Naar boven ↑

Update

Nummer 3, 2018
Uitspraken van 01-02-2018 tot 16-02-2018
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Vergoeding integriteitsschade wegens schending informatieplicht gebruik antidepressiva
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, is afkomstig van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (GZR 2018-0053). Een vrouw met (ernstig) depressieve klachten heeft tijdens haar zwangerschap (periode eind 1997 - zomer 1998) van haar psychiater de medicatie Anafranil en Rivotril (antidepressiva) voorgeschreven gekregen. In juli 1998 is het kind geboren, maar met afwijkingen. In die periode was reeds duidelijk dat dergelijke medicatie van invloed is op de gezondheidstoestand van de foetus. De vrouw was daarover echter niet geïnformeerd. In zijn tussenarrest van 8 juli 2014 overwoog het hof reeds dat het onjuist was de vrouw niet te informeren over de (on)veiligheid van de medicatie. Het hof nam bovendien aan dat als de vrouw wel was geïnformeerd, zij een andere keuze had gemaakt en de medicatie niet had geslikt. Het hof is vervolgens met behulp van deskundigen gaan onderzoeken of de medicatieverstrekking op zichzelf gebruikelijk en conform de professionele standaard was. Dat was het, zo oordeelde het hof in zijn eindarrest. Aldus resteert alleen de schending van de informatieplicht. Voor de toewijzing van een vergoeding van de gezondheidsschade van het kind is vervolgens van belang of de schade was uitgebleven indien de normschending er niet was geweest en de vrouw dus wel was geïnformeerd en de medicatie niet had geslikt (condicio sine qua non). Ook dit heeft het hof onderzocht, zij het dat het hof primair de vraag beantwoordt of er een relatie is tussen het gebruik van de medicatie en de gezondheidsschade van het kind (in plaats van de afwezigheid van het gebruik). Het hof is tot het slotoordeel gekomen dat die relatie er niet is. Wel heeft het hof aanleiding gezien om een vergoeding toe te kennen voor de geleden integriteitsschade; de vrouw heeft er niet voor kunnen kiezen de medicatie niet te slikken. Dit is een aantasting van haar persoon. Ook haar man, de vader van het kind, heeft die keuze niet kunnen maken. Het hof heeft voor zowel de moeder als de vader een bedrag van ƒ 5000 (€ 2268) billijk geacht en heeft de psychiater tot vergoeding daarvan veroordeeld.
 
Materiële controle door zorgverzekeraar in overeenstemming met wet- en regelgeving
De tweede uitspraak die ik onder uw aandacht wil brengen, ziet op de materiële controle van een tandartspraktijk door zorgverzekeraar Zilveren Kruis (GZR 2018-0058). Zilveren Kruis ging tot deze controle over, omdat de tandarts afwijkend declaratiegedrag vertoonde. De tandarts weigerde echter zijn medewerking en verzocht de Rechtbank Den Haag voor recht te verklaren dat Zilveren Kruis gehouden is alle informatie te verstrekken die ten grondslag ligt aan de materiële controle, waaronder ook informatie waaruit blijkt waarom zijn praktijk was geselecteerd. Zilveren Kruis vorderde op haar beurt de tandarts te gebieden medewerking te verlenen aan de materiële controle. De rechtbank stelde ter beoordeling voorop dat zorgverzekeraars bevoegd en verplicht zijn om in overeenstemming met de Zorgverzekeringswet, het Besluit Zorgverzekering, de Regeling Zorgverzekering en de Wet marktordening gezondheidszorg materiële controles uit te voeren. De daarbij te nemen stappen zijn op hoofdlijnen toegelicht in het Protocol Materiële Controle van Zorgverzekeraars Nederland. Zilveren Kruis heeft voldaan aan deze wet- en regelgeving, omdat zij in het Algemeen Controleplan Materiële Controle een controledoel en algemene risicoanalyse heeft opgenomen. Ook is daarin opgenomen dat een van de instrumenten die haar ter beschikking staan bij het uitvoeren van een materiële controle een statistische analyse/spiegelinformatie (onderzoek naar opvallend declaratiegedrag) is. Zilveren Kruis is naar het oordeel van de rechtbank in aanvulling hierop niet verplicht de door de tandarts verzochte aanvullende informatie te verschaffen. Zij heeft bovendien voldoende inzichtelijk en toetsbaar gemaakt waarom de praktijk van de tandarts is geselecteerd. Dit betekent ook dat de tandarts verplicht is zijn medewerking te verlenen, zo luidde het slotoordeel van de rechtbank.

