Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Procedurele onzorgvuldigheden staan in de weg aan benoeming manager zorg
De eerste uitspraak is afkomstig van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) en gaat over een besluit tot benoeming van een manager zorg (GZR 2019-0160). In het onderhavige geval was het voornemen tot die benoeming aan de cliëntenraad van de zorginstelling voorgelegd. De cliëntenraad gaf echter een negatief verzwaard advies, waarna de zorginstelling zich tot de LCvV wendde. De LCvV oordeelde vervolgens dat de zorginstelling niet in redelijkheid kon besluiten tot de benoeming; er was sprake van diverse procedurele onzorgvuldigheden.
Schending beroepsgeheim door bij aangifte melding te maken van suïcidale gedachten en dreiging zelfmoord
De tweede uitspraak gaat over de schending van het beroepsgeheim en betreft een bindend advies van de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (GZR 2019-0161). In casu gaat het om een cliënte die zich agressief had gedragen en jegens wie bij de politie aangifte was gedaan. In deze aangifte stonden enkele gedragskenmerken van de cliënte maar ook dat zij suïcidaal was en met zelfmoord dreigde. Volgens de cliënte had de behandelaar die de aangifte had gedaan daarmee haar beroepsgeheim geschonden. Dat is zo, aldus de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg. De vermelding van suïcidale gedachten en het dreigen met zelfmoord overschrijdt de grens van wat een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener mag melden, zo oordeelde de commissie. De commissie verklaarde de klacht dan ook gegrond. Tevens oordeelde zij dat zij niet (als maatregel) aan de politie kon opleggen de gewraakte passage uit de aangifte te verwijderen.
Bevoegdheid officier van justitie in een situatie van een schorsing van de voorlopige hechtenis als vrijwilligheid tot opname er niet meer is
De laatste uitspraak ziet op een Bopz-kwestie en de vraag of de officier van justitie misbruik had gemaakt van zijn bevoegdheid (GZR 2019-0162). Aan deze vraag ligt de omstandigheid ten grondslag dat de voorlopige hechtenis van de betrokkene in kwestie werd geschorst onder de voorwaarde dat hij zich liet opnemen in een psychiatrische kliniek. Vervolgens verleende de rechtbank een kleine maand later een voorlopige machtiging ten aanzien van deze betrokkene, zulks op verzoek van de officier van justitie daartoe, terwijl deze laatste zich niet verzet had tegen de schorsing van de voorlopige hechtenis. De Hoge Raad deed de zaak af op basis van artikel 81 RO. Interessant zijn echter de overwegingen van de advocaat-generaal waaruit kan worden afgeleid dat een officier geen misbruik van zijn bevoegdheid maakt als hij in zo een situatie om een voorlopige machtiging verzoekt. Opname in een psychiatrisch ziekenhuis in het kader van een schorsing moet worden gezien als een vrijwillige opname. Dat neemt echter niet weg dat de bereidheid tot opname kan vervallen terwijl wel aan de vereisten van een gedwongen opname als bedoeld in de Wet Bopz is voldaan. De rechter kan vervolgens ‘gewoon’ over dat verzoek oordelen, zoals dat in deze kwestie ook was gebeurd.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een annotatie van de hand van Bas Wallage en Eva Jacobs bij een uitspraak van de Rechtbank Gelderland over de invulling van het hinderpaalcriterium (GZR 2019-0140). In hun annotatie gaan Bas en Eva kort in op de feiten en omstandigheden die centraal staan in de onderhavige uitspraak. Vervolgens gaan zij in op de hoogte van de vergoeding die zorgverzekeraars moeten betalen indien en voor zover een verzekerde met een naturapolis zorg afneemt van een niet-gecontracteerde zorgaanbieder en welke korting in dat kader door de zorgverzekeraar mag worden toegepast. Zij ronden af met een bespreking van de gevolgen van de onderhavige uitspraak voor de rechtspraktijk. Lees!
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad De officier van justitie maakt geen misbruik van bevoegdheid door een voorlopige machtiging te vragen voor iemand die, in het kader van schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarde van (onder meer) opname in een psychiatrisch ziekenhuis, in zo’n ziekenhuis verblijft, wanneer deze persoon het ziekenhuis dreigt te verlaten en zich dreigt te onttrekken aan de behandeling. Iemand die in het kader van genoemde bijzondere voorwaarde tijdens zijn (geschorste) voorlopige hechtenis in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft, verblijft daar op basis van vrijwilligheid. 14-06-2019
- Hoge Raad Ook al zou er sprake kunnen zijn van een gecombineerde diagnose (psychogeriatrische én psychiatrische aandoening), nu de rechtbank de gevraagde machtiging enkel heeft gebaseerd op de psychogeriatrische aandoening kan volstaan worden met een geneeskundige verklaring van een Specialist Ouderengeneeskunde. 14-06-2019
- Hoge Raad De aard van de geneeskundige verklaring verzet zich niet tegen overeenkomstige toepassing van artikel 3:15a BW, waarin de elektronische handtekening onder omstandigheden gelijk wordt gesteld met een handmatig gezette handtekening. De rechtbank behoeft niet ambtshalve te onderzoeken of de (handgeschreven of elektronische) handtekening op de geneeskundige verklaring door de geneesheer-directeur zelf is geplaatst. Het staat de rechter vrij de geneeskundige verklaring in aanmerking te nemen indien hij heeft kunnen vaststellen dat die verklaring door de geneesheer-directeur zelf is ondertekend. Wordt op dit punt verweer gevoerd, dan moet de rechter hierop gemotiveerd beslissen. 14-06-2019
- Hoge Raad Een persoonlijkheidsstoornis op zich kan niet als een stoornis van de geestvermogens in de zin van de Wet Bopz worden gekwalificeerd, tenzij die stoornis de gevaarvolle daden van betrokkene overwegend beheerst. Iemand met een geestesstoornis kan ook worden opgenomen indien geen plan voor zijn (medische) behandeling aanwezig is, wanneer met zo’n opname de veiligheid van betrokkene of van anderen verzekerd kan zijn. 15-05-2019
- Hoge Raad Na vernietiging en verwijzing door de Hoge Raad hoeft de rechtbank alleen nog ‘ex tunc’ de rechtmatigheid van de vrijheidsbeneming te beoordelen wanneer inmiddels onherroepelijk een opvolgende machtiging is verleend. Een nieuwe geneeskundige verklaring is dan niet noodzakelijk. De ‘ex tunc’ beoordeling is nodig om het recht op schadevergoeding op grond van artikel 5 lid 5 EVRM te kunnen effectueren. Als in Bopz-zaken meervoudig wordt beslist, moet ook meervoudig worden gehoord, tenzij betrokkene en zijn advocaat hier geen prijs op stellen. Dat laatste moet dan wel in de beschikking tot uitdrukking worden gebracht. 10-05-2019
Rechtbank
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg Cliënte stelt dat zonder haar toestemming medische gegevens zijn opgenomen in een aangifte door haar behandelaar. De zorgaanbieder is van mening dat er geen medische behandelgegevens zijn verstrekt. De gegevens in kwestie waren daarnaast ook al bekend bij de politie. De Commissie Geestelijke Gezondheidszorg oordeelt dat de behandelaar haar medisch beroepsgeheim heeft geschonden door het vermelden van suïcidale gedachtes en het dreigen van zelfmoord door cliënte. De klacht wordt gegrond verklaard. 2018-12-05
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Bij een voorgenomen besluit tot benoeming van een manager zorg heeft de cliëntenraad op grond van artikel 3 lid 1 sub m jo. artikel 4 lid 2 Wmcz een verzwaard adviesrecht. De cliëntenraad geeft een negatief verzwaard advies over een voorgenomen benoeming van een manager zorg. Omdat de zorgaanbieder wil afwijken van het advies wordt het voorgelegd aan de LCvV. De LCvV oordeelt dat in casu zodanige procedurele onzorgvuldigheden hebben plaatsgevonden bij de besluitvorming, dat het besluit tot aanstelling/benoeming van de manager zorg niet in redelijkheid kan worden genomen. 2019-05-27
- Geschillencommissie Huisartsen Klaagster stelt dat verweerder over haar pijngrenzen is gegaan tijdens het zetten van een incisie in een ontstoken talgklier en dat hij haar een traumatische ervaring heeft bezorgd. Klaagster is van mening dat zij verwezen had moeten worden naar het ziekenhuis. De Geschillencommissie Huisartsen verklaart de klachten ongegrond. 2019-04-26