Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Ontslag van alle rechtsvervolging specialist ouderengeneeskunde
De eerste uitspraak die niet onvermeld mag blijven en waarop ik u in de vorige nieuwsbrief reeds wees, betreft de uitspraak van de Rechtbank Den Haag inzake de specialist ouderengeneeskunde die verdacht werd van een onzorgvuldig uitgevoerde euthanasie (GZR 2019-0246). De rechtbank achtte bewezen dat de arts het leven van de patiënte op uitdrukkelijk en ernstig verlangen had beëindigd (strafbaar gesteld in art. 293, eerste lid, WvSr). Zowel in de dementieclausule van 2012 als in de herziene dementieclausule van 2015 immers had de patiënte ondubbelzinnig te kennen gegeven dat zij beslist niet opgenomen wilde worden in een verpleeghuis en dat zij dan in elk geval euthanasie wilde. Deze wens had de patiënte bij de bespreking van het euthanasieverzoek en de dementieclausules bij de huisarts en ook bij de (driemaandelijkse) controlemomenten daarna bij de huisarts herhaald. Ook de echtgenoot en de dochter van patiënte, met wie zij door de jaren heen veelvuldig over haar wens tot euthanasie in geval van opname in een verpleeghuis, had gesproken, bevestigden deze lezing van de dementieclausules.
De rechtbank oordeelde niettemin eveneens dat voldaan was aan de zorgvuldigheidseisen van artikel 2 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek. Dat betekent dat er een rechtvaardiging was voor het handelen van de specialist (art. 293, tweede lid, WvSr), wat een ontslag van alle rechtsvervolging met zich brengt.
In dat verband wijs ik met nadruk op de overweging van de rechtbank dat, gegeven de diep demente toestand waarin de patiënte zich inmiddels bevond, op de arts niet de plicht rustte te informeren naar een actuele levens- of stervenswens van de patiënte (zie anders Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 19 maart 2019, GZR 2019-0111). Daarmee wordt volgens de rechtbank een eis gesteld die de wet niet kent. De specifieke positie van de wilsonbekwame patiënt brengt met zich dat mondelinge verificatie van zijn wens en zijn lijden niet mogelijk is. Met die eis zou afbreuk worden gedaan aan de wilsverklaring, die nu juist bedoeld is voor de situatie dat degene die de wilsverklaring heeft afgegeven in een situatie van ondraaglijk en uitzichtloos lijden zal geraken en niet langer in staat is zijn wil te uiten.
De rechtbank overwoog voorts ermee bekend te zijn dat in de medische wereld richtlijnen zijn opgesteld over het medisch handelen bij euthanasie waarin het standpunt wordt ingenomen dat de behandelend arts ook bij wilsonbekwamen nog wel moet proberen het standpunt van de patiënt over diens actuele euthanasiewens te verifiëren. Dat standpunt is echter strenger dan de wet, aldus de rechtbank. Wellicht verdient het vanuit een oogpunt van medische zorgvuldigheid aanbeveling zelfs met een persoon die daar de portee absoluut niet meer van kan inzien, te spreken over de actualiteit van zijn of haar, zoals in dit geval, jaren geleden aangegeven en sedertdien regelmatig geactualiseerde stervenswens. De rechtbank vermag de noodzaak daarvan echter niet in te zien, laat staan dat daartoe een juridische plicht bestaat.
De rechtbank oordeelde voorts dat, gelet op het feit dat de patiënte haar wil niet meer coherent kenbaar kon maken, de arts geen contra-indicaties hoefde te zien in de tegenstrijdige uitlatingen van de patiënte omtrent haar levens- of juist stervenswens.
Inmiddels is ook duidelijk dat het Openbaar Ministerie de procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft verzocht om cassatie in het belang der wet in te stellen. Deze heeft hierop positief gereageerd. Het voordeel hiervan voor de arts is dat een eventueel ander oordeel van de Hoge Raad voor haar geen gevolgen meer zal hebben; haar zaak is tot een definitief einde gekomen.
Klachtencommissie niet onafhankelijk
Een tweede uitspraak die ik wil belichten, betreft een bindend advies van de Geschillencommissie Zorg Algemeen (GZR 2019-0243). De geschillencommissie oordeelde dat de psycholoog in kwestie het beroepsgeheim had geschonden omdat deze zonder toestemming van patiënte informatie had gedeeld met de huisarts en met andere behandelaren die niet rechtstreeks bij de behandeling betrokken waren, ook al was dit in een multidisciplinair overleg. Belangrijk is tevens het oordeel van de geschillencommissie dat de klachtencommissie aan wie de patiënte eerder haar klachten had voorgelegd niet voldoende onafhankelijk is. Een van de leden is namelijk werkzaam bij de zorgaanbieder. Daar komt bij dat uit de uitspraak van de klachtencommissie duidelijk moet blijken welke personen in de klachtencommissie zitting nemen en welke functie zij bekleden, maar dat dat in het onderhavige geval niet zo was. Tot slot oordeelde de geschillencommissie dat de zorgaanbieder ten onrechte had nagelaten de patiënte binnen één maand schriftelijk te informeren over eventuele verbetermaatregelen.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een annotatie van de hand van Eva Jacobs (KiFiD). Zij schrijft over het cessieverbod dat een aantal zorgverzekeraars in de polisvoorwaarden heeft opgenomen, waardoor zorgaanbieders niet meer de door verzekerden gecedeerde vordering kunnen indienen bij die zorgverzekeraars. Eva gaat in op de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in dit verband (GZR 2019-0241) en kijkt naar de gevolgen voor de rechtspraktijk.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Ik wijs u zekerheidshalve op de cijfers datalekken van de Autoriteit Persoonsgegevens over de eerste helft van 2019. De meeste datalekken worden opnieuw gemeld door de zorgsector. De Autoriteit Persoonsgegevens geeft zorginstellingen daarom vijf tips om een aantal veelvoorkomende typen datalekken te voorkomen.