Aangifte onder verstrekking medische gegevens in dit geval terecht
Een volgende uitspraak acht ik lezenswaardig, omdat de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg daarin oordeelt dat de zorgaanbieder op terechte gronden aangifte van bedreiging heeft gedaan bij de politie (GZR 2018-0061). De klager in kwestie had een dreigmail gestuurd waarin hij schermde met het gebruik van een vuurwapen. Gelet op de dreigmail van de klager bestond er voor de zorginstelling een serieuze aanleiding voor de aangifte, mede gezien de omstandigheid dat er al een toegangsverbod in verband met bedreiging van een gemeentelijke ambtenaar door de gemeente was uitgevaardigd. Zelfs als bij deze aangifte medische gegevens uit het patiëntendossier zouden zijn overgelegd, is een onzorgvuldig handelen zijdens de zorginstelling niet aanwezig, aldus de commissie. Daarbij overweegt zij dat in een dergelijke situatie het maatschappelijk belang, te weten het voorkómen van gewelddadig optreden waarbij slachtoffers kunnen vallen, prevaleert boven het belang van de patiënt, ook als achteraf blijkt dat er sprake was van een loze bedreiging. De commissie heeft de klacht ongegrond verklaard en de vordering tot schadevergoeding afgewezen.

Cassatie of hoger beroep?
Een oordeel dat ik u ook niet wil onthouden, betreft een Bopz-kwestie (GZR 2018-0066). Een patiënt klaagt over zijn dwangbehandeling bij de rechtbank en doet tevens een verzoek om schadevergoeding. De rechtbank verklaart de klacht ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De patiënt gaat vervolgens in cassatie van het oordeel over de ongegrondverklaring, maar gaat in hoger beroep bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van het oordeel over de schadevergoeding. Dat laatste is echter de verkeerde weg, aldus het hof. Het hof verklaart de patiënte niet-ontvankelijk in het hoger beroep en baseert zich daarbij op het systeem van de Wet Bopz en een passage uit de Memorie van Toelichting op artikel 41b Wet Bopz. Op basis van deze twee bronnen oordeelt het hof dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om eerst een oordeel te verkrijgen over de vraag of een klacht al dan niet gegrond is. Als de klacht gegrond wordt verklaard, dan staat daarmee vast dat de beslissing tot dwangbehandeling onrechtmatig is geweest. Alleen wanneer van dat laatste sprake is, is hoger beroep mogelijk van een afwijzing van het verzoek tot schadevergoeding.
Dat betekent dat hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek tot schadevergoeding niet mogelijk is wanneer de onderliggende klacht ongegrond is verklaard. Dan is alleen beroep in cassatie mogelijk.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. U treft een nieuwe annotatie van de hand van Astrid van der Wal bij de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag inzake de ‘Haagse borstendokter’, Rock G. (GZR 2017-0428). Het hof veroordeelde de borstendokter tot een gevangenisstraf van twee jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Astrid gaat in op het leerstuk van het voorwaardelijk opzet, in het bijzonder hoe aan dat leerstuk invulling wordt gegeven in medische kwesties. Zij betrekt daarbij zowel de zaak van de borstendokter als de zaak van de Twentse neuroloog.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Belangrijk is dat een krappe meerderheid van de Eerste Kamer op 13 februari jl. heeft ingestemd met een nieuw systeem voor actieve donorregistratie: 38 senatoren stemden voor en 36 tegen. Het ministerie van Volksgezondheid heeft direct een website gelanceerd met informatie over de nieuwe donorwet.
Met de donorwet van het Tweede Kamerlid Pia Dijkstra (D66) wordt het bestaande beslissysteem voor donorregistratie gewijzigd. Iedere Nederlander wordt vanaf het achttiende levensjaar aangeschreven met een donorformulier. Bij geen reactie wordt degene geregistreerd als persoon die geen bezwaar heeft tegen orgaandonatie. De betrokkene ontvangt hiervan een bevestiging. Het is te allen tijde mogelijk de registratie te wijzigen.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges

Uitspraken zonder ECLI