Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Automatisch de hoogste 5% aanmerken als excessief is in strijd met de vergoedingensystematiek van de Zvw
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, is afkomstig van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) (GZR 2020-0221). Aanleiding voor de uitspraak is een aanwijzing van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan drie zorgverzekeraars. Deze zorgverzekeraars pasten standaard 5% korting toe op het bedrag dat zij aan niet-gecontracteerde zorgaanbieder Stichting Zorghuis vergoeden. Verzekerden van Zorghuis hebben een restitutiepolis bij de desbetreffende zorgverzekeraars en dus recht op een volledige vergoeding. Volgens de NZa is automatisch en/of gestandaardiseerd afwijzen van een deel van de declaraties niet gerechtvaardigd; het vaststellen dat een declaratie onevenredig hoog is – het argument dat de verzekeraars hanteren – kan volgens de NZa alleen op grond van een individuele beoordeling geschieden. Met dat standpunt is het CBb het eens. Het CBb oordeelde dat uit de Zorgverzekeringswet en het Besluit zorgverzekeringen volgt dat het uitgangspunt bij een restitutiepolis is dat de nota van de zorgaanbieder volledig vergoed wordt. Daarop bestaat slechts een uitzondering indien een nota wordt ingediend die onredelijk hoog is; dan moet de zorgverzekeraar op het te vergoeden bedrag de kosten in mindering brengen die hoger zijn dan in de Nederlandse marktomstandigheden in redelijkheid passend is. Daarbij moet gekeken worden naar het marktconforme tarief voor de specifieke categorie zorgactiviteiten. Indien volgens de zorgverzekeraar sprake is van een excessieve nota, dan moet de zorgverzekeraar dat in het individuele geval motiveren. Het gehanteerde beleid, waarbij geen individuele beoordeling plaatsvindt maar waarbij automatisch de hoogste 5% wordt aangemerkt als excessief, is in strijd met de wettelijke vergoedingensystematiek.
Onzorgvuldigheid bij het uitvoeren van euthanasie leidt tot waarschuwing
De tweede uitspraak is gewezen door het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam, zulks naar aanleiding van een klacht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over een specialist ouderengeneeskunde die volgens de IGJ onvoldoende zorg heeft betracht bij de euthanasie van een diep demente patiënte (GZR 2020-0231). De klacht ging specifiek over het volgen van de schriftelijke wilsverklaring en het onvoldoende onderbouwd afwijken van het oordeel van de SCEN-arts. Het tuchtcollege verklaarde het tweede klachtonderdeel gegrond. Redengevend daarvoor is dat de specialist onvoldoende heeft toegezien op de kwaliteit van het verslag van de SCEN-arts; zij had het verslag terug moeten geven met het verzoek het aan te passen dan wel een andere onafhankelijke SCEN-arts moeten vragen een SCEN-consult te verrichten. De specialist heeft het verslag echter geaccepteerd en ervoor gekozen een collega te raadplegen ten behoeve van gezamenlijke reflectie. Los van de omstandigheid dat deze collega niet onafhankelijk was, kan de verklaring van die collega niet dienen als alternatief voor een SCEN-advies en vooral niet als een eenduidige bevestiging van het uitzichtloos en ondraaglijk lijden. De specialist heeft de huisarts en de betrokken specialist ouderengeneeskunde niet meer naar hun inschatting van het lijden gevraagd. Zij is blijven vasthouden aan haar eigen waarnemingen van het actuele lijden van patiënte en het oordeel van de familie en verpleging. De door de SCEN-arts opgeworpen vraag of de dementie bij patiënte inmiddels niet zo vergevorderd was dat van actueel lijden geen sprake meer was, is aldus onvoldoende onderzocht. De specialist heeft hiermee onvoldoende zorgvuldigheid betracht. Hierbij betrekt het tuchtcollege ook de omstandigheid dat euthanasie bij een diep demente patiënt binnen en buiten de beroepsgroep onderwerp van debat is en (daarmee) in Nederland uitzonderlijk is. De specialist is gewaarschuwd.