In aansluiting daarop wijs ik u op het Skipr nieuwsbericht waarin melding wordt gemaakt van het ontslag van een zorgmedewerker die eerder deze maand patiëntgegevens in een winkelwagentje van een supermarkt liet liggen.
Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zilveren Kruis en FBTO hebben besloten om, een uitzondering daargelaten, afbouwmedicatie niet te vergoeden. Een verzekerde die afbouwmedicatie heeft gebruikt en zijn apotheek (appellanten) vorderen een afschrift van onderzoeksrapporten van het onderzoek dat de zorgverzekeraars in dit verband hebben verricht. Appellanten hebben onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de onderzoeksrapporten bestaan en om die reden wordt het bestreden vonnis bekrachtigd. 02-07-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een zorgverzekeraar komt contractsvrijheid toe en mag de reikwijdte daarvan bepalen door middel van de polisvoorwaarden. Het betekent echter niet dat een zorgverzekeraar de belangen van de niet-gecontracteerde zorgaanbieder geheel mag verwaarlozen. Onder omstandigheden moet de zorgverzekeraar met de niet-gecontracteerde naar een oplossing zoeken. 18-09-2018
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Holland Patiënte X stelt zich op het standpunt dat zij door een verwijtbaar delay in de behandeling van haar longtumor een grotere kans heeft op terugkeer van de longtumor en een grotere kans op andere vormen van kanker. Patiënte doet ter onderbouwing een beroep op een medisch advies van de medisch adviseur van haar advocaat. De rechtbank volgt patiënte echter niet en gaat daarbij uit van het oordeel van de door partijen gezamenlijk ingeschakelde deskundige. 12-09-2019
- Rechtbank Den Haag Het begrip ‘uitdrukkelijk en ernstig verlangen’ in artikel 293, lid 1 Sr valt niet samen met het begrip ‘vrijwillig en weloverwogen verzoek’ (eerste zorgvuldigheidseis in artikel 2, eerste lid, onder a, Wtl). Er bestaat geen wettelijke plicht om bij een demente patiënt de actuele stervenswens te onderzoeken in relatie tot het ‘uitdrukkelijk en ernstig verlangen’. Ook in het kader van de beoordeling van een beroep op de bijzondere strafuitsluitingsgrond bestaat juridisch geen plicht om bij een demente patiënt de actuele stervenswens te onderzoeken, al schrijven medische richtlijnen dat voor. 11-09-2019
- Rechtbank Noord-Nederland Onvoldoende motivering door de gemeente van toereikendheid van een persoonsgebonden budget. De vraag waar het om gaat is of de aanvrager de benodigde zorg in haar specifieke situatie met het persoonsgebonden budget daadwerkelijk kan bekostigen. 03-09-2019
- Rechtbank Gelderland Uitleg begrip 'budgetplafond' in overeenkomst tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieder. Er is geen sprake van onrechtmatig handelen door de zorgverzekeraar. De vorderingen worden door de rechtbank afgewezen. 05-07-2019
- Rechtbank Den Haag De rechtbank oordeelt dat de overschrijding van een in de zorginkoop-overeenkomst opgenomen omzetplafond verwijtbaar is overschreden. De zorgaanbieder dient de declaraties die zijn vergoed en die het omzetplafond overstijgen terug te betalen. 01-04-2019
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Weigering zorgkantoor om met zorgaanbieder overeenkomst te sluiten voor het verlenen van zorg onder de Wlz. Zorgaanbieder heeft onvoldoende aangevoerd om die weigering als onjuist te bestempelen; de zorgaanbieder voldeed niet aan de eisen. 09-11-2018
Tuchtcolleges
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een arts sociale en medische advisering van een GGD over het opstellen van een onjuiste rapportage en het niet-wijzen op het blokkeringsrecht. Verweerster beroept zich zonder succes op misbruik van tuchtrecht. Inhoudelijk oordeelt het RTG dat de rapportage aan de eisen voldeed. Verweerster heeft klager niet geïnformeerd over en (dus) niet in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van het inzage- en blokkeringsrecht, dat ook bij Wmo-advies van toepassing is. Verweerster krijgt een waarschuwing. Het CTG laat de uitspraak in stand. 17-09-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Een neuroloog krijgt een klacht in het kader van een beoordeling van de aanspraak op een arbeidsongeschiktheidsverzekering van klager. De neuroloog had kritiek op de rapportage van de ingeschakelde neuropsycholoog. Het rapport van de neuroloog, waarin hij tot een andere conclusie komt dan de neuropsycholoog, mist echter (ook) deugdelijke onderbouwing. Deels gegrond, waarschuwing. 16-09-2019
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Gegronde klacht tegen een psychiater. Het declareren van niet-verleende zorg leidt ertoe dat ten onrechte gelden aan de gezondheidszorg worden onttrokken en is in zoverre in strijd met een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Beklaagde heeft jarenlang nagelaten zorgvuldig de patiëntendossiers bij te houden. Verder heeft beklaagde niet meegewerkt aan verschillende fraudeonderzoeken. Er volgt doorhaling van de inschrijving in het BIG-register en schorsing van de inschrijving bij wijze van voorlopige voorziening. 27-08-2019