Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Opzegging ledenovereenkomst in gegeven omstandigheden aanvaardbaar
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, betreft een uitspraak van de Rechtbank Limburg inzake een geschil tussen een radioloog en het Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB) (GZR 2020-0016). Het geschil vloeit voort uit de opzegging door het MSB van de ledenovereenkomst met de radioloog, na problemen in de samenwerking. Met deze opzegging was de radioloog het om meerdere redenen niet eens en zij vorderde de verklaring voor recht dat de ledenovereenkomst niet op goede gronden is opgezegd, dat de ledenovereenkomst onverminderd van kracht is, het MSB jegens de radioloog zijn verplichtingen dient na te komen en haar in staat moet stellen haar beroep bij het MSB uit te oefenen, alsmede de vergoeding van schade. De rechtbank wees de vorderingen echter af. De rechtbank overwoog daartoe dat de radioloog door haar gedrag had bijgedragen aan het ontstaan van conflicten en het tij niet had willen keren. Het MSB had daarentegen steeds zorgvuldig de benodigde procedurele stappen ondernomen voordat het tot opzegging van de overeenkomst overging. Het MSB heeft bovendien tot opzegging met onmiddellijke ingang mogen beslissen, nu in de ontstane situatie in potentie gevaren konden ontstaan voor de kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg. Het voornemen tot opzegging en de redenen daarvoor heeft het MSB aangekondigd en de radioloog heeft de mogelijkheid tot het geven en toelichten van een zienswijze gekregen. Zie ook GZR 2020-0014 en GZR 2020-0015.
Klacht aangaande vraagstuk algemene gezondheidszorg met ontbreken concreet eigen belang leidt tot niet-ontvankelijkheidsoordeel
De tweede uitspraak die ik belicht, betreft de verwerping van het beroep jegens een niet-ontvankelijkheidsoordeel van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (GZR 2020-0019). Een apotheker en een apotheek hadden een klacht ingediend over een apotheker die als lid van het Medisch Zorginhoudelijk Advies Team (MZA-Team) een zorgverzekeraar had geadviseerd over de vraag of de bereiding van taperingstrips door apothekers rationeel is. Zij waren van mening dat de adviserend apotheker hen (maar ook de Minister van VWS) misleidend had voorgelicht over deze problematiek, met gevolgen voor de vergoeding. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg had tot een niet-ontvankelijkheid besloten, omdat dit een vraagstuk aangaande de algemene gezondheidszorg betreft. De klagende partijen zijn door de adviezen van de apotheker en door zijn informatieverstrekking niet rechtstreeks geraakt in een concreet eigen belang dat kan worden geplaatst in het kader van de individuele gezondheidszorg. Zij zijn geen belanghebbenden als bedoeld in artikel 65 lid 1 sub a Wet BIG.
Dan wil ik u wijzen op de uitspraken die inmiddels in het kader van de Wet verplichte ggz en de Wet zorg en dwang zijn gewezen en samengevat!
Geen beroep beslissing rechtbank voortzetting crisismaatregel
Ik licht er een uit, een oordeel van de Rechtbank Rotterdam (GZR 2020-0036). De rechtbank overwoog dat ingevolge artikel 7:6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) alleen beroep mogelijk is tegen de crisismaatregel zoals opgelegd door de burgemeester conform artikel 7:1 Wvggz en niet tegen de beslissing van de rechtbank tot voortzetting van de crisismaatregel. Artikel 7:8, vijfde lid, Wvggz sluit elke mogelijkheid tot het instellen van hoger beroep tegen de voortzetting van de crisismaatregel uit. In deze kwestie (beroep tegen de voortzetting) leidde dat tot een niet-ontvankelijkheid.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Zoals aangekondigd in de vorige nieuwsbrief treft u een annotatie bij het oordeel van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch inzake een voor dood door schuld vervolgde kinderarts (GZR 2020-0001). Naar het oordeel van het hof had de kinderarts te lang vastgehouden aan de diagnose van (basilaire) migraine bij een 10-jarige, ook toen de klachten niet langer bij die diagnose pasten, en had zij nagelaten tijdig nader onderzoek te doen c.q. een brede differentiaaldiagnose te stellen of collega’s te raadplegen. De annotatie is van de hand van Joost Wasser (Holla advocaten) die ingaat op de relatie tuchtrecht-strafrecht, de positie van het strafrecht en het gebruik van een calamiteitenrapportage in het strafrecht. En dat alles met de saus van een sprookje. Lezen!
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Verzoek om rechterlijke machtiging niet-ontvankelijk. Medische verklaring ontbreekt. 24-01-2020
- Rechtbank Oost-Brabant Na het nemen van de crisismaatregel hoefde betrokkene niet binnen 24 uur te worden bijgestaan door een advocaat, omdat betrokkene bedenkingen had tegen bijstand van een advocaat. De officier van justitie hoeft het verslag van het verhoor door de officier van justitie niet bij het verzoek te voegen. Machtiging voortzetting crisismaatregel afgewezen, omdat niet langer sprake is van een psychische stoornis. 23-01-2020
- Rechtbank Rotterdam Hoger beroep tegen de beslissing tot voortzetting van de crisismaatregel is niet-ontvankelijk, nu de Wet verplichte ggz deze beroepsmogelijkheid uitsluit. 23-01-2020
- Rechtbank Noord-Nederland De officier van justitie verzoekt een nieuwe voortzetting van de crisismaatregel gedurende de looptijd van een reeds afgegeven machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in verband met het uitbreiden van de verplichte zorg. 20-01-2020
- Rechtbank Limburg De rechtbank wijst een verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 WZD af. Er is geen noodzaak om vooruit te lopen op de AMvB 'gelijkgestelde aandoeningen'. 20-01-2020
- Rechtbank Noord-Holland In de medische verklaring is verzuimd het verblijf in een accommodatie als verplichte zorg te vermelden. De burgemeester heeft het verblijf in een accommodatie wel vermeld in de crisismaatregel. De officier heeft in het verzoekschrift tot voortzetting van de crisismaatregel de verplichte zorg verzocht zoals vermeld in de medische verklaring en niet gevraagd om als verplichte zorg te vermelden het verblijf in een accommodatie. De rechtbank neemt ambtshalve het verblijf in een accommodatie op als verplichte zorg in de voortzetting van de crisismaatregel. 10-01-2020
- Rechtbank Den Haag Vervolg op GZR 2019-0022. Een vrouw ondergaat in een beautysalon een illegale fillerbehandeling. De beautysalon betwistte de fillers te hebben toegediend, maar de rechtbank achtte dat voorshands bewezen en liet de beautysalon toe tot tegenbewijs. In deze uitspraak oordeelt de rechtbank dat de beautysalon niet is geslaagd in het tegenbewijs. De rechtbank wijst de door de vrouw gevorderde schade toe. 08-01-2020
- Rechtbank Oost-Brabant Machtiging voortzetting crisismaatregel toegewezen, aangezien sprake is van onmiddellijk ernstig dreigend nadeel bestaande uit het risico dat betrokkene een einde aan haar leven maakt. 07-01-2020
- Rechtbank Den Haag De officier van justitie is niet gebonden aan de door de burgemeester aangegeven vormen van verplichte zorg bij een crisismaatregel bij het verzoek tot machtiging van voortzetting van een crisismaatregel. 06-01-2020
- Rechtbank Rotterdam Een tandarts plaatst diverse implantaten en kronen bij een man. De man wendt zich tot een andere tandarts, die hem doorstuurt naar een parodontoloog/implantoloog. Na diens bevindingen en een beoordeling door de tandheelkundig adviseur van een letselschadebureau stelt de man de tandarts aansprakelijk. De tandheelkundig adviseur van de verzekeraar oordeelt dat de tandarts verwijtbaar heeft gehandeld. De tandarts is het er niet mee eens, weigert vergoeding en de man dagvaardt. De rechtbank, zich baserend op de oordelen van genoemde tandheelkundigen, acht de tandarts toerekenbaar tekortgeschoten en oordeelt dat de tandarts in verzuim is zonder ingebrekestelling in verband met zijn opstelling. De herstelkosten en het smartengeld worden toegewezen, de terugbetaling van de behandelingskosten wordt afgewezen. De verklaring voor recht voor het schenden van de dossierplicht wordt afgewezen bij gebrek aan belang. 19-12-2019
