Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Vergoeding integriteitsschade wegens schending informatieplicht gebruik antidepressiva
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, is afkomstig van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (GZR 2018-0053). Een vrouw met (ernstig) depressieve klachten heeft tijdens haar zwangerschap (periode eind 1997 - zomer 1998) van haar psychiater de medicatie Anafranil en Rivotril (antidepressiva) voorgeschreven gekregen. In juli 1998 is het kind geboren, maar met afwijkingen. In die periode was reeds duidelijk dat dergelijke medicatie van invloed is op de gezondheidstoestand van de foetus. De vrouw was daarover echter niet geïnformeerd. In zijn tussenarrest van 8 juli 2014 overwoog het hof reeds dat het onjuist was de vrouw niet te informeren over de (on)veiligheid van de medicatie. Het hof nam bovendien aan dat als de vrouw wel was geïnformeerd, zij een andere keuze had gemaakt en de medicatie niet had geslikt. Het hof is vervolgens met behulp van deskundigen gaan onderzoeken of de medicatieverstrekking op zichzelf gebruikelijk en conform de professionele standaard was. Dat was het, zo oordeelde het hof in zijn eindarrest. Aldus resteert alleen de schending van de informatieplicht. Voor de toewijzing van een vergoeding van de gezondheidsschade van het kind is vervolgens van belang of de schade was uitgebleven indien de normschending er niet was geweest en de vrouw dus wel was geïnformeerd en de medicatie niet had geslikt (condicio sine qua non). Ook dit heeft het hof onderzocht, zij het dat het hof primair de vraag beantwoordt of er een relatie is tussen het gebruik van de medicatie en de gezondheidsschade van het kind (in plaats van de afwezigheid van het gebruik). Het hof is tot het slotoordeel gekomen dat die relatie er niet is. Wel heeft het hof aanleiding gezien om een vergoeding toe te kennen voor de geleden integriteitsschade; de vrouw heeft er niet voor kunnen kiezen de medicatie niet te slikken. Dit is een aantasting van haar persoon. Ook haar man, de vader van het kind, heeft die keuze niet kunnen maken. Het hof heeft voor zowel de moeder als de vader een bedrag van ƒ 5000 (€ 2268) billijk geacht en heeft de psychiater tot vergoeding daarvan veroordeeld.
Materiële controle door zorgverzekeraar in overeenstemming met wet- en regelgeving
De tweede uitspraak die ik onder uw aandacht wil brengen, ziet op de materiële controle van een tandartspraktijk door zorgverzekeraar Zilveren Kruis (GZR 2018-0058). Zilveren Kruis ging tot deze controle over, omdat de tandarts afwijkend declaratiegedrag vertoonde. De tandarts weigerde echter zijn medewerking en verzocht de Rechtbank Den Haag voor recht te verklaren dat Zilveren Kruis gehouden is alle informatie te verstrekken die ten grondslag ligt aan de materiële controle, waaronder ook informatie waaruit blijkt waarom zijn praktijk was geselecteerd. Zilveren Kruis vorderde op haar beurt de tandarts te gebieden medewerking te verlenen aan de materiële controle. De rechtbank stelde ter beoordeling voorop dat zorgverzekeraars bevoegd en verplicht zijn om in overeenstemming met de Zorgverzekeringswet, het Besluit Zorgverzekering, de Regeling Zorgverzekering en de Wet marktordening gezondheidszorg materiële controles uit te voeren. De daarbij te nemen stappen zijn op hoofdlijnen toegelicht in het Protocol Materiële Controle van Zorgverzekeraars Nederland. Zilveren Kruis heeft voldaan aan deze wet- en regelgeving, omdat zij in het Algemeen Controleplan Materiële Controle een controledoel en algemene risicoanalyse heeft opgenomen. Ook is daarin opgenomen dat een van de instrumenten die haar ter beschikking staan bij het uitvoeren van een materiële controle een statistische analyse/spiegelinformatie (onderzoek naar opvallend declaratiegedrag) is. Zilveren Kruis is naar het oordeel van de rechtbank in aanvulling hierop niet verplicht de door de tandarts verzochte aanvullende informatie te verschaffen. Zij heeft bovendien voldoende inzichtelijk en toetsbaar gemaakt waarom de praktijk van de tandarts is geselecteerd. Dit betekent ook dat de tandarts verplicht is zijn medewerking te verlenen, zo luidde het slotoordeel van de rechtbank.
