Naar boven ↑

Update

Nummer 6, 2020
Uitspraken van 13-03-2020 tot 27-03-2020
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Zorgvuldigheidseisen bij verwijdering gegevens medisch dossier
De eerste uitspraak betreft het handelen van een arts, werkzaam bij Defensie (GZR 2020-0097). De uitspraak is mede interessant vanwege de uiteenzetting van de feitelijke situatie bij Defensie als het gaat om zorgverlening en om een uiteenzetting van de toepasselijke regelgeving.
De klacht had in dit geval betrekking op een verwijderingsverzoek van een militair werkzaam bij de Koninklijke Luchtmacht aangaande een deel van zijn medische gegevens. Volgens de militair was dat onzorgvuldig gebeurd. Het tuchtcollege oordeelde vervolgens dat de arts op zichzelf zonder nadere toestemming van de militair tot verwijdering mocht overgaan. De arts was binnen de Defensie Gezondheidszorg Organisatie bevoegd dit te doen en had ook toegang tot de medische gegevens. Wel had de arts in strijd gehandeld met de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’, omdat de aantekening die de arts bij verwijdering maakte, te herleiden was tot de vernietigde gegevens. De richtlijn geeft echter aan dat niet mag worden aangegeven welke gegevens vernietigd zijn. De arts had ook het beroepsgeheim geschonden door per e-mail de verwijdering te delen met zes personen die werkzaam waren op de afdeling Personeelszaken en Juridische zaken van het Ministerie van Defensie en een kolonel.
Gezien het feit dat de arts zich transparant en toetsbaar had opgesteld en lering heeft getrokken uit het geheel, was het tuchtcollege van oordeel dat volstaan kon worden met een gedeeltelijk gegrondverklaring van de klacht zonder oplegging van een maatregel. Onder deze omstandigheden kan een nadere terechtwijzing in de vorm van een maatregel geen enkel tuchtrechtelijk doel kan dienen, aldus het tuchtcollege.

Bij heropname patiënt na verstrijken aanzienlijke periode nieuwe beoordeling door psychiater nodig
De tweede uitspraak betreft een Wvggz-kwestie (GZR 2020-0103). In casu was een zorgmachtiging verzocht voor opname van de patiënt voor de duur van vier weken. De instelling wilde voorts een mogelijkheid tot heropname na een te plannen ontslag van de patiënt. De rechtbank verleende de mogelijkheid tot heropname, maar merkte daarbij op dat wanneer een aanzienlijke periode is verstreken en de patiënt opnieuw moet worden opgenomen, een beoordeling dient plaats te vinden door een onafhankelijke psychiater. Dit kan de geneesheer-directeur zijn. De medische verklaring van de zorgmachtiging waarbij de verplichte zorg tot opname is opgelegd kan na een aanzienlijke periode niet meer een vrijheidsbeneming rechtvaardigen. Een nieuwe beoordeling moet gebaseerd worden op het toestandsbeeld waarvan op dat moment sprake is. Een en ander volgt uit de nog steeds geldende vaste rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (Winterterp v. Netherlands, EHRM 24 oktober 1979, 6301/73, r.o. 39 en Verbanov v. Bulgaria EHRM 5 oktober 2000, 31365/96, r.o. 47).

Wrakingsverzoek in verband met maatregelen corona afgewezen
De laatste uitspraak houdt verband met een aangepaste werkwijze wegens het corona-virus (GZR 2020-0108); de patiënt in kwestie werd telefonisch gehoord. Bij aanvang van de telefonische hoorzitting gaf de advocaat echter aan dat de rechter de patiënt een bezoek zou moeten brengen, desnoods achter glas of via een videoverbinding en dat anders de verdedigingsrechten zouden worden geschaad. Hijzelf had de patiënt ook alleen maar telefonisch kunnen horen. Omdat de rechter hieraan geen gevolg gaf, deed de advocaat een wrakingsverzoek. Dit verzoek werd echter afgewezen. Een voor een partij onwelgevallige beslissing van een rechter is immers op zichzelf geen grond voor wraking. Dat de rechter het verzoek afwees, was geen onbegrijpelijke beslissing in het licht van alle omstandigheden, laat staan zozeer onbegrijpelijk dat het niet anders kan dan dat die beslissing door partijdigheid is ingegeven.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. De annotatie van deze week is afkomstig van Eva Deen (Deen Gezondheidsrecht). Eva gaat in op de reikwijdte van de verzwaarde motiveringsplicht in relatie tot een uitspraak van de kantonrechter te Oost-Brabant (GZR 2020-0035).

Nieuws
Het nieuws staat in het teken van het Corona virus. Ik heb niet de ambitie daar beter nieuws aan toe te voegen. Wel werd ik geattendeerd op een eerste proces dat is aangespannen in verband met nalatigheid om preventieve maatregelen te treffen. Het gaat om de uitbraak op een cruise schip. Aan boord bevond zich een geïnfecteerde man die later ook aan het virus overleed. Bijgaand de link naar het bericht.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Ik wens u alle gezondheid en sterkte.

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges