Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Prejudiciële vragen Hoge Raad artikel 6:77 BW
De eerste uitspraak die ik onder uw aandacht wil brengen betreft een tweede tussenarrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch in een PIP-borstprothesekwestie (GZR 2019-0235). Het hof stelde eerder voor de Hoge Raad prejudiciële vragen te stellen met het doel duidelijkheid te verkrijgen over de strekking en toepassing van artikel 6:77 BW in medische aansprakelijkheidszaken (GZR 2019-0083). Partijen mochten zich daarover nog uitlaten. In dit tussenarrest heeft het hof beslist de vragen te stellen. Het hof overwoog daarbij dat het commentaar van het ziekenhuis geen aanleiding gaf tot wijziging van de vragen.
Doorhaling wegens ontwikkelen ‘fraude’-software
De tweede uitspraak die ik wil belichten gaat over een apotheker (GZR 2019-0236). Deze apotheker had software laten ontwikkelen waarmee hij doelbewust onjuist kon declareren. De apotheker ging zelfs door toen een fraudeonderzoek naar hem was gestart door een aantal verzekeraars. Bij het onderzoek vertelde hij dat er sprake was van een fout in de software, die inmiddels was hersteld. Het Regionaal Tuchtcollege dat over deze zaak oordeelde overwoog dan ook dat een lichtere maatregel dan doorhaling niet aan de orde kon zijn, omdat de apotheker door zijn handelen schade aan de beroepsgroep had toegebracht door kernwaarden van de professie, waaronder betrouwbaarheid, zorgvuldigheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid met voeten te treden. Noemenswaardig is nog dat het tuchtcollege overwegingen wijdde aan de samenloop van het strafrecht en het tuchtrecht; andermaal werd bevestigd dat die samenloop mag en niet als buitenproportioneel wordt gezien.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een annotatie van de hand van Mieke de Die (Velink & De Die advocaten). Mieke schrijft naar aanleiding van een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (GZR 2019-0145) over het melden van calamiteiten aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Zij gaat in het bijzonder in op de volgende vragen:
- Als geen sprake is van blijvende schade is er dan sprake van een meldingsplichtige calamiteit?
- Wie moet vaststellen dat er sprake is van een calamiteit?
- Voldoet het beleid van de IGJ m.b.t. het melden van calamiteiten aan het rechtszekerheidsbeginsel?
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. In het oog springend, maar niet onverwacht, was uiteraard het op 11 september 2019 uitgesproken ontslag van alle rechtsvervolging van de specialist ouderengeneeskunde die verdacht werd van onzorgvuldige euthanasie op een demente patiënte. De Rechtbank Den Haag achtte bewezen dat de arts het leven van de patiënte op haar uitdrukkelijk en ernstig verlangen had beëindigd door toediening van euthanatica. Hierbij heeft zij zich gehouden aan alle zorgvuldigheidseisen van de Wet toezicht levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding.
Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hof
Tuchtcolleges
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie Zorg Algemeen Een verwijsbrief met (bijzondere) persoonsgegevens van een cliënte is door de zorgaanbieder per abuis naar een derde gemaild. Cliënte voert aan dat de zorgaanbieder met dit incident laconiek is omgegaan en vordert schadevergoeding. De zorgaanbieder stelt dat aan cliënte enkele malen excuses zijn aangeboden en dat zij is geïnformeerd over de genomen maatregelen. De commissie stelt dat geen sprake is van een geschil tussen cliënte en de zorgaanbieder en verklaart de klacht ongegrond. 2018-12-19
- Geschillencommissie Huisartsen Klaagster is door haar huisarts zonder haar medeweten en toestemming verwezen naar een instelling voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ-instelling). 2018-11-12