Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Vrouw moest worden geïnformeerd over optie keizersnede
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, betreft een medische aansprakelijkheidskwestie (GZR 2018-0477). Een Irakees sprekende vrouw beviel in het Langeland ziekenhuis van haar vierde kind, maar bij die bevalling werd ontdekt dat het kind in stuitligging lag. De bevalling verliep moeizaam, ook na het besluit tot extractie. Het kind is uiteindelijk geboren met ernstige hersenafwijkingen door zuurstoftekort. Centraal stond onder meer de vraag of de vrouw onder deze omstandigheden de keuze had moeten krijgen het kind door middel van een keizersnede geboren te laten worden; die keuze was haar nu in het geheel niet gegeven. Ja, dat had gemoeten, aldus de rechtbank. De rechtbank komt tot dit oordeel na een zorgvuldig ogende waardering van de deskundigenrapporten en stellingen van de patiënte op dat punt. In januari 2018 kunt u een annotatie bij dit vonnis verwachten.
Zorgverzekeraars laten zich op onrechtmatige wijze uit over kwaliteit van zorg
Een tweede uitspraak die ik niet onvermeld wil laten, is afkomstig van de Rechtbank Rotterdam (GZR 2018-0478). Onderwerp van het geschil is de schriftelijke berichtgeving van twee zorgverzekeraars over hun ‘ernstige bezwaren’ ten aanzien van de door Kliniek Naaldwijk te leveren kwaliteit van zorg. De brief was gericht aan verwijzende tandartsen en zag op een in die kliniek werkzame kaakchirurg. De rechtbank oordeelde dat deze wijze van handelen onrechtmatig is. De zorgverzekeraars hadden geen enkele indicatie dat de zorg kwalitatief onder de maat was, hoewel zij deze wel hadden kunnen krijgen als er contact was gelegd met de kliniek. Daarnaast hebben de zorgverzekeraars ten onrechte zonder nadere consultatie van de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd de brief verzonden. Bovendien bevat de brief een feitelijke onjuistheid, namelijk dat DSW c.s. niet verplicht waren nota’s te vergoeden die zij van verzekerden voor door Kliniek Naaldwijk geleverde zorg ontvingen. De brief heeft verder logischerwijs een enorme impact gehad op het draagvlak van Kliniek Naaldwijk onder verwijzers. De rechtbank verklaarde voor recht dat de zorgverzekeraars hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de geleden en nog te lijden schade van Kliniek Naaldwijk.
Onmogelijkheid passende zorg te leveren reden voor niet aangaan overeenkomst
De laatste uitspraak die ik wil benadrukken, ziet op een weigering van een huisarts om een patiënt in te schrijven in zijn praktijk (GZR 2018-0480). De weigering was ingegeven door het feit dat hij de desbetreffende patiënt op grond van diens complexe gezondheidssituatie niet de benodigde (huisartsen)zorg kon bieden. De zwaarte en aard van de specifieke zorgbehoefte oversteeg die van de normale huisartsenzorg. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle achtte het in dit geval verdedigbaar dat de huisarts, op het moment dat hem duidelijk werd wat de zorgbehoefte van de patiënt omvatte, vanuit zijn professionele verantwoordelijkheid de behandelingsovereenkomst niet is aangegaan.
Annotaties
Ik wil u ook graag wijzen op onze annotaties. Bij deze nieuwsbrief vindt u een annotatie van Jonna De Clerck (Van Benthem en Keulen advocaten) bij een uitspraak van de Rechtbank Limburg (GZR 2018-0393). Aan de rechtbank lag ter beoordeling voor of het Sint Jans Gasthuis aansprakelijk was voor de materiële en immateriële schade van een patiënt. Deze patiënt stelde dat de schade het gevolg was van een onzorgvuldig uitgevoerde prostaatoperatie. Jonna staat in haar annotatie stil bij het juridisch kader betreffende de waarde van een gezamenlijke deskundigenrapportage, de schending van de informatieplicht, de omkeringsregel en de dossierplicht.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Volgende keer
Ik bericht u alvast dat u bij de volgende nieuwsbrief de samenvatting kunt verwachten van het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 november jl., waarin het hof oordeelt dat toerekening van een tekortkoming door het gebruik van een ongeschikte medische hulpzaak niet onredelijk is, ook al had het ziekenhuis geen weet van de ongeschiktheid. Dit laatste is een van de essenties van een toerekening krachtens de wet. Bij wetenschap is immers al snel sprake van toerekening krachtens schuld.
Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Volgend jaar wordt GZR Updates in een nieuw jasje gehesen waardoor het doorzoeken nog prettiger zal verlopen.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Rechtbank
- Rechtbank Amsterdam Deze zaak betreft het kort geding aangespannen door 41 specialisten uit het failliete Slotervaart ziekenhuis tegen de curatoren. De specialisten willen meer tijd om een bieding voor te bereiden. De curatoren hebben dat geweigerd. Die weigering is volgens de voorzieningenrechter niet onrechtmatig, omdat het in het – onbetwist door alle partijen voorop staande – belang van een goede patiëntenzorg is dat er niet meer tijd wordt genomen voor het biedingsproces. De voorzieningenrechter weigert de gevraagde extra tijd. 09-11-2018
- Rechtbank Rotterdam Twee zorgverzekeraars sturen een brief aan verwijzende tandartsen over hun zorgen over de kwaliteit van zorg die wordt geleverd door een kaakchirurgisch ZBC. De zorgverzekeraars baseren zich hierbij op een rapport van een eerdere werkgever van een kaakchirurg die bij het ZBC werkt. De rechtbank oordeelt dat de zorgverzekeraars onrechtmatig hebben gehandeld door de brief te versturen, omdat ze niet beschikten over enige indicatie dat de zorg bij het ZBC onder de maat was en ze voor verzending van de brief geen contact hebben gezocht met het ZBC en de Inspectie. 24-10-2018
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Er wordt een klacht ingediend tegen een huisarts in verband met zijn weigering een patiënt in te schrijven in de praktijk. In verband met de gebleken zorgzwaarte van de patiënt stond het de huisarts echter vrij om vanuit zijn professionele verantwoordelijkheid de behandelingsovereenkomst met klager niet aan te gaan. De klacht wordt afgewezen. 23-11-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Er wordt een klacht ingediend tegen een gynaecoloog over de verleende zorg tijdens de tweede bevalling van klaagster. De eerste bevalling van klaagster via keizersnede is traumatisch verlopen. Ook al was het in 2014 kennelijk niet gebruikelijk om in het dossier aantekening te houden van een gesprek over pijnstilling tijdens de bevalling, volgens vaste rechtspraak van het CTG heeft de hoofdbehandelaar een regiefunctie en dient zij er in dit bijzondere geval ook op toe te zien dat informatie van een collega over pijnstilling in het dossier is opgenomen. In bijzondere omstandigheden is een proactieve houding vereist. Verweerster is tuchtrechtelijk aansprakelijk voor het ontbreken van verslaglegging. Zij krijgt een waarschuwing. 23-11-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Een ambulanceverpleegkundige (verweerder) schakelt de politie in na agressieve, dreigende uitlatingen van klager. Beweerdelijke toezeggingen door de verpleegkundige vinden geen steun in het proces-verbaal van de politie. De klacht wordt afgewezen. 21-11-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klager is de broer van de overleden F. Klager dient een klacht in tegen de schoonzus van F. Deze schoonzus is verpleegkundige. Haar wordt verweten geen hulp te hebben geboden of hulp te hebben ingeschakeld terwijl zij wist in welke omstandigheden het gezin verkeerde. Klager wordt als niet tot klagen bevoegd beschouwd en wordt tevens niet-ontvankelijk verklaard. 21-11-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Het ne bis in idem-beginsel staat eraan in de weg dat een klacht opnieuw wordt behandeld indien daarover reeds een onherroepelijke eindbeslissing is gegeven. Klager wordt op dat punt niet-ontvankelijk verklaard. 20-11-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Verweerder, psychotherapeut, is in zijn hoedanigheid van hoofdbehandelaar tekortgeschoten in de communicatie met klager. Daartoe legt het RTG de maatregel van berisping op. Het CTG komt tot beperktere gegrondverklaring van de klachten en legt een waarschuwing op. 20-11-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Deze zaak betreft een klacht tegen een fysiotherapeut, ingesteld door een patiënte en in de parallelle zaak door de IGJ. De klacht dat verweerder met klaagster tijdens de behandeling tegen haar wil seks heeft gehad wordt gegrond verklaard. Verweerder toont onvoldoende inzicht in zijn laakbaar handelen. Hij krijgt de maatregel doorhaling met onmiddellijke ingang opgelegd. 20-11-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Een neonatologie-verpleegkundige, verweerster, was betrokken bij de overdracht van een neonaat die een bloeding aan de lamina germinalis had. Bij opname in het ziekenhuis is de zorg op meerdere fronten onzorgvuldig geweest. Een onzorgvuldigheid betrof de bereiding van morfine; een verpleegkundige had de tienvoudige dosering gemaakt. Verweerster was belast met de controle maar heeft dit niet opgemerkt. Het RTG merkt op dat de bereidingen niet gelijktijdig hadden gemogen en dat verweerster tekort is geschoten in de controle. Het RTG berispt verweerster mede gezien het specialisme van verweerster. Het CTG is van oordeel dat het verweerster niet kan worden verweten dat zij beide controles tegelijk uitvoerde, aangezien dit gangbaar is in het ziekenhuis. Wel is het CTG van oordeel dat verweerster tekort is geschoten. Het CTG vernietigt de beslissing en legt verweerster een waarschuwing op. 13-11-2018
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg Cliënte, in behandeling bij een zorginstelling voor geestelijke gezondheidszorg, heeft als klacht het vastlopen van haar behandeling en beëindiging daarvan, de wijze van bejegening in het kader van no-show beleid, het zonder toestemming verstrekken van informatie aan haar huisarts en een onzorgvuldige klachtafhandeling. De zorgaanbieder stelt alles te hebben gedaan voor een doelmatige en op maat gemaakte behandeling en stelt dat toestemming was verstrekt voor het delen van informatie. Ten aanzien van de klachtafhandeling wordt aangegeven dat deze niet goed verlopen is. De Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg verklaart de eerste twee klachtonderdelen ongegrond; niet is komen vast te staan dat de zorgaanbieder niet de zorg heeft betracht die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. De overige klachtonderdelen worden gegrond verklaard. Er is geen toestemming gegeven voor het verstrekken van informatie en de zorgaanbieder heeft niet adequaat gereageerd op de klacht. 2018-07-12
- Rechtbank Den Haag Een Irakees sprekende vrouw bevalt van haar vierde kind. De bevalling komt thuis spontaan op gang. Pas in het ziekenhuis wordt een stuitligging ontdekt. De bevalling vindt vaginaal plaats en verloopt moeizaam, waarop besloten wordt tot extractie. Ook die verloopt moeizaam. Het kind wordt uiteindelijk geboren met onder andere ernstige hersenafwijkingen door zuurstoftekort. De vraag is of in plaats van de stuitextractie gekozen had moeten worden voor een keizersnede, althans die keuze aan de vrouw gegeven had moeten worden. De rechtbank concludeert aan de hand van deskundigenoordelen (die zich op hun beurt baseren op de Richtlijn Stuitligging 2001 van de NVOG) dat de behandelend arts zijn informatieplicht ex artikel 7:448 BW heeft geschonden door die keuzemogelijkheid aan de vrouw te onthouden en oordeelt tevens dat sprake is van een causaal verband en schade. 2018-10-24