Naar boven ↑

Update

Nummer 22, 2018
Uitspraken van 09-11-2018 tot 22-11-2018
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Beoordeling vakbekwaamheid apotheker en rol adviezen daarin
De eerste uitspraak die ik onder uw aandacht breng, heeft de verklaring van vakbekwaamheid ten behoeve van de registratie in het BIG-register tot onderwerp (GZR 2018-0459). De verklaring was aangevraagd door een vrouw die in 2012 in Pakistan de opleiding tot apotheker had afgerond. Daarna had zij enkele beroepsgerelateerde cursussen gevolgd en in een apotheek te Leeuwarden gewerkt. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weigerde de aanvraag echter (art. 6 Wet BIG in samenhang gelezen met art. 22 Wet BIG); de gevolgde opleiding zou onvoldoende zijn. Die conclusie baseerde de minister op een advies van de Commissie Buitenlands Gediplomeerden Volksgezondheid. Deze commissie had op haar beurt een diplomawaardering laten uitvoeren door het ‘EP-Nuffic’. Het bezwaar tegen het besluit van de minister werd ongegrond verklaard en dat was ook het oordeel van de Rechtbank Rotterdam naar aanleiding van het beroep van de vrouw. De rechtbank overwoog daartoe dat de minister mocht afgaan op de adviezen van de commissie en het EP-Nuffic, omdat niet was gebleken van een gebrekkige inhoud of totstandkoming van de adviezen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de juistheid van dit oordeel.

Niet-ontvankelijk in klacht over het uitblijven van vernietiging van persoonsgegevens
Kort maar interessant is ook een niet-ontvankelijkheidsoordeel van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) te Zwolle (GZR 2018-0462). Het oordeel volgde op de klacht van een patiënt dat zijn NAW-gegevens niet waren vernietigd. De patiënt had eerder een verzoek gedaan tot vernietiging van diens gehele dossier. De patiënt had zijn klacht gericht jegens een arts-internist tevens lid van de raad van bestuur van het ziekenhuis. Het RTG overwoog dat het handelen van de arts onder de eerste noch onder de tweede tuchtnorm viel. Het door de patiënt aan de orde gestelde handelen of nalaten had volgens het RTG onvoldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg, omdat het medisch dossier al vernietigd was en het om administratieve redenen bewaren van de persoonsgegeven niet de aan de patiënt verleende of te verlenen gezondheidszorg raakt. Daarbij heeft de arts zich in elk geval niet begeven op het terrein waarop hij de deskundigheid bezit behorende bij zijn inschrijving als arts-internist in het BIG-register. Het toezien op de NAW-gegevens in het systeem van het ziekenhuis is een kwestie die de arts als lid van de raad van bestuur wellicht aanging maar waarbij hij geen gebruik heeft gemaakt van zijn deskundigheid als arts-internist, aldus het RTG.

Vergoeding ziektekosten in verband met onduidelijkheid polisvoorwaarden
De derde uitspraak die ik eruit licht, is afkomstig van het Gerecht in Eerste aanleg van Sint Maarten en ziet op een geschil tussen een patiënt en diens ziektekostenverzekeraar (GZR 2018-0464). Onderwerp van het geschil was een behandeling in Nederland en een second opinion in de Verenigde Staten voor osteonecrosis, een levensbedreigende ziekte die de onderkaak aantast. Het gerecht oordeelde dat de ziektekostenverzekeraar zich niet kon beroepen op de door hem gestelde uitsluiting omdat een uitsluiting niet in de polisvoorwaarden was opgenomen en de patiënt ook anderszins niet had ingestemd met een uitsluiting. Uit de polisvoorwaarden bleek voorts niet duidelijk dat een behandeling in Nederland en de Verenigde Staten niet gedekt zou zijn. Wel mag de verzekeraar bij de vergoeding van de kosten een maximumtarief hanteren van het in de polisvoorwaarden opgenomen lokale ziekenhuistarief van Sint Maarten.

Bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar
Een laatste uitspraak die ik in deze nieuwsbrief aanhaal, betreft het oordeel van het Gerechtshof Den Haag naar aanleiding van een verzoek om vernietiging van het bindend advies van de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (GZR 2018-0465). De civiele rechter kan op verzoek een bindend advies marginaal toetsen en vernietigen als dit bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dat was hier echter niet het geval. Geen van de bezwaren van de patiënt tegen het bindend advies – van inhoudelijke aard – werd als voldoende hout snijdend aangemerkt.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Jørgen Simons (Leijnse Artz advocaten) voorzag deze keer een uitspraak van de Queen’s Bench Division van het Engelse High Court of Justice in een omvangrijke groepsactie namens meer dan driehonderd eisers van een commentaar (GZR 2018-0417). Ter beoordeling stond de aansprakelijkheid voor een medisch product, een heupprothese van DePuy Limited International. Hoewel het om een uitspraak van een Engelse rechter gaat, is de uitspraak ook voor Nederland van belang; de uitspraak is gebaseerd op de Richtlijn 85/374/EEG voor productaansprakelijkheid, in Nederland geïmplementeerd in artikel 6:185 van het Burgerlijk Wetboek e.v. Het lezen van zowel de uitspraak als de annotatie is dan ook aan te raden, in het bijzonder voor degenen die zich met kwesties aangaande de MoM-heupprothesen bezighouden.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Raad van State

Antillen

Tuchtcolleges