Aangifte onder verstrekking medische gegevens in dit geval terecht
Een volgende uitspraak acht ik lezenswaardig, omdat de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg daarin oordeelt dat de zorgaanbieder op terechte gronden aangifte van bedreiging heeft gedaan bij de politie (GZR 2018-0061). De klager in kwestie had een dreigmail gestuurd waarin hij schermde met het gebruik van een vuurwapen. Gelet op de dreigmail van de klager bestond er voor de zorginstelling een serieuze aanleiding voor de aangifte, mede gezien de omstandigheid dat er al een toegangsverbod in verband met bedreiging van een gemeentelijke ambtenaar door de gemeente was uitgevaardigd. Zelfs als bij deze aangifte medische gegevens uit het patiëntendossier zouden zijn overgelegd, is een onzorgvuldig handelen zijdens de zorginstelling niet aanwezig, aldus de commissie. Daarbij overweegt zij dat in een dergelijke situatie het maatschappelijk belang, te weten het voorkómen van gewelddadig optreden waarbij slachtoffers kunnen vallen, prevaleert boven het belang van de patiënt, ook als achteraf blijkt dat er sprake was van een loze bedreiging. De commissie heeft de klacht ongegrond verklaard en de vordering tot schadevergoeding afgewezen.
Cassatie of hoger beroep?
Een oordeel dat ik u ook niet wil onthouden, betreft een Bopz-kwestie (GZR 2018-0066). Een patiënt klaagt over zijn dwangbehandeling bij de rechtbank en doet tevens een verzoek om schadevergoeding. De rechtbank verklaart de klacht ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De patiënt gaat vervolgens in cassatie van het oordeel over de ongegrondverklaring, maar gaat in hoger beroep bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van het oordeel over de schadevergoeding. Dat laatste is echter de verkeerde weg, aldus het hof. Het hof verklaart de patiënte niet-ontvankelijk in het hoger beroep en baseert zich daarbij op het systeem van de Wet Bopz en een passage uit de Memorie van Toelichting op artikel 41b Wet Bopz. Op basis van deze twee bronnen oordeelt het hof dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om eerst een oordeel te verkrijgen over de vraag of een klacht al dan niet gegrond is. Als de klacht gegrond wordt verklaard, dan staat daarmee vast dat de beslissing tot dwangbehandeling onrechtmatig is geweest. Alleen wanneer van dat laatste sprake is, is hoger beroep mogelijk van een afwijzing van het verzoek tot schadevergoeding.
Dat betekent dat hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek tot schadevergoeding niet mogelijk is wanneer de onderliggende klacht ongegrond is verklaard. Dan is alleen beroep in cassatie mogelijk.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. U treft een nieuwe annotatie van de hand van Astrid van der Wal bij de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag inzake de ‘Haagse borstendokter’, Rock G. (GZR 2017-0428). Het hof veroordeelde de borstendokter tot een gevangenisstraf van twee jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Astrid gaat in op het leerstuk van het voorwaardelijk opzet, in het bijzonder hoe aan dat leerstuk invulling wordt gegeven in medische kwesties. Zij betrekt daarbij zowel de zaak van de borstendokter als de zaak van de Twentse neuroloog.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Belangrijk is dat een krappe meerderheid van de Eerste Kamer op 13 februari jl. heeft ingestemd met een nieuw systeem voor actieve donorregistratie: 38 senatoren stemden voor en 36 tegen. Het ministerie van Volksgezondheid heeft direct een website gelanceerd met informatie over de nieuwe donorwet.
Met de donorwet van het Tweede Kamerlid Pia Dijkstra (D66) wordt het bestaande beslissysteem voor donorregistratie gewijzigd. Iedere Nederlander wordt vanaf het achttiende levensjaar aangeschreven met een donorformulier. Bij geen reactie wordt degene geregistreerd als persoon die geen bezwaar heeft tegen orgaandonatie. De betrokkene ontvangt hiervan een bevestiging. Het is te allen tijde mogelijk de registratie te wijzigen.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad De officier van justitie doet een verzoek tot voortgezet verblijf van de betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis (art. 15 Wet Bopz). Tijdens de mondelinge behandeling worden door de betrokkene en de advocaat twijfels opgeworpen rondom de in de geneeskundige verklaring genoemde diagnoses en wordt gevraagd om een second opinion. De enkele afwijzing daarvan door de Rechtbank Oost-Brabant met de stelling dat de stoornis en het gevaar aanwezig zijn, voldoet niet aan de motiveringseisen die de Hoge Raad heeft gesteld voor het afwijzen van een dergelijk verzoek. De klacht slaagt. 09-02-2018
- Hoge Raad Bij de mondelinge behandeling in het kader van een verzoek tot voorlopige machtiging (die daarna wordt afgegeven) is de advocaat van de betrokkene niet aanwezig. Dit is op zichzelf niet onverenigbaar met artikel 5 EVRM jo. artikel 8 lid 3 Wet Bopz, maar dit kan alleen onder strenge voorwaarden. Aan deze voorwaarden is niet voldaan. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft aangenomen dat de betrokkene afstand heeft gedaan van zijn recht op rechtsbijstand. Het middel slaagt. 02-02-2018
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Wanneer een klacht tegen dwangbehandeling door de rechter ongegrond wordt verklaard en een verzoek tot schadevergoeding om die reden wordt afgewezen, dan is tegen die afwijzing van het schadevergoedingsverzoek geen hoger beroep mogelijk, maar alleen beroep in cassatie. 08-02-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een vrouw krijgt tijdens haar zwangerschap antidepressiva voorgeschreven van haar psychiater. Haar kind komt daarna gehandicapt ter wereld. Een deskundige oordeelt dat het voorschrijven van de medicatie destijds niet afweek van de professionele norm. Bij tussenarrest oordeelt het hof dat de psychiater de ouders had moeten inlichten over de mogelijk nadelige gevolgen van het gebruik van de medicatie. Het hof neemt ook aan dat de vrouw dan een andere keuze had gemaakt. Een deskundige wordt ingeschakeld om te bepalen of er causaal verband is tussen de afwijkingen van het kind en de voorgeschreven medicatie. Dat causaal verband blijkt niet vast stellen en daarom volgt er geen schadevergoeding voor het kind. Het geschonden informed consent is echter een tekortkoming ten opzichte van de moeder en een onrechtmatige daad ten opzichte van de vader en zij krijgen beiden een schadevergoeding wegens aantasting in de persoon (schending van hun fundamentele recht op zelfbeschikking) toegewezen van ƒ 5000 (€ 2268). 23-01-2018
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Zorgverzekeraar Zilveren Kruis selecteert tandartspraktijk X voor een materiële controle, omdat het declaratiegedrag van de tandarts op een aantal verrichtingen sterk zou afwijken van dat van andere tandartsen. De tandarts weigert mee te werken voordat hij antwoord heeft gekregen op vragen over de door de zorgverzekeraar toegepaste methodiek. De rechtbank wijst de daartoe gevorderde verklaring voor recht af, omdat de zorgverzekeraar conform de wet- en regelgeving heeft gehandeld en voldoende inzichtelijk is gemaakt waarom de praktijk is geselecteerd. De tandarts wordt in reconventie veroordeeld mee te werken aan de materiële controle omdat de zorgverzekeraar conform de wet- en regelgeving heeft gehandeld en ook anderszins heeft Zilveren Kruis niet disproportioneel jegens de tandarts gehandeld. 06-12-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Een man met jicht wordt door zijn huisartsen nog net op tijd doorverwezen naar het ziekenhuis, maar het ziekenhuis wacht te lang met opereren, waardoor de man twee tenen verliest. In dit deelgeschil wordt niet het ziekenhuis, maar worden de huisartsen aansprakelijk gesteld. De rechtbank oordeelt echter dat de late doorverwijzing verwijtbaar is, maar niet té laat was, en daarom niet in causaal verband staat met de amputaties. 06-12-2017