- Rechtbank Oost-Brabant Deelgeschil. Bij een spoedkeizersnede wordt per abuis een snee van vier centimeter in de wang van het kind gemaakt door de uitvoerend gynaecoloog. Het ziekenhuis erkent geen aansprakelijkheid nu het volgens hem gaat om een complicatie, niet om onzorgvuldig handelen. Omdat het ziekenhuis nalaat toe te lichten waarom is gehandeld binnen de zorgvuldigheidsnorm, oordeelt de kantonrechter dat het ziekenhuis niet heeft voldaan aan zijn verzwaarde motiveringsplicht. Dat betekent in deelgeschil, nu deze procedure zich niet leent voor een andere sanctie, namelijk bewijslevering, dat de stellingen van de ouders als onvoldoende gemotiveerd betwist als vaststaand worden aangenomen. Het ziekenhuis is aansprakelijk. 17-12-2019
- Rechtbank Limburg Het MSB zegt de ledenovereenkomst met een radioloog op nadat een zakelijk conflict rondom aandelenoverdracht heeft geleid tot verstoorde verhoudingen en een vertrouwensbreuk in de (fusie)vakgroep. De radioloog heeft het conflict (mede) laten escaleren door meerdere juridische procedures te starten. Het MSB heeft tijdig en voldoende actie ondernomen om over te kunnen gaan tot opzegging van de ledenovereenkomst met onmiddellijke ingang. 04-12-2019
- Rechtbank Limburg Het MSB zegt de ledenovereenkomst met een radioloog op nadat een zakelijk conflict rondom aandelenoverdracht heeft geleid tot verstoorde verhoudingen en een vertrouwensbreuk in de (fusie)vakgroep. De radioloog heeft het conflict (mede) laten escaleren door meerdere juridische procedures te starten. Het MSB heeft tijdig en voldoende actie ondernomen om over te kunnen gaan tot opzegging van de ledenovereenkomst met onmiddellijke ingang. 04-12-2019
- Rechtbank Limburg Het MSB zegt de ledenovereenkomst met een radioloog op nadat een zakelijk conflict rondom aandelenoverdracht heeft geleid tot verstoorde verhoudingen en een vertrouwensbreuk in de (fusie)vakgroep. De radioloog heeft het conflict door meerdere juridische procedures te starten (mede) laten escaleren. Het MSB heeft tijdig en voldoende actie ondernomen om over te kunnen gaan tot opzegging van de ledenovereenkomst met onmiddellijke ingang. 04-12-2019
- Rechtbank Den Haag In deze zaak is jeugdhulpaanbieder Jeugdformaat een kort geding gestart tegen de door de H10-gemeenten vastgestelde tarieven voor jeugdhulp. Een groot aantal jeugdhulpinstellingen heeft zich bij dit standpunt van Jeugdformaat aangesloten. De voorzieningenrechter oordeelt dat de H10-gemeenten onvoldoende aannemelijk hebben weten te maken dat zij op proportionele wijze reële tarieven hebben vastgesteld die kostendekkend zijn en voldoen aan de eisen van de Jeugdwet. De gemeenten krijgen als opdracht opnieuw naar de tarieven te kijken en deze in overeenstemming te brengen met de Jeugdwet. 22-10-2019
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep In deze zaak oordeelt de Centrale Raad van Beroep dat het college van burgemeester en wethouders moet beoordelen of voldaan is aan de voorwaarden genoemd in artikel 2.3.6 Wmo 2015. Specifiek moet het college beoordelen of en in hoeverre het pgb duurder is dan de maatwerkvoorziening in natura. Alleen voor dat gedeelte kan het college een pgb weigeren. 30-10-2019
- Centrale Raad van Beroep In deze zaak dient het college van burgemeester en wethouders opnieuw te beschikken, omdat niet duidelijk is op hoeveel uren huishoudelijke ondersteuning appellante kan rekenen. Dit is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. 16-10-2019
Tuchtcolleges
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een huisarts. Klager is in 2001 gedotterd vanwege hartklachten. Hierbij is bij hem een stent geplaatst. Klager meldt zich vervolgens bij de huisarts met klachten. Er bleek sprake te zijn van een te hoge bloeddruk. De huisarts spreekt een vervolgmeting af welke nooit plaatsvindt en pas anderhalf jaar later wordt met medicatie gestart. Het RTG oordeelt dat de verhoogde bloeddruk te lang onbehandeld is gelaten en legt een berisping op. Het CTG verklaart het beroep ongegrond. 23-01-2020
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een tandarts. De tandarts (verweerster) wordt op de website weergegeven als cosmetisch arts, oraal chirurge. Klaagster wilde een ooglidcorrectie. Zij heeft een combinatiebehandeling met PlexR Soft Surgery en Botox ondergaan bij verweerster. Het is de vraag of verweerster bevoegd is. Het RTG heeft klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard, de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en verweerster een berisping opgelegd. Het CTG verklaart het beroep ongegrond. 23-01-2020
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam De IGJ verwijt verweerster, verpleegkundige, dat zij gedurende lange tijd geldbedragen heeft gestolen van de instelling waar zij werkte en van cliënten. Voorts heeft verweerster zich onttrokken aan het toezicht van de IGJ en heeft zij geen gehoor gegeven aan het verzoek van het RTG om een verweerschrift in te dienen. De klachten worden gegrond verklaard en de inschrijving in het BIG-register wordt doorgehaald. 22-01-2020
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klager, een zorgverzekeraar, verwijt psychiater (i) declareren van meer tijd voor zorg dan is of kan zijn verleend, (ii) dat in 37 van de honderd gecontroleerde dossiers geen verwijzing aanwezig was. Desondanks is verweerder de behandeling gestart en heeft hij deze bij klaagster gedeclareerd. De klachten zijn gegrond maar gezien de omstandigheden wordt geen maatregel opgelegd. 20-01-2020
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een adviserend apotheker van een zorgverzekeraar door een apotheker en apotheek. Klagers menen dat de adviserend apotheker klagers (maar ook de Minister van VWS) misleidend heeft voorgelicht over de problematiek rond de rationaliteit van door apothekers vervaardigde taperingstrips, waardoor een vergoeding ervan uitblijft. Klagers zijn niet-ontvankelijk. Het beroep wordt verworpen. 16-01-2020
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een huisarts. Bij klaagster was ruim tien jaar eerder sprake geweest van borstkanker. Klaagster verwijt de huisarts dat hij tot tweemaal toe een verkeerde diagnose heeft gesteld terwijl er, zo bleek later, sprake was van uitgezaaide bot- en leverkanker. Het Regionaal Tuchtcollege wees de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster. 16-01-2020
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht van de IGJ tegen een huisarts. De huisarts heeft tijdens een thuisbezoek seksueel contact met patiënte. Tegen het advies van de zedenrecherche in brengt de huisarts de volgende dag weer een thuisbezoek aan patiënte. Zowel het RTG als het CTG verklaart de klachten van de IGJ gegrond. Het CTG komt enkel tot een andere proeftijd van het voorwaardelijke deel van de opgelegde maatregel. 16-01-2020
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een oogarts. Verweerder heeft te lang de onjuiste diagnose van zijn collega gevolgd, terwijl verweerder gedurende het behandeltraject een eigen verantwoordelijkheid had: hij had actief en kritisch naar de diagnostische onderzoeksresultaten moeten kijken. De klacht is gegrond. De in eerste aanleg opgelegde waarschuwing wordt in hoger beroep een berisping. 16-01-2020
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Kennelijk ongegronde klacht tegen een kinderarts. De inspanningen van de arts hebben niet geleid tot het vinden van een oorzaak voor de klachten van klager, maar dit is niet verwijtbaar. De verwijzing naar de dermatoloog is ook niet verwijtbaar. De overwegingen tot overleg met Veilig Thuis zijn begrijpelijk en de verwijzing naar de kinder- en jeugdpsychiater, vanwege meervoudige en complexe problematiek, ook. Dat slechts een deel van het patiëntendossier in HIX voor klager inzichtelijk was, is de arts niet te verwijten. De klacht is kennelijk ongegrond. 14-01-2020
