Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Onzorgvuldige en onnodige melding bij Veilig Thuis
De eerste zaak betreft een jeugdzorgprofessional die een melding had gedaan bij Veilig Thuis (GZR 2021-0176). De ouders klagen er vervolgens bij het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd over dat verzuimd is met hen een gesprek te voeren. En met succes. Van een gesprek kan alleen worden afgezien als er direct gevaar voor de betrokken minderjarige(n) is en/of als dat gesprek niet in het belang van de minderjarige is (zie de meldcode en de beroepscode). Dat was hier niet het geval. Het college voegt er nog aan toe dat er zorgen waren over de ontwikkeling van de zoon, mede vanwege de gestelde diagnoses en het gebrek aan passend onderwijs, en een visieverschil over de vraag welke hulp passend was en voldoende aansloot bij de hulpvraag, maar dat er geen vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling (mishandeling, verwaarlozing en/of seksueel misbruik) waren. Het college acht het daarom onnavolgbaar dat een melding bij Veilig Thuis is gedaan. Het had volgens het college op de weg van de jeugdprofessional gelegen om andere stappen te zetten, bijvoorbeeld het organiseren van een beschermingstafel en/of met de ouders in gesprek gaan in aanwezigheid van hun onafhankelijke cliëntondersteuner/vertrouwenspersoon. Het behoort tot de deskundigheid van een jeugdprofessional om te weten in welke gevallen Veilig Thuis benaderd dient te worden, temeer gelet op de impact en gevolgen die een melding op betrokkene(n) kan hebben. Het college concludeerde aldus dat de melding onterecht was gedaan en dat de bevoegdheid om een melding te doen niet passend was om in te zetten.
Overgangsrecht artikel 12 lid WDKB buiten toepassing
De tweede zaak ziet op de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (WDKB) (GZR 2021-0174). De rechtbank Den Haag oordeelde dat de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (SDKB) haar beslissing de gegevens van de donor niet te verstrekken, ten onrechte had gebaseerd op het overgangsrecht in artikel 12 lid 3 WDKB. Dit artikel moet op grond van artikel 94 van de Grondwet buiten toepassing blijven omdat het in dit geval in strijd komt met het fundamentele recht van de kinderen om te weten van wie zij afstammen (art. 7 lid 1 IVRK en art. 8 lid 1 EVRM). Bovendien dient toepassing van artikel 12 lid 3 WDKB het doel van die bepaling noch de geest van de WDKB. Door het artikel wel toe te passen, heeft SDKB onrechtmatig gehandeld jegens de kinderen, aldus de rechtbank. SDKB moet het verzoek van de kinderen daarom beoordelen aan de hand van de hoofdregel in artikel 3 van de wet. Dit betekent dat SDKB de gegevens van de donor aan de kinderen moet verstrekken, tenzij zwaarwegende belangen van de donor zich daartegen verzetten.
De kliniek waar de kunstmatige inseminatie had plaatsgevonden werd op haar beurt veroordeeld tot het nakomen van de medische behandelingsovereenkomst die met de moeders is gesloten, in die zin dat binnen vier maanden de identiteit van donor 605 aan de kinderen bekend moet worden gemaakt, tenzij zwaarwegende redenen van de donor zich daartegen verzetten. Als de donor dergelijke redenen heeft, dan zal de kliniek de zwaarte ervan moeten wegen, om vervolgens te beslissen of zij tot verstrekking van de identiteit overgaat of dat vanwege die redenen toch achterwege laat.
NB Voor de andere zaak op dit terrein wordt gewezen op GZR 2021-0101.
Commentaar
Ook werd er een nieuw commentaar geplaatst, dit keer van de hand van Marije Osse (Yieldlegal). Het artikel ziet op de publicatie van de Autoriteit Consument en Markt (‘ACM’) van 18 juni jl. ‘Marktordening informatiesystemen en gegevensuitwisseling in de ziekenhuiszorg’. Achtergrond is dat de ICT-zorgmarkten niet de goedwerkende markten zijn die de gewenste transities zouden ondersteunen naar een duurzaam zorginformatiestelsel. Marije licht toe wat de ACM voor ogen heeft om het tij te keren.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Een van de laatste nieuwsberichten betreft de vraag of het beter zou zijn als artsen in loondienst zouden werken. Volgens de minister voor Medische Zorg Van Ark is meer onderzoek nodig om die vraag te beantwoorden. Wordt vervolgd dus.
Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.
LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-klantenservice@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Rechtbank
- Rechtbank Amsterdam Beëindiging noodopvang remigrantengezinnen die zelfredzaam zijn is in strijd met artikel 20 VWEU. 08-06-2021
- Rechtbank Den Haag Tweede WDKB-uitspraak. Moeders en hun donorkinderen vorderen bekendmaking van de identificerende gegevens van de donor door SDKB en de kliniek. Dat wijst de rechtbank af. De rechtbank veroordeelt, met buitenwerkingstelling van het overgangsrecht, SDKB het verzoek van de kinderen om de gegevens van de donor te beoordelen aan de hand van de hoofdregel van artikel 3 WDKB. De rechtbank veroordeelt de kliniek om alsnog de afspraken na te komen uit de behandelingsovereenkomst met de moeders. Dat betekent dat de kliniek contact moet opnemen met de donor met de vraag of deze bezwaar heeft tegen verstrekking van zijn gegevens. 02-06-2021
- Rechtbank Gelderland Klachtzaak. Toediening medicatie en innemen communicatiemiddelen zonder uitvoeringsbeslissing. Klachtwaardig in de zin van 10:3 Wvggz. Klachten gegrond. Schadevergoeding van twee keer € 125 voor ontbreken beslissingen; € 100 per maand voor inname laptop en telefoon. 19-05-2021
- Rechtbank Oost-Brabant Zorgmachtiging toegewezen. Opname niet noodzakelijk gezien voorwaarde op grond van artikel 14 Sr en instemming betrokkene. Overige vormen verplichte zorg toegekend. 10-05-2021
- Rechtbank Midden-Nederland Zorgmachtiging toegewezen. Twee vormen van verplichte zorg niet verzocht door officier van justitie. Wel noodzakelijk volgens zaalarts; geen bezwaar betrokkene en advocaat. Daarom toch sprake van 'opplussen'. 23-04-2021
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Voor het bepaalde in artikel 5.3.5. lid 3 Wmo 2015 kan de wettelijke vertegenwoordiger van een kind niet worden vereenzelvigd met het kind. 21-04-2021
- Rechtbank Den Haag Klachtzaak. Beslissingen tot beperking bewegingsvrijheid gegrond op Beginselenwet ter beschikking gestelden en schending verlofvoorwaarden; niet gegrond op Wvggz. Beslissing klachtencommissie vernietigd. Klachtencommissie onbevoegd om van klacht en verzoek om schadevergoeding kennis te nemen. 15-04-2021
Centrale Raad van Beroep
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Een huisarts handelt juist op de informatieverzoeken van Veilig Thuis en de RvdK. Daarbij heeft de huisarts steeds uitsluitend een zakelijke weergave gegeven van wat haar over de betreffende onderwerpen bekend was. Op goede gronden heeft de huisarts voorts terecht niet voldaan aan de (gedeeltelijke) vernietigingsverzoeken van de medische dossiers van klagers. Dientengevolge heeft zij de medische dossiers (nog) niet kunnen overdragen aan de opvolgend huisarts. De klacht wordt in al haar onderdelen ongegrond verklaard. 25-05-2021
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Een klacht tegen een huisarts (waarnemer), die ten behoeve van een verweer in een klachtenprocedure inzage verkreeg in het dossier van klaagster, (destijds) patiënte van de praktijk waar beklaagde ten tijde van het klachtwaardig geacht handelen waarnemer was. Het RTG concludeert dat geen sprake was van schending van het beroepsgeheim, maar wel van klaagsters privacy. 21-05-2021
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage In deze zaak wordt een verzekeringsarts, werkzaam bij het UWV, aangeklaagd door een andere arts, omdat de betrokken cliënt nadeel van het oordeel van de verzekeringsarts zou hebben ondervonden. Klaagster is niet-ontvankelijk bij gebrek aan belang. 11-05-2021
Uitspraken zonder ECLI
- College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd Een gebiedsteam medewerker van de gemeente heeft op onjuiste gronden een Veilig Thuis-melding gedaan en had niet kunnen volstaan met het aankondigen van het voornemen van de melding per e-mail, maar dit met de ouders moeten bespreken. 2021-05-07
- Scheidsgerecht Gezondheidszorg Het ziekenhuis heeft in het interne onderzoek omtrent een klacht over de arts onvoldoende hoor en wederhoor toegepast. De fouten die de arts heeft gemaakt, zijn niet zodanig dat de arbeidsovereenkomst niet kan voortduren. 2021-05-18
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden De Centrale Cliëntenraad (CCR) van een zorginstelling heeft niet ingestemd met het voorgenomen besluit van de zorginstelling waarbij zij aan opgenomen cliënten de kosten gaat doorberekenen voor (i) de tv-aansluiting, (ii) het wassen van kleding (niet zijnde platgoed), en (iii) vervoersdiensten. Tevens heeft de CCR niet ingestemd met het voorgenomen besluit tot het terugbrengen van de uitkering die de zorginstelling betaalt aan tbs-verpleegden naar het wettelijk minimum van het zak- en kleedgeld. De zorginstelling verzoekt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (hierna: LCvV) om toestemming te geven ten aanzien van deze vier punten (art. 8 lid 6 Wmcz 2018). De LCvV oordeelt dat het onthouden van de instemming door de CCR niet onredelijk is en dat er ook geen sprake is van een dringende bedrijfseconomische of bedrijfssociale noodzaak om het voorgenomen besluit in te voeren. 2021-06-03