bandbreedte die op voornoemde wijze moet worden vastgesteld. Deze toets moet een individuele beoordeling van de declaratie inhouden. Aldus is beleid van verzekeraars waarmee automatisch bepaalde declaraties niet worden vergoed, in strijd met de wet.

Afwikkeling aansprakelijkheid naar Belgisch recht(?)
Een laatste uitspraak betreft een aansprakelijkheidskwestie (GZR 2022-0016). Bijzonder aan deze zaak is dat de rechter tot het oordeel kwam dat zij bevoegd was over de zaak te oordelen, omdat de geneeskundige behandelingsovereenkomst zou kunnen worden gekwalificeerd als een consumentenovereenkomst. Zie daarover eerder de annotatie van Michèle van Lopik (GZR 2021-0049). In deze vervolguitspraak oordeelt de rechter vervolgens dat Belgisch recht van toepassing is, waarna hij de vordering tot een schadevergoeding afwijst. Opmerkelijk is dat niet gerefereerd wordt aan het feit dat België (ook) een no fault-systeem kent. Zou dit systeem dan niet moeten worden toegepast? Ook overigens komt de motivering wat summier over.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.

LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boomdenhaag.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges