Update
Geachte heer/mevrouw,
Na onze speciale wetgevingseditie, treft u bijgaand een nieuwe ‘gewone’ GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er twee voor u uit.
Gedwongen opname geen oplossing voor ernstig conflict
De eerste uitspraak waarop ik uw aandacht wil vestigen, ziet op een verzoek tot een voorlopige machtiging als bedoeld in de Wet Bopz (GZR 2019-0040). Het verzoek betreft een verstandelijk beperkte jonge vrouw met een autismespectrumstoornis. De ouders en de begeleiders hebben een ernstig conflict. Dit laatste nu mag echter geen reden zijn voor een gedwongen opname, aldus de rechtbank. Een gedwongen opname is een laatste redmiddel en in deze situatie niet passend; de invloed van een verhuizing op iemand met genoemde stoornis is groot en daarnaast heeft de betrokken vrouw aangegeven bereid te zijn mee te werken aan een onderzoek naar twee hulpvragen en een geschikte woonvorm. Zij is bereid tot vrijwillige opname. In een overweging ten overvloede adviseert de rechtbank alle betrokkenen om de situatie ten goede te keren door middel van constructieve gesprekken over wat het beste is voor de betrokken vrouw, dit onder begeleiding van een neutrale en daarvoor opgeleide derde, zodat ouders en begeleiders meer vertrouwen in elkaar krijgen en elkaar meer ruimte geven.
Artikel 296 Sr en de overtijdbehandeling
Een tweede uitspraak die ik wil belichten, betreft het hoger beroep over de abortuspil (GZR 2019-0046). De stichtingen Women on Waves en Proefprocessenfonds Clara Wichmann, de vereniging Eerstelijns Verloskundigen Amsterdam Amstelland (EVAA) en acht afzonderlijke artsen vorderden dat de Staat aan huisartsen, apothekers en groothandels een bericht stuurt dat het voorschrijven, ter hand stellen dan wel leveren van een medicamenteuze overtijdbehandeling (de ‘abortuspil’) niet strafbaar is. Subsidiair vorderden zij een verklaring voor recht dat de Staat onrechtmatig handelt jegens vrouwen en huisartsen, wegens strijdigheid met wetsgeschiedenis, jurisprudentie, rechtsbeginselen en internationale verdragen, door de indruk te wekken dat dit wel strafbaar is. De Rechtbank Den Haag wees de vorderingen af. Het Gerechtshof Den Haag bekrachtigde het vonnis. In de kern komt het oordeel van het hof erop neer dat Women om Waves e.a. (voor zover ontvankelijk) geen belang hebben bij de primaire vordering. Het is aan het Openbaar Ministerie en de strafrechter om te oordelen of artikel 296 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) wordt overtreden; het hof kan geen duidelijkheid geven. Ook de minister van VWS en/of de IGJ kunnen niet door het doen van informatieve mededelingen vastleggen of een handeling in Nederland wel of niet strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld mag worden. Het is aan de wetgever om de strafbaarheid van handelingen te bepalen. Informeren door ‘de Staat’, het ministerie van VWS of de IGJ, kan een mogelijke (dreiging van een) strafvervolging op grond van artikel 296 Sr wegens het voorschrijven of ter hand stellen van geneesmiddelen voor medicamenteuze overtijdbehandeling buiten een vergunninghoudende kliniek of ziekenhuis, niet beletten. De primaire vordering aangaande het bevel tot informatieverstrekking (door schriftelijke mededelingen, in algemene zin, als in die vordering omschreven), stuit reeds hierop af. Wat de subsidiaire vordering betreft, komt het oordeel van het hof er in de kern op neer dat de reikwijdte van artikel 296 Sr niet duidelijk is. Het is dus onduidelijk of een overtijdbehandeling al dan niet strafbaar is. Tegen die achtergrond kan niet worden gezegd dat de uitlating van de IGJ, inhoudende dat er over de ‘abortuspil’ in relatie tot de overtijdbehandelingen discussie is en dat deze volgens de minister (nu) alleen in een vergunninghoudende instelling mogen worden uitgevoerd en dat de beoordeling bij het Openbaar Ministerie en de strafrechter ligt, onrechtmatig is.
Commentaren
Ik wijs u voorts op een nieuw commentaar van de hand van Nikee Groot (AKD advocaten). Nikee gaat in op de nieuwe rol van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) bij zorgfusies en de verscherping van haar beleid. In haar bijdrage licht Nikee toe wat de veranderingen van de werkwijze van de ACM zijn geweest in 2018 en hoe zij haar beleid langzaamaan verduidelijkt en verscherpt op het gebied van zorgfusies. Daarnaast wordt vooruitgekeken wat in 2019 te verwachten valt aan beleid van de ACM en het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS).
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam De NZa heeft een tandprotheticus boetes opgelegd voor overtreding van artikel 35 en 36 Wmg. De tandprotheticus vindt dat hij niet kwalificeert als zorgaanbieder in de zin van de Wmg, althans dat de boetes onevenredig zijn. De rechtbank verklaart zijn beroep ongegrond. 21-02-2019
- Rechtbank Rotterdam Een verzoek om een voorlopige machtiging wordt afgewezen omdat ouders en begeleiders – die een ernstig conflict met elkaar hebben – niet tot elkaar kunnen komen en een machtiging hier geen ‘ultimum remedium’ is en omdat betrokkene bereid is mee te werken aan een nader onderzoek over haar concrete hulpvragen en aan een vrijwillige opname, waartoe ouders en begeleiders niet bereid zijn. De rechtbank adviseert mediation om via die weg tot een oplossing in het belang van betrokkene te komen. 01-02-2019
- Rechtbank Den Haag Indien – in het kader van een machtiging tot voortgezet verblijf – de geneeskundige verklaring is opgesteld door een niet bij de behandeling betrokken psychiater, dan moet die verklaring niet alleen voorzien zijn van een handtekening van de geneesheer-directeur (voorgeschreven door art. 16 lid 2 Wet Bopz), maar uit zorgvuldigheidsoogpunt ook door de beoordelende psychiater zelf. Die handtekening kan worden vervangen door een ter zitting door de psychiater afgelegde verklaring. 14-05-2018
Tuchtcolleges
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een huisarts over een onjuiste diagnose van de overleden moeder van klaagster. De huisarts heeft een waarschuwing gekregen omdat zij zorgvuldiger onderzoek had moeten verrichten. In hoger beroep wordt het klachtonderdeel over het gebrek aan ruimtelijke privacy in het gesprek tussen de huisarts en de assistente over patiënte en klaagster (dit gesprek was voor derden hoorbaar) gegrond verklaard. Het CTG laat de maatregel van waarschuwing in stand. 14-02-2019
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een orthopedisch chirurg na twee operaties bij aanhoudende rugklachten. Klaagster verwijt de chirurg schending van informed consent. Het RTG verklaart de klacht deels gegrond en legt een berisping op. Het CTG komt tot het oordeel dat er voldoende aanknopingspunten zijn dat een deugdelijke anamnese is afgenomen en klaagster is voorgelicht over de noodzaak van de operatie en de gekozen techniek. Het CTG vernietigt de uitspraak van het RTG. 14-02-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Een huisarts heeft berichten van de verloskundige over de zwangerschap van klaagster gemist. Hierdoor heeft het kunnen gebeuren dat de klachten van klaagster niet zijn beoordeeld in het licht van haar zwangerschap. Bovendien heeft verweerster te lang volhard in haar aannames. De klacht is gegrond. Verweerster krijgt een berisping. 11-02-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Een apotheker krijgt een waarschuwing opgelegd omdat hij bij de levering van medicatie aan klager onvoldoende oplettendheid heeft betracht. Het werkproces dat hij dienaangaande had ingericht, voldeed niet. Ondanks het gegeven dat hierdoor een ernstig risico voor klager is ontstaan, wordt volstaan met oplegging van een waarschuwing, nu verweerder inzicht in zijn handelen heeft getoond en zeer transparant is geweest. 29-01-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle In deze zaak gaat het om verwijten aan een oogarts over onder andere diens bejegening. Verwijten omtrent de communicatie laten zich in het algemeen moeilijk beoordelen door een derde, zoals het RTG Zwolle, die van die communicatie geen getuige is geweest. De beleving daarvan berust immers voor een groot deel op de subjectieve interpretatie van degenen tussen wie de communicatie heeft plaatsgevonden. Wanneer ook over de gebezigde bewoordingen verschil van mening bestaat, betekent het voorgaande dat degene van wie wordt gevraagd de verwijten te beoordelen bij die beoordeling met betrekking tot de aanname van feiten terughoudendheid in acht moet nemen. De feiten moeten met een voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld, voordat kan worden beoordeeld of het gedrag tuchtrechtelijk verwijtbaar is of niet. Om die reden gaat het RTG Zwolle in beginsel uit van hetgeen is opgetekend in het medisch dossier. De klacht is kennelijk ongegrond. 28-01-2019
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager is door het RTG niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht wegens onacceptabel taalgebruik in het klaagschrift. Het CTG oordeelt dat klager voldoet aan de in artikel 65 tweede lid van de Wet BIG gestelde eisen en daarmee wel ontvankelijk is in zijn klacht. De enkele omstandigheid dat het taalgebruik niet zakelijk is doet daar niet aan af. 13-09-2018