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Door het Regionaal Tuchtcollege is de klacht van klaagster tegen een GZ-psycholoog kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Het RTG was van mening dat het klaagschrift van klaagster niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen, omdat het onvoldoende duidelijk was. Van deze beslissing is klaagster in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat het klaagschrift wel voldoet aan de daaraan te stellen eisen en dat het zich leent voor inhoudelijke behandeling. Op grond van artikel 73 lid 3 Wet BIG doet het CTG de zaak zelf af en verklaart de klacht ongegrond. 09-01-2020
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie ziekenhuizen Cliënt is in het ziekenhuis uit bed gevallen en loopt een fractuur op welke pas later wordt geconstateerd. Bij cliënt was een verhoogd valrisico aanwezig vanwege epilepsie. Daarnaast is cliënt bij een eerdere ziekenhuisopname ook enkele malen uit bed gevallen; dit was niet aangetekend in zijn dossier. Cliënt stelt het ziekenhuis aansprakelijk voor de geleden schade. Het ziekenhuis voert aan dat valpreventiemaatregelen zijn ingezet. De commissie oordeelt dat als verplegend personeel had geweten van de eerdere incidenten een uitgebreid valpreventiebeleid passend zou zijn geweest. Daarnaast had cliënt na de val door een arts onderzocht moeten worden; dat was niet het geval. De commissie verklaart de klacht gegrond en kent een vergoeding toe voor de geleden (im)materiële schade. 2019-09-06
- Scheidsgerecht Gezondheidszorg De geschillen van partijen hebben in de kern betrekking op de vraag of de leden van de Vakgroep kunnen werken volgens het Beroepsprofiel, in het bijzonder ten aanzien van de geïntegreerde taakset. A. heeft arts-microbioloog K. toegang verleend tot de ruimtes en ICT-omgeving van een van de laboratoria van A., zonder de leden vooraf in te lichten. Hierbij dreigt een situatie waarin de leden van de Vakgroep hun verantwoordelijkheid niet geheel kunnen nemen. Het Scheidsgerecht is het hier mee eens en neemt dit mee in zijn oordeel. 2019-06-06
- Rechtbank Noord-Nederland Cosis, een grote zorgaanbieder in het noorden van het land, heeft negen gemeentes in kort geding betrokken naar aanleiding van vier door de gemeentes aangekondigde aanbestedingen ter uitvoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Lentis en Dignis, twee andere zorgaanbieders, hebben zich door middel van tussenkomst gevoegd aan de zijde van Cosis. Cosis stelde zich op het standpunt dat de uitvoeringseisen in de aanbesteding, die verliep via het 'Zeeuwse Model', disproportioneel en niet transparant zijn. Onder andere zou het geschiktheidscriterium voor een drietal percelen disproportioneel en in strijd met de (U)AVG zijn en zouden de door de gemeentes vastgestelde tarieven onjuist, te laag en niet kostendekkend zijn. De wijze waarop de tarieven waren vastgesteld zou bovendien ondeugdelijk zijn en ten slotte zouden de gemeentes in strijd hebben gehandeld met het gelijkheids- en transparantiebeginsel. Lentis en Dignis hebben gelijkluidende bezwaren aan hun vordering ten grondslag gelegd. Cosis heeft een gebod tot intrekking van de aanbesteding en heraanbesteding gevorderd. De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat twee van de bezwaren van Cosis terecht zijn, maar dat die bezwaren niet zodanig zijn dat dit een toewijzing van de gevorderde intrekking en heraanbesteding rechtvaardigt. Volgens de voorzieningenrechter kunnen de aanbestedingen doorgang vinden onder de voorwaarde dat de termijneis bij twee percelen op een termijn van één jaar gesteld dient te worden en er met betrekking tot een aantal percelen nog een door en op kosten van de gemeentes uit te voeren kostprijsonderzoek dient plaats te vinden. 2019-12-13