Naar boven ↑

Update

Nummer 9, 2018
Uitspraken van 29-04-2018 tot 10-05-2018
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Geschillencommissie oordeelt in afwijking van schadevergoedingsrecht naar redelijkheid en billijkheid
Het eerste oordeel dat ik onder uw aandacht wil brengen, is afkomstig van de Geschillencommissie Zorg Algemeen (GZR 2018-0211). De aanleiding voor dat oordeel was een aantal klachten over de wijze van beëindiging van een zorgovereenkomst. De klachten waren geformuleerd door een moeder; de zorgovereenkomst betrof de zorg voor haar zoon. Kort en goed was de beëindiging volgens de moeder onzorgvuldig geweest. De moeder vorderde een schadevergoeding voor zichzelf. De zorgaanbieder betwistte een en ander en wees op meerdere incidenten. Nadat de Geschillencommissie had vastgesteld dat er sprake was van een geneeskundige behandelingsovereenkomst en dat opzegging daarom alleen mogelijk is bij aanwezigheid van een gewichtige reden (art. 7:460 BW), oordeelde de Geschillencommissie dat de beëindiging onzorgvuldig was geweest, nog los van de vraag of er wel een gewichtige reden was. De Geschillencommissie kon zich voorstellen dat de abrupte en onzorgvuldige beëindiging van de zorg voor haar zoon veel stress voor de moeder met zich had gebracht. De Geschillencommissie kende de moeder daarom een bedrag van € 750 toe wat op zich opmerkelijk is, omdat zij geen partij is bij de zorgovereenkomst, zij niet voor zichzelf klaagde en een vergoeding voor stress niet gebaseerd kan worden op het gebruikelijke schadevergoedingsrecht (Boek 6 titel 1, afdeling 10, BW). De Geschillencommissie overwoog daartoe dat haar die bevoegdheid toekomt, omdat de wettelijke bepalingen over schadevergoeding van regelend recht zijn en omdat partijen hun geschil voor bindend advies aan de Geschillencommissie hebben voorgelegd, wat impliciet of expliciet inhoudt dat zij zich hebben onderworpen aan het reglement van de Geschillencommissie. In artikel 18 van het reglement is de beslissingsmaatstaf neergelegd met als primaat de redelijkheid en billijkheid. Partijen hebben de Geschillencommissie aldus de bevoegdheid gegeven om bij haar beslissing af te wijken van een wetsbepaling.

Niet-ontvankelijkheid omdat niet werd gehandeld in de hoedanigheid van arts
De tweede uitspraak die ik eruit licht, is om de daarin opgenomen processuele overweging interessant (GZR 2018-0214). Een vrouw diende bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle een klacht in over haar broer, een arts. Volgens de vrouw had haar broer zijn artsentitel misbruikt in het kader van een geschil omtrent een testamentswijziging van hun moeder. Het misbruik zag op de verkrijging van rapportages aangaande de wilsbekwaamheid van hun moeder, waarbij de broer zich gepresenteerd zou hebben als arts. Het tuchtcollege verklaarde de vrouw echter niet-ontvankelijk, omdat de broer volgens het tuchtcollege niet in de hoedanigheid van arts had gehandeld. Het tuchtcollege hechtte wat dat oordeel betreft waarde aan de omstandigheid dat de broer tegenover de door hem benaderde personen de familiaire relatie en het belang van de verzochte verklaring voor een procedure over het testament van zijn moeder toegelicht had. Ook in e-mailberichten had de broer de termen ‘familiaire kwestie’ en ‘moeder’ gebruikt. Daarnaast had de broer vermeld dat hij geen beschikking had over het medisch dossier van zijn moeder.

Autologe lipofilling ter behandeling van acne littekens voldoet niet aan de stand van de wetenschap en de praktijk
De laatste uitspraak die ik onder uw aandacht wil brengen, heeft betrekking op ‘autologe lipofilling’ ter behandeling van acne littekens en de vraag of een zorgverzekeraar gehouden is de kosten van zo een behandeling in dat kader te voldoen aan de verzekerde patiënt (GZR 2018-0219 en GZR 2018-0222). De kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde dat de kosten niet hoeven te worden vergoed. De kantonrechter oordeelde aan de hand van het rapport van het Zorginstituut Nederland van 26 juni 2017 dat autologe lipofilling bij behandeling van acne littekens geen behandeling is die voldoet aan de maatstaf van ‘huidige stand van wetenschap en praktijk’.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een annotatie van de hand van Hugo de Jager (SRK Rechtsbijstand) bij een voor de praktijk zeer belangrijk arrest van de Hoge Raad (GZR 2018-0138). Dit arrest werd gewezen naar aanleiding van een geschil tussen een vrouw en de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van de haar behandelend gynaecoloog. Bij de geboorte van haar kind ontstond bij het kind een hoge dwarslaesie. De vrouw wijt dit aan fouten van de gynaecoloog.
Ter voorbereiding van de civielrechtelijke procedure waarin het handelen van de gynaecoloog centraal zou komen te staan raadpleegde de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar een medisch deskundige, maar bracht diens bevindingen niet in het geding. De vrouw vorderde vervolgens op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering met tevens een beroep op artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens, inzage in de bevindingen van die deskundige. De vordering werd eerder door het hof afgewezen, en terecht, aldus de Hoge Raad. Volgens de Hoge Raad kan de moeder geen recht op inzage in het medisch advies van de deskundige aan de Wbp ontlenen, omdat het niet gaat om persoonsgegevens in de zin van Richtlijn 95/46/EG. Hugo kan zich in dat oordeel, althans de wijze waarop het is gemotiveerd, niet vinden. In zijn annotatie motiveert hij waarom.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Alvast een goed en hopelijk zonnig weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges

Uitspraken zonder ECLI