Naar boven ↑

Update

Nummer 16, 2021
Uitspraken van 20-08-2021 tot 02-09-2021
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er één voor u uit.

Baby-Luna: herformulering taken hoofdbehandelaar en introductie ‘regiebehandelaar’ bij teambehandeling
De uitspraak die ik onder uw aandacht wil brengen, betreft een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (GZR 2021-0222). Deze zaak betreft de casus die bekend is geworden als 'Baby-Luna'. De klacht heeft betrekking op de gynaecologen, de anesthesioloog en de kinderarts-neonatoloog die betrokken waren voor, tijdens en na de bevalling van klaagster. De baby van klagers is kort na de geboorte overleden. Deze samenvatting beperkt zich tot de herformulering van de taken van een ‘hoofdbehandelaar’ en de introductie van een ‘regiebehandelaar’ bij een teambehandeling door het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG).

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven (RTG) refereert wat betreft de taken van de hoofdbehandelaar aan de vaste jurisprudentie van het CTG van 17 april 2012 (ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1952 en ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1953) waarin de zes taken en verantwoordelijkheden van de hoofdbehandelaar zijn vastgelegd. Kort gezegd behelst het hoofdbehandelaarschap het zijn van centraal aanspreekpunt en regievoerder. Daarbij overweegt het RTG dat de invulling van het hoofdbehandelaarschap per specialisme kan verschillen, omdat de omstandigheden anders zijn.

De belangrijkste overweging van het CTG heeft betrekking op herformulering van de taken en verantwoordelijkheden van de hoofdbehandelaar indien er verschillende zorgverleners bij de behandeling van één patiënt betrokken zijn. Daarmee wordt een wijziging aangebracht in de vaste jurisprudentie. Het CTG overweegt dat de toegenomen complexiteit van zorg, die soms door zorgverleners van verschillende instellingen wordt verleend, uitgangspunten vereist die meer flexibel toegepast kunnen worden. Daarom wordt gesproken van ‘de regiebehandelaar’. In gevallen waarin twee of meer zorgverleners betrokken zijn bij de behandeling van één patiënt, is het uitgangspunt dat elke bij die behandeling betrokken zorgverlener een eigen professionele verantwoordelijkheid heeft en houdt jegens die patiënt.

In gevallen waarin de aard en/of complexiteit van de behandeling dat nodig maakt, dragen deze (individuele) zorgverleners er steeds zorg voor dat één van hen als regiebehandelaar wordt aangewezen. De regiebehandelaar ziet er in ieder geval op toe, dat:

• de continuïteit en de samenhang van de zorgverlening aan de patiënt wordt bewaakt en dat waar nodig een aanpassing van de gezamenlijke behandeling in gang wordt gezet;

• er een adequate informatie-uitwisseling en voldoende overleg is tussen de bij de behandeling van de patiënt betrokken zorgverleners;

• er één aanspreekpunt voor de patiënt en diens naaste betrekking(en) is voor het tijdig beantwoorden van vragen over de behandeling.

Het CTG licht toe dat de regiebehandelaar niet zelf het aanspreekpunt hoeft te zijn. Het aanspreekpunt hoeft voorts niet zelf alle vragen van de patiënt en diens naaste betrekkingen te kunnen beantwoorden, maar moet wel de weg naar de antwoorden weten te vinden. Deze norm ziet niet op het actief informeren van de patiënt en diens naaste betrekkingen. De plicht van de zorgverlener om actief informatie te geven volgt immers al uit de eigen verantwoordelijkheid die de zorgverlener jegens de patiënt heeft.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een annotatie van de hand van Jacqueline de Vries (Holla advocaten) bij een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel (GZR 2021-0113). De rechter oordeelde dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: IGJ) niet bevoegd was om een onderzoek in te stellen naar (het handelen van) een verpleegkundige en evenmin bevoegd was om een ‘aantekening te plaatsen’ in ‘het register’ zoals bedoeld in artikel 8.28 Uitvoeringsbesluit Wkkgz. Jacqueline geeft haar visie op dit oordeel van de voorzieningenrechter. Zeer lezenswaardig!

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.

LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boomdenhaag.nl.

Met vriendelijke groet,

Astrid van der Wal
Redacteur GZR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges