Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Uitzondering regel ‘geen inzage zonder toestemming’ bij bemoeizorg
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, gaat over bemoeizorg (GZR 2019-0272). Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ’s-Gravenhage overwoog naar aanleiding van een klacht over het door de psychiater zonder toestemming inzien van het dossier van klager, psychiatrisch patiënt, dat ook in het kader van bemoeizorg hiervoor in beginsel toestemming van de patiënt nodig is. Het tuchtcollege overwoog echter ook dat zich gezien het bijzondere karakter van bemoeizorg omstandigheden kunnen voordoen die inzage zonder vooraf gegeven toestemming rechtvaardigen. In dit geval werden die omstandigheden gevonden in het feit dat een aanhouding van klager gepland stond en in de door de verpleegkundige aan de psychiater geschetste psychische gesteldheid van klager. Belangrijk is ook de overweging van het tuchtcollege dat naar zijn oordeel de Handreiking Gegevensuitwisseling in de bemoeizorg die van toepassing is op meldingen, naar analogie kan worden toegepast op een vooraanmelding zoals in de onderhavige kwestie.
Begroting hoogte ander nadeel
De tweede uitspraak die ik aanstip, is afkomstig van het Gerechtshof Den Haag en betreft een kwestie van medische aansprakelijkheid (GZR 2019-0274). Het hof had in hoger beroep louter te oordelen over de hoogte van de vergoeding van het ander nadeel en deed dat door uitvoerig in te gaan op de ernst van het verwijtbaar handelen en de regels omtrent de begroting van dergelijk nadeel. Het hof kwam uit op een vergoeding van € 135.000 en kwam daarmee op een lager bedrag uit dan de rechtbank eerder, die het ander nadeel begrootte op € 200.000.
Geluidsopname is in beginsel geen onrechtmatig verkregen bewijs
De derde uitspraak breng ik u onder uw aandacht, omdat deze andermaal toont dat het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg een geluidsopname niet zonder meer aanmerkt als onrechtmatig verkregen bewijs, ook al is het een opname zonder toestemming. Dit kan anders zijn als sprake is van bijkomende omstandigheden (GZR 2019-0275).
Topsegmenteis geen technische specificatie aldus A-G
Tot slot breng ik een conclusie van A-G Drijber onder uw aandacht (GZR 2019-0277). Deze uitvoerige conclusie heeft betrekking op het cassatieberoep waarin Medtronic stelde dat het VU medisch centrum onrechtmatig had gehandeld door in het kader van een Europese aanbesteding voor medische hulpmiddelen een topsegmenteis op te nemen. Hierbij werden inschrijvers verplicht om de ‘nieuwste versie’ aan te bieden. Daarnaast stelde VUmc een prijsplafond in. Volgens Medtronic is de topsegmenteis een technische specificatie en, in combinatie met het prijsplafond, disproportioneel. A-G Drijber betoogde echter dat beide klachten falen. Hij concludeerde onder meer dat het Gerechtshof Amsterdam het begrip ‘technische specificaties’ niet te eng had geïnterpreteerd. Het hof had beoordeeld of met de topsegmenteis een omschrijving werd gegeven van technische eisen of kenmerken met betrekking tot de ICD’s waarop de aanbesteding zag. Dat was niet het geval volgens het hof en volgens de A-G had het hof hiermee de juiste maatstaf gehanteerd.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een noot van de hand van Kitty Volker (Lauxtermann advocaten). Kitty gaat aan de hand van een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle in op de beoordeling van een deskundigenonderzoek en in het bijzonder op de vraag of er door de tuchtrechter een andere maatstaf wordt gehanteerd dan door de civiele rechter (GZR 2019-0248).
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend en voor wie eraan meedoet: een gezellige Sint-Maarten!
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een ouderpaar heeft als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige zoon het Bravis ziekenhuis aansprakelijk gesteld op grond van onrechtmatige daad voor tijdens de bevalling gemaakte fouten door (a) de gynaecoloog en klinisch verloskundige (onjuiste interpretatie CTG-registratie tijdens bevalling) en (b) de klinisch verloskundige (te vroeg en te vaak toepassen fundusexpressie). Volgens het ouderpaar zijn de tijdens de bevalling opgelopen bloedingen van de zoon en zijn neurologische klachten daardoor veroorzaakt. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelt (mede) op basis van uitgebrachte deskundigenberichten dat wat betreft de interpretatie van de CTG’s door de klinisch verloskundige en gynaecoloog geen sprake is van medische fouten. Wat betreft het toepassen van fundusexpressie door de klinisch verloskundige tijdens de baring heeft het hof behoefte aan een nadere toelichting van de door de rechtbank benoemde deskundige, meer in het bijzonder over wat bedoeld is met het verrichten van fundusexpressie tijdens c.q. gedurende maximaal drie persweeën. Daartoe wordt een meervoudige comparitie gelast waarvoor ook de deskundige wordt opgeroepen. 29-10-2019
- Gerechtshof Den Haag Vier kinderen van een inmiddels overleden vrouw hebben een deelgeschil aanhangig gemaakt. Zij hebben een bedrag ter zake van immateriële schade gevorderd (geen affectieschade), waaraan een doktersdelay ten grondslag ligt van vijf jaar en een vermindering van de overlevingskans van de vrouw van 92 procent naar dertien procent. Alle omstandigheden afwegende kwam de deelgeschilrechter tot het oordeel dat een bedrag van € 200.000 moest worden betaald. Beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar MediRisk B.A. is vervolgens in hoger beroep gegaan. Het ziekenhuis is als derde opgeroepen, maar niet verschenen. Het Gerechtshof Den Haag heeft vervolgens geoordeeld dat een vergoeding ter zake van ander nadeel van € 135.000 billijk is. Het te veel betaalde moeten de kinderen terugbetalen. 22-10-2019
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Bij de inkoop van jeugdhulp blijven tarieven een heikel punt. Zo ook in deze zaak. De H10-gemeenten zijn een zogenoemde ‘aanmeldprocedure’ in het kader van het open-housemodel gestart voor de inkoop van specialistische en hoog-specialistische/hoog-complexe jeugdhulp. De daarin gehanteerde (voorgeschreven) tarieven werden echter als te laag c.q. disproportioneel beschouwd. De voorzieningenrechter oordeelt dat de H10-gemeenten onvoldoende hebben kunnen onderbouwen dat zij proportionele en reële tarieven hebben vastgesteld, die kostendekkend zijn en die voldoen aan de eisen die de Jeugdwet daaraan stelt. 22-10-2019
- Rechtbank Rotterdam Wanneer een behandelaar besluit tot dwangmedicatie en in de mededeling op grond van artikel 40a Wet Bopz worden twee soorten medicatie genoemd, dan staat het de behandelaar niet vrij om, zonder nieuwe schriftelijke mededeling, daaraan een derde (ander) medicijn toe te voegen, ook al staat in de schriftelijke mededeling ex artikel 40a Wet Bopz dat de keus van de medicatie in de loop van de behandeling veranderd kan worden. 18-10-2019
- Rechtbank Den Haag Een man vordert een verklaring voor recht inhoudende dat HMC Westeinde aansprakelijk is voor de door hem geleden en nog te lijden schade als gevolg van een medische behandeling. Deze behandeling bestond uit het toedienen van een intravitreale injectie met het geneesmiddel Avastin in zijn rechteroog. De Rechtbank Den Haag wees de vordering echter af. De rechtbank kon niet vaststellen dat de man onvoldoende was geïnformeerd en evenmin dat er onzorgvuldig was gehandeld door het ziekenhuis en de behandelend arts. 30-09-2019
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Een huisarts legt in het kader van een opsporingsonderzoek naar het handelen van een collega-huisarts een verklaring af. Dit werd gerechtvaardigd geacht en ook inhoudelijk handelde zij niet onzorgvuldig. Zij ging wel te ver door uitspraken te doen over de persoon(lijkheid) van de verdachte huisarts. De huisarts krijgt een waarschuwing. 30-10-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klachten tegen een GZ-psycholoog over de door haar opgestelde verklaringen aan de ex-echtgenoot van klager over hun minderjarige kind. De verklaringen zijn in verschillende procedures gebruikt. De psycholoog heeft geen toestemming gevraagd aan klager en zij heeft ten onrechte geweigerd de rapportage aan klager te verstrekken, terwijl hij als enig gezaghebbend ouder daar wel recht op had. De psycholoog heeft onzorgvuldig gehandeld. Het RTG legt de maatregel van een berisping op. 29-10-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klachten tegen een cardioloog over het naar huis sturen van klager nadat deze een schok had gehad van zijn ICD. De volgende dag is klager buiten bewustzijn geraakt. De cardioloog had niet mogen volstaan met het advies aan klager om de volgende dag via de huisarts contact op te nemen met een ICD-centrum. Verweerder had klager zelf moeten zien of door een andere arts laten zien. Het RTG legt een berisping op. 28-10-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klacht tegen een tandarts over een onzorgvuldige en onvolledige behandeling. Het RTG oordeelt dat de vermelding van een behandelplan op een begroting niet voldoende is, waardoor niet aannemelijk is gemaakt dat een bepaalde behandeling is uitgevoerd. Patiënt is in afwijking van het standpunt van de KNMT over het beëindigen van de behandelingsovereenkomst zonder waarschuwing uitgeschreven uit de praktijk. De tandarts krijgt een waarschuwing. 25-10-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht tegen een bedrijfsarts in verband met het opstellen van een onjuiste rapportage en het niet-nakomen van afspraken. De bedrijfsarts heeft klager ook onvoldoende geïnformeerd over de reden waarom hij klager na ruim een half jaar belde, zonder dat een afspraak gepland stond. Het RTG oordeelt dat de communicatie en het advies ondermaats zijn. Het RTG acht de klachten merendeels gegrond en legt een berisping op. 24-10-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klachten tegen een psychiater over het raadplegen van zijn patiëntendossier zonder toestemming. Het RTG oordeelt dat in geval van bemoeizorg in principe ook toestemming moet worden verkregen voor inzage, maar dat de geplande aanhouding van klager en de geschetste psychische gesteldheid van klager voldoende aanleiding waren om inzage in het dossier van klager te rechtvaardigen, zonder dat voorafgaande toestemming van klager kon worden afgewacht. De psychiater heeft slechts kennisgenomen van de relevante informatie uit het dossier. 22-10-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klachten tegen een psychiater over het eerst psychiatrisch en dan pas somatisch onderzoeken van klaagster, het versturen van een brief aan de huisarts over de behandeling en het uitwisselen van informatie over klaagster met andere instanties. Het RTG oordeelt dat het handelen van de psychiater juist van goed hulpverlenerschap getuigt. De klacht is ongegrond. 22-10-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klachten tegen een huisarts over de behandeling van klagers overleden moeder. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht nu hij niet de veronderstelde wil van zijn moeder uitdrukt en daarmee geen rechtstreeks belanghebbende is. Klager dient pas acht jaar na haar overlijden een tuchtklacht in en niet is gebleken dat de moeder zelf een klacht heeft willen indienen jegens beklaagde. 22-10-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht tegen een bedrijfsarts over het verstrekken van persoonlijke gegevens van hem aan de advocaat van de werkgever van klager en het anderszins schenden van het beroepsgeheim. Het indienen van heimelijk opgenomen geluidsopnames en het gebruik daarvan door het RTG als bewijsmiddel is niet zonder meer onrechtmatig, tenzij er sprake is van bijkomende omstandigheden. De bedrijfsarts heeft zijn beroepsgeheim niet geschonden: de bedrijfsarts kan op verzoek van klagers werkgever nadere vragen beantwoorden van diens advocaat, zolang de bedrijfsarts daarbij geen andere informatie verstrekt dan hij aan de werkgever zou mogen verstrekken. Het RTG verklaart de klachten ongegrond. 05-03-2019
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie Huisartsen Klager verwijt verweerder niet adequaat te hebben gehandeld. Klager is tijdens een consult met verweerder verwezen naar zijn eigen huisarts en is niet doorverwezen voor bloedonderzoek. Verweerder heeft tijdens het consult op de huisartsenspoedpost niet tot de conclusie kunnen komen dat er sprake was van een spoedeisende aandoening met de noodzaak tot direct ingrijpen. 2019-09-16
- De Hoge Raad geeft nadere/nieuwe regels voor situaties dat in Bopz-zaken de behandelend rechter wordt gewraakt. Zolang de rechtbank niet heeft beslist op het machtigingsverzoek, omdat de behandelend rechter is gewraakt, hoeft de geneesheer-directeur aan de patiënt geen ontslag te verlenen, ook al verstrijkt de wettelijke beslistermijn als gevolg van dit wrakingsverzoek en de behandeling daarvan. De beslistermijn voor een voortzetting van een inbewaringstelling wordt verlengd met een termijn van vijf dagen, gerekend vanaf de dag na indiening van het wrakingsverzoek (met toepassing van de Algemene termijnenwet). Is die termijn niet haalbaar (heeft de wrakingskamer binnen die termijn geen uitspraak gedaan), dan mag de gewraakte rechter zelf de beslissing nemen, maar hij moet dan wel in zijn beslissing motiveren waarom de termijn van vijf dagen niet haalbaar is en welke bijzondere omstandigheden rechtvaardigen dat de gewraakte rechter toch de beslissing neemt.
- Geschillencommissie Zorg Algemeen De zorgaanbieder heeft niet (volledig) voldaan aan de zorgbeschrijving uit de zorgovereenkomst. Zo blijkt niet uit het dossier dat er sprake is geweest van begeleiding in de woning van cliënte, terwijl dat wel was afgesproken. Daarnaast heeft de zorgaanbieder de zorgovereenkomst in strijd met de regels opgezegd. Hij heeft in de opzeggingsbrief geen gewichtige reden genoemd en ook niet voldaan aan de overige zorgvuldigheidseisen. De Geschillencommissie Zorg Algemeen stelt de aan cliënte toekomende schadevergoeding naar redelijkheid en billijkheid vast op € 3.000. 2019-03-15