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Een huisarts verstrekt een verklaring aan de ex-echtgenoot van klaagster over de zoon ten behoeve van een gerechtelijke procedure en geeft daarin medische informatie over de zoon prijs. Dit acht het RTG niet zorgvuldig en de huisarts krijgt daarvoor een waarschuwing. 09-02-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klaagster dient een tuchtklacht in tegen een gz-psycholoog (tevens eigenaar van een pand waarin een traumacentrum is gevestigd met andere zelfstandige gz-psychologen). De klacht betreft onder andere onvoldoende openheid over het grensoverschrijdende gedrag van een andere gz-psycholoog binnen het centrum. De klachten zijn ongegrond verklaard en het beroep van klaagster daartegen is verworpen. 06-02-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven In eenzelfde casus wordt een bedrijfsarts opnieuw tuchtrechtelijk aangeklaagd. Het gaat om andere klachten, dus is er geen sprake van ne bis in idem. Klaagster is ontvankelijk. De klachten zijn deels gegrond, maar er wordt geen maatregel opgelegd. Verweerster heeft in een eerdere zaak een berisping opgelegd gekregen en heeft verbetermaatregelen getroffen naar aanleiding van beide tuchtzaken. 31-01-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Een bedrijfsarts heeft geen (onjuiste) diagnose gesteld, maar wel ten onrechte de indruk gewekt dat hij bedrijfsarts was, terwijl hij arboarts is. Hij krijgt een waarschuwing. 30-01-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen Een psychiater stelt een deskundigenrapportage op in het kader van artikel 134 van de Wegenverkeerswet. Hij past zijn rapport tot tweemaal toe aan op verzoek van de medisch adviseur van het CBR, zonder inhoudelijke toelichting en zonder betrokkene te wijzen op het blokkeringsrecht. Vanwege de ernst van het verwijt en het gebrek aan lerend vermogen na een eerdere tuchtrechtuitspraak wordt een gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid om deskundigenrapportages op te stellen opgelegd. 30-01-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Een huisarts is tekortgeschoten in de zorgverlening aan een patiënt met de ziekte van Parkinson in de stervensfase. Hierdoor ontbraken regie en beleid en was er sprake van, volgens klaagster, onnodig lijden. De huisarts krijgt een berisping. 29-01-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager dient een klacht in tegen een verzekeringsarts. De klacht ziet op de inhoud en totstandkoming van een naar aanleiding van een WIA-aanvraag opgestelde rapportage door verweerder. Klager is onder meer van mening dat verweerder onzorgvuldig onderzoek heeft verricht, de anamnese onzorgvuldig heeft afgenomen, heeft nagelaten nadere informatie op te vragen en onjuist gerapporteerd heeft. Het RTG heeft de klacht ongegrond verklaard. Het CTG komt tot dezelfde conclusie. 16-01-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Een orthopeed wordt door de nabestaanden (klagers) van een patiënte onder andere verweten dat hij hen niet tijdig heeft geïnformeerd over het verloop van de operatie van patiënte, noch over het feit dat patiënte negen bloedtransfusies heeft ondergaan en dat hij niet tijdig heeft geconstateerd dat de nierfunctie van patiënte sterk afnam. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart deze klachtonderdelen gegrond en legt verweerder een berisping op. 16-01-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Een psychiater wordt onder andere verweten de afgifte van het dossier van de moeder van klager ten onrechte aan hem te hebben geweigerd. Zowel het RTG als het CTG heeft de klacht ongegrond verklaard. Volgens het CTG hoefde in deze zaak, waarbij klager van meet af aan stelde dat hij een machtiging van zijn moeder had, maar deze bij herhaling weigerde te tonen dan wel (in kopie) over te leggen, verweerder niet ook nog nagaan of er sprake was van veronderstelde toestemming of een andere grondslag op grond waarvan inzage in het medisch dossier van de moeder kon worden verleend. 16-01-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Een klacht van een patiënt met Parkinson tegen zijn behandelend neuroloog, inhoudende dat hij aanvankelijk heeft geweigerd om mee te werken aan een door de patiënt verzochte second opinion, wordt door het RTG gegrond verklaard. Er was geen sprake van zwaarwegende bezwaren die een afwijzende houding ten opzichte van de second opinion rechtvaardigden. Het RTG legt de maatregel van waarschuwing op. 16-01-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Een patiënt verwijt zijn huisarts dat deze te veel (medische handelingen) overlaat aan assistentes, dat hij zelf niet voldoende medische zorg betracht en dat hij het medisch dossier van klager niet op orde heeft. Het RTG verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht voor zover deze betrekking heeft op de gebeurtenissen die zich voor 31 januari 2007 hebben voorgedaan en voor zover deze ziet op handelingen en gedragingen van de collega van verweerder. Voor het overige wijst het RTG de klacht af. 15-01-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven De klacht tegen een klinisch psycholoog, inhoudende dat de door hem opgestelde Pro Justitia-rapportage niet voldoet aan de geldende voorschriften, wordt door het RTG afgewezen. De bevindingen uit het gesprek met klager zijn, samen met de overige onderzoeksbevindingen op inzichtelijke en consistente wijze in het rapport verwerkt. Er was geen indicatie voor nader testpsychologisch onderzoek. 15-01-2018
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie Huisartsen Klaagster bezoekt de praktijk van verweerster vanwege pijn in de borststreek. Gemaakte ECG’s laten geen afwijkingen zien. In verband met spanningen en hyperventilatie ondergaat zij een behandeling bij een psycholoog en fysiotherapeut. De pijnen blijven terugkeren. Na nogmaals de praktijk te hebben bezocht wordt klaagster direct ingestuurd naar het ziekenhuis waar een hartinfarct wordt geconstateerd. Klaagster verwijt verweerster dat zij geen verder onderzoek naar de pijnklachten heeft laten verrichten en geen contact met klaagster heeft gezocht tijdens haar ziekenhuisopname en na uitschrijving uit de praktijk. De Geschillencommissie Huisartsen oordeelt dat verweerster zorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van de spanningen en de hyperventilatie, maar dat onterecht is nagelaten verder cardiaal onderzoek te laten verrichten. Tevens oordeelt de geschillencommissie dat verweerster uit eigen beweging klaagster had moeten benaderen voor een gesprek. De geschillencommissie oordeelt de klachten gegrond. 2017-09-13
- Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg Klager wil geen medewerking verlenen aan het door de zorgaanbieder voorgestelde behandeltraject en stuurt een dreigmail aan de zorgaanbieder, waarin hij onder andere stelt een vuurwapen te bezitten. De zorgaanbieder doet vervolgens aangifte bij de politie. Klager stelt dat de zorgaanbieder hiermee haar beroepsgeheim heeft geschonden en onzorgvuldig heeft gehandeld. Volgens de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg is echter niet onzorgvuldig gehandeld bij het doen van aangifte en het beëindigen van de behandelrelatie. Ook het beroepsgeheim is niet geschonden. De klacht wordt ongegrond verklaard. 2017-12-14
- Geschillencommissie Huisartsen Klaagster stelt dat verweerder (huisarts) ten onrechte een medische verklaring heeft afgegeven aan haar ex-partner. In de verklaring is zonder haar toestemming persoonlijke informatie over klaagster opgenomen. De Geschillencommissie Huisartsen oordeelt dat de huisarts niet heeft voldaan aan de professionele KNMG Richtlijn omgaan met medische gegevens. De huisarts had klaagster om toestemming moeten vragen en daarnaast heeft hij niet voldaan aan de voorwaarden wat het opstellen van een medische verklaring betreft. De klacht wordt gegrond verklaard. 2017-12-12
- Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg Een zorgaanbieder heeft te lang gewacht met het verstrekken van het medisch dossier aan klager (tien maanden). Klager heeft de gestelde daardoor geleden schade echter onvoldoende onderbouwd. 2017-03-22
- Geschillencommissie Huisartsen De Geschillencommissie oordeelt de klacht over het ontstaan van hyperpigmentatie in het gezicht na een behandeling met stikstof ongegrond. De arts kan de ontstane complicatie niet verweten worden. Omdat de klacht ongegrond wordt verklaard komt de Geschillencommissie niet toe aan de gevorderde immateriële en materiële schadevergoeding. 2017-11-14