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een annotatie van de hand van prof. dr. Aart Hendriks (Universiteit Leiden). Aart gaat in op de uitspraak van de voorzieningenrechter te Amsterdam die de door Stichting Viruswaarheid en vijf inwoners van Amsterdam gevraagde buitenwerkingstelling van de noodverordening weigerde (GZR 2020-0237). Zoals wellicht bekend, houdt deze noodverordening in dat in bepaalde delen van Amsterdam het verbod geldt je daar te begeven zonder mondkapje. Aart beziet het oordeel van de rechter kritisch in relatie tot de in het geding zijnde grondrechten en de schending van die grondrechten.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Rechtbank
- Rechtbank Amsterdam Kort geding. Vijf inwoners van Amsterdam en stichting Viruswaarheid vorderen buitenwerkingstelling van de in augustus 2020 geldende noodverordening in Amsterdam, het verbod om zich in bepaalde (drukke) gebieden te begeven zonder mondkapje. Zij vinden dat de verordening onbevoegd is ingesteld, dat het een onrechtmatige inperking van grondrechten is, dat de noodzaak ontbreekt en dat het een immoreel experiment is. Voor ingrijpen in kort geding is alleen plaats indien de noodverordening onmiskenbaar onverbindend is. De rechter oordeelt dat er wel sprake is van een relatief geringe inbreuk van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, maar dat de aangevoerde bezwaren de regelgeving niet onmiskenbaar onrechtmatig maken. De gevraagde voorziening wordt geweigerd. 19-08-2020
- Rechtbank Gelderland Zorgmachtiging afgegeven voor negen maanden in verband met nadere diagnostiek. 28-07-2020
- Rechtbank Oost-Brabant Ter beantwoording van de vraag of een behandelend neuroloog in de diagnostiek onzorgvuldig heeft gehandeld, heeft de rechtbank een deskundige benoemd. De deskundige concludeert tot onzorgvuldig handelen. Het ziekenhuis weerspreekt gemotiveerd de conclusie van de deskundige. De rechtbank oordeelt dat, in het licht van de gemotiveerde betwisting van zijn rapport, de deskundige zijn conclusie dat de behandelend neuroloog onzorgvuldig heeft gehandeld, onvoldoende motiveert. De rechtbank volgt de deskundige niet en wijst de vordering af. 22-07-2020
- Rechtbank Noord-Holland Als gevolg van een schimmelinfectie heeft een vrouw verlittekende kale plekken op haar hoofd. De vrouw heeft haar huisarts aansprakelijk gesteld. Ter beoordeling van de aansprakelijkheid is een dermatoloog als deskundige ingeschakeld. De rechtbank neemt de conclusies van de deskundige over en neemt diens rapport als uitgangspunt voor de verdere beoordeling van de zaak. Op grond van wat in vorige tussenvonnissen is overwogen en van wat de deskundige heeft gerapporteerd, oordeelt de rechtbank dat het verband tussen de tekortkoming van de huisarts en de kale plekken bij de vrouw voldoende vaststaat. De rechtbank verwijst de zaak naar de rol voor onderbouwing van de schade. 22-07-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Toewijzing zorgmachtiging. Multi-problematiek. Zorg op de juiste plek lijkt Wzd, maar continuïteit van zorg gaat voor. Er wordt getoetst aan de Wvggz. 22-07-2020
- Rechtbank Gelderland Verzoek voortzetting crisismaatregel. Medische verklaring niet afgegeven door onafhankelijke psychiater in de zin van artikel 5:7 Wvggz. Terugverwijzing door Hoge Raad. Afwijzing verzoek. 20-07-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Zorgmachtiging toegewezen. Ambtshalve extra vorm van verplichte zorg toegewezen. 'Toezicht' in verzoekschrift anders gedefinieerd dan in Regeling verplichte ggz. 17-07-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Zorgverlener geeft zich ten onrechte uit als arts. Na onderzoek door de IGJ besluit de Minister van VWS een publiekssamenvatting van het rapport te publiceren op grond van de Wob. Verzoekster beoogt schorsing van het openbaarmakingsbesluit. Het belang van openbaarmaking weegt zwaarder. Geen strijd met artikel 6 AVG. Verzoek afgewezen. 13-07-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Zorgmachtiging toegewezen. Deze lijkt op de voorwaardelijke machtiging onder de Wet Bopz. 09-07-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Het CIZ verzoekt twee dagen na aflopen rechterlijke machtiging om een opvolgende rechterlijke machtiging; verzoek afgewezen. 02-07-2020
- Rechtbank Rotterdam Een ziekenhuis heeft onrechtmatig gehandeld jegens een voormalig werknemer door hem een toegangsverbod op te leggen voor het betreden van de publieke ruimten. Het ziekenhuis moet de schade veroorzaakt door de aantasting van de goede naam van werknemer vergoeden. 01-07-2020
- Rechtbank Amsterdam Bij een vrouw worden in 2015 bij een mammografie afwijkingen geconstateerd, waarschijnlijk kwaadaardig. De vrouw wordt tot tweemaal toe (in 2015 en 2016) een biopsie aangeraden, maar dat wil zij niet. Zij wendt zich tot een thermografische kliniek om haar borstgezondheid te laten controleren en monitoren. Dat loopt verkeerd af: in 2017 wordt in beide borsten kanker geconstateerd, is het te laat voor curatieve therapie en worden beide borsten van de vrouw geamputeerd. Zij vordert schadevergoeding omdat volgens haar de kliniek haar onjuist en onvolledig heeft geïnformeerd over de beperkte betrouwbaarheid en beperkte preventieve werking van thermografie, en haar in die waan heeft gelaten. Daarvan is echter geen sprake volgens de rechtbank, eerder van het tegendeel. De rechtbank wijst de vordering af. 24-06-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Beroep tegen crisismaatregel ongegrond. Hoorplicht goed uitgevoerd namens burgemeester. Geen reden voor schadevergoeding voor gestelde immateriële schade. 20-03-2020
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht van de IGJ over onzorgvuldige euthanasie bij wilsonbekwame, demente patiënte. Het RTG oordeelt dat de actuele situatie van de patiënte voldeed aan de situatie zoals omschreven in haar wilsverklaring. De arts mocht uitgaan van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts mocht de schriftelijke euthanasieverklaring van patiënte in de plaats stellen van een mondeling verzoek. De arts is afgeweken van het oordeel van de SCEN-arts. Zij heeft een tweede niet-onafhankelijk arts geraadpleegd. Omdat niet is gebleken dat de arts de ondraaglijkheid van het lijden voldoende kritisch heeft heroverwogen of de mogelijkheid van een redelijke andere oplossing nader heeft onderzocht, heeft zij niet voldoende zorgvuldig gehandeld. Het RTG volstaat met een waarschuwing. 17-08-2020
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een arts die medisch advies uitbracht in verband met een huisvestingsurgentieverklaring. De arts kreeg van het RTG een waarschuwing omdat zij het inzage-, correctie- en blokkeringsrecht niet juist had toegepast. Het oordeel blijft in hoger beroep in stand. 14-08-2020
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven De eerste klachten zien op de diagnostiek en behandeling. Het RTG is van oordeel dat de overeengekomen zorgplannen een deugdelijke basis vormen voor de diagnostiek en behandeling van de bij het kind vastgestelde, niet eenduidige problematiek. Het gebrek aan medewerking van de ouders, die als de meest betrokkenen bij het kind bij een dergelijk onderzoek en behandeling betrokken moeten worden, kan de behandelaars niet worden verweten. De overige klachten worden, onder andere vanwege de algemeenheid van de stellingen van klager tegenover de gespecificeerde door verweerster verstrekte gegevens, als ongegrond aangemerkt. 13-08-2020
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven De eerste klachten zien op de diagnostiek en behandeling. Het RTG is van oordeel dat de overeengekomen zorgplannen een deugdelijke basis vormen voor de diagnostiek en behandeling van de bij het kind vastgestelde, niet eenduidige problematiek. Het gebrek aan medewerking van de ouders, die als de meest betrokkenen bij het kind bij een dergelijk onderzoek en behandeling betrokken moeten worden, kan de behandelaars niet worden verweten. De overige klachten worden, onder andere vanwege de algemeenheid van de stellingen van klager tegenover de gespecificeerde door verweerster verstrekte gegevens, als ongegrond aangemerkt. 13-08-2020