Naar boven ↑

Update

Nummer 1, 2020
Uitspraken van 20-12-2019 tot 16-01-2020
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u de eerste GZR Update van 2020 aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Eenzijdige wijziging arbeidsomstandigheden soms aanvaardbaar
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, betreft een arbeidsrechtelijk geschil (GZR 2019-0329). Woonzorg Nederland wijzigde eenzijdig het werkgebied van een projectleider die al jaren een slechte werkrelatie had met de clustermanager. Omdat de projectleider het hiermee niet eens was, lag aan de kantonrechter de vraag voor of Woonzorg Nederland dit had mogen doen. De kantonrechter beantwoordde deze vraag aan de hand van het goed werkgever- respectievelijk werknemerschap en oordeelde dat Woonzorg Nederland, gelet op de continue problemen in de samenwerking, voldoende reden had om tot een wijziging te komen met het doel voor een werkbare situatie te zorgen. De wijziging is ook redelijk gezien het werkgebied en de woonplaats van de projectleider, en de mogelijkheid om in werktijd te reizen. Aan een en ander doet niet af dat voor de andere werknemer een andere keuze is gemaakt; in een situatie als deze is het aan de werkgever om met het oog op een passende oplossing, keuzes te maken.

Ontbinding pas als verbetertraject is doorlopen
De tweede uitspraak betreft eveneens een arbeidsrechtelijk geschil (GZR 2019-0332). Het geschil betrof een oncoloog met een dienstverband bij het Radboud UMC over wie door meerdere patiënten klachten waren geuit. Voorts was gebleken dat de medisch specialist gedurende een bepaalde periode niet geregistreerd was geweest als arts respectievelijk internist en zelfs nooit als internist-oncoloog geregistreerd was. De oncoloog werd een verbetertraject voorgesteld terwijl tegelijkertijd ook een Commissie van Onderzoek werd belast met de opdracht onderzoek te doen naar het functioneren van de medisch specialist. Deze commissie kwam tot de conclusie dat sprake was van disfunctioneren. Omdat de commissie ook de vrijheid had genomen te adviseren over een verbetertraject en daarbij had aangegeven dat de medisch specialist niet coachbaar zou zijn, werd de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter deed dit echter niet omdat er – kort gezegd – (1) in het rapport van de Commissie van Onderzoek onjuistheden stonden, (2) het verbetertraject niet was gestart en 3) niet van een duurzame verstoring van de arbeidsrelatie was gebleken.

Veroordeeld ter zake van dood door schuld
De derde, tevens laatste, uitspraak die ik in deze nieuwsbrief wil belichten, is een strafzaak (GZR 2020-0001). In verband met het overlijden van een 10-jarige jongen is een kinderarts strafrechtelijk vervolgd en vervolgens veroordeeld voor dood door schuld. Naar het oordeel van het hof had de kinderarts te lang vastgehouden aan de diagnose van (basilaire) migraine, ook toen de klachten niet langer bij die diagnose pasten, en had zij nagelaten tijdig nader onderzoek te doen c.q. een brede differentiaaldiagnose te stellen of collega’s te raadplegen. In eerste aanleg werd de kinderarts ook reeds veroordeeld (GZR 2017-0107).
U kunt binnenkort een annotatie bij deze uitspraak verwachten.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een annotatie van de hand van August Van (Beer advocaten). August bespreekt een arrest van het Gerechtshof Den Haag waarin de hoogte van het aan de nabestaanden van een overleden patiënte uit te keren smartengeld centraal stond (GZR 2019-0274). In eerste aanleg kregen de nabestaanden € 200.000 toegewezen, maar in hoger beroep werd dit bedrag teruggebracht tot € 135.000. August beziet welke overwegingen aan de hoogte (en het verschil) ten grondslag hebben gelegen.
Lezen dus!

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep

Tuchtcolleges

Uitspraken zonder ECLI