Naar boven ↑

Update

Nummer 5, 2019
Uitspraken van 05-03-2019 tot 14-03-2019
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

DNA-vergelijkingsonderzoek toegestaan
De eerste uitspraak die ik graag onder uw aandacht breng, betreft een DNA-vergelijkingsonderzoek (GZR 2019-0051). Om dit onderzoek was verzocht door een groot aantal patiënten van een inmiddels overleden fertiliteitsarts en hun donorkinderen. Doel van het onderzoek is vast te stellen dan wel uit te sluiten dat de fertiliteitsarts zelf de biologisch vader is van de donorkinderen. De kliniek van de fertiliteitsarts werd bij leven in 2009 gesloten. In 2014 volgde uit een inspectiebezoek dat sprake was van – kort gezegd – administratieve wantoestanden. In 2017 gaf de voorzieningenrechter toestemming voor het vergaren van DNA-materiaal met het oog op het verkrijgen van een profiel (GZR 2017-0234).
De Rechtbank Rotterdam wees het verzoek om een vergelijkingsonderzoek met het verkregen DNA-profiel toe. Na bespreking van het wettelijk kader beoordeelde de rechtbank daartoe de samenhang van de vorderingen, de zorgplicht van de fertiliteitsarts, of er semen van de fertiliteitsarts is gebruikt, en de belangen van partijen.

Belanghebbende ben je niet zonder meer
Een tweede, in procedurele zin interessante, uitspraak gaat over een aanwijzing van de Nederlandse Zorgautoriteit ter zake van het overtreden van artikel 35 van de Wet marktordening gezondheidszorg (GZR 2019-0053). De aanwijzing was opgelegd aan een zorggroep. Tegen die aanwijzing maakten twaalf tot die zorggroep behorende ZBC’s bezwaar. Vervolgens stapten zij naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Daar werden zij echter niet-ontvankelijk verklaard. Het college overwoog dat de aanwijzing gericht was aan de zorggroep en niet aan de ZBC’s. Het college somde daartoe een aantal feiten en omstandigheden op, zoals het postadres.

Ruime medische machtiging kritisch beoordeeld
De laatste uitspraak die ik hier benoem, gaat over de reikwijdte van de medische machtiging in kwesties van aansprakelijkheid van een hulpverlener voor diens onzorgvuldig handelen (GZR 2019-0054). In dit geval stond vast dat een radioloog een fractuur had gemist. Ter beoordeling van de aansprakelijkheid verzocht de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar ondertekening van een ‘ruime’ machtiging, waarin de medisch adviseurs maar ook de juridisch adviseurs toestemming zouden krijgen om inzage te hebben in het medisch dossier van de patiënt. Deze laatste weigerde ondertekening van deze machtiging, waarop de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar de zaak niet in behandeling nam. Dit laatste is een onjuiste houding, aldus de Rechtbank Oost-Brabant. Vaststaat dat een diagnose is gemist, maar dat nog beoordeling behoeft of dat komt door een fout; er is daarmee voor de verzekeraar alle reden om die aansprakelijkheid te onderzoeken. Een ander oordeel kan niet volgen uit de jurisprudentie van de verzwaarde stelplicht of artikel 6 EVRM. De patiënt zelf is voorts niet gebonden aan de GOMA. Slotsom is dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar gehouden is de zaak in behandeling te nemen, zonder de extra voorwaarde van een getekende ruime machtiging.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een annotatie van de hand van Melita van der Mersch (Velink & De Die advocaten). Zij verduidelijkt het arrest van het Gerechtshof Den Haag in de kwestie van de ‘abortuspil’ (GZR 2019-0046) en geeft haar visie op het arrest. Zij bespreekt waarom het nu onduidelijk is of het verstrekken van zo een pil wel of niet strafbaar is en wat de taak is van de wetgever en de minister hierin.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hof

Rechtbank

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Tuchtcolleges

Uitspraken zonder ECLI