Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Beoordeling vakbekwaamheid apotheker en rol adviezen daarin
De eerste uitspraak die ik onder uw aandacht breng, heeft de verklaring van vakbekwaamheid ten behoeve van de registratie in het BIG-register tot onderwerp (GZR 2018-0459). De verklaring was aangevraagd door een vrouw die in 2012 in Pakistan de opleiding tot apotheker had afgerond. Daarna had zij enkele beroepsgerelateerde cursussen gevolgd en in een apotheek te Leeuwarden gewerkt. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weigerde de aanvraag echter (art. 6 Wet BIG in samenhang gelezen met art. 22 Wet BIG); de gevolgde opleiding zou onvoldoende zijn. Die conclusie baseerde de minister op een advies van de Commissie Buitenlands Gediplomeerden Volksgezondheid. Deze commissie had op haar beurt een diplomawaardering laten uitvoeren door het ‘EP-Nuffic’. Het bezwaar tegen het besluit van de minister werd ongegrond verklaard en dat was ook het oordeel van de Rechtbank Rotterdam naar aanleiding van het beroep van de vrouw. De rechtbank overwoog daartoe dat de minister mocht afgaan op de adviezen van de commissie en het EP-Nuffic, omdat niet was gebleken van een gebrekkige inhoud of totstandkoming van de adviezen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de juistheid van dit oordeel.
Niet-ontvankelijk in klacht over het uitblijven van vernietiging van persoonsgegevens
Kort maar interessant is ook een niet-ontvankelijkheidsoordeel van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) te Zwolle (GZR 2018-0462). Het oordeel volgde op de klacht van een patiënt dat zijn NAW-gegevens niet waren vernietigd. De patiënt had eerder een verzoek gedaan tot vernietiging van diens gehele dossier. De patiënt had zijn klacht gericht jegens een arts-internist tevens lid van de raad van bestuur van het ziekenhuis. Het RTG overwoog dat het handelen van de arts onder de eerste noch onder de tweede tuchtnorm viel. Het door de patiënt aan de orde gestelde handelen of nalaten had volgens het RTG onvoldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg, omdat het medisch dossier al vernietigd was en het om administratieve redenen bewaren van de persoonsgegeven niet de aan de patiënt verleende of te verlenen gezondheidszorg raakt. Daarbij heeft de arts zich in elk geval niet begeven op het terrein waarop hij de deskundigheid bezit behorende bij zijn inschrijving als arts-internist in het BIG-register. Het toezien op de NAW-gegevens in het systeem van het ziekenhuis is een kwestie die de arts als lid van de raad van bestuur wellicht aanging maar waarbij hij geen gebruik heeft gemaakt van zijn deskundigheid als arts-internist, aldus het RTG.
Vergoeding ziektekosten in verband met onduidelijkheid polisvoorwaarden
De derde uitspraak die ik eruit licht, is afkomstig van het Gerecht in Eerste aanleg van Sint Maarten en ziet op een geschil tussen een patiënt en diens ziektekostenverzekeraar (GZR 2018-0464). Onderwerp van het geschil was een behandeling in Nederland en een second opinion in de Verenigde Staten voor osteonecrosis, een levensbedreigende ziekte die de onderkaak aantast. Het gerecht oordeelde dat de ziektekostenverzekeraar zich niet kon beroepen op de door hem gestelde uitsluiting omdat een uitsluiting niet in de polisvoorwaarden was opgenomen en de patiënt ook anderszins niet had ingestemd met een uitsluiting. Uit de polisvoorwaarden bleek voorts niet duidelijk dat een behandeling in Nederland en de Verenigde Staten niet gedekt zou zijn. Wel mag de verzekeraar bij de vergoeding van de kosten een maximumtarief hanteren van het in de polisvoorwaarden opgenomen lokale ziekenhuistarief van Sint Maarten.
Bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar
Een laatste uitspraak die ik in deze nieuwsbrief aanhaal, betreft het oordeel van het Gerechtshof Den Haag naar aanleiding van een verzoek om vernietiging van het bindend advies van de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (GZR 2018-0465). De civiele rechter kan op verzoek een bindend advies marginaal toetsen en vernietigen als dit bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dat was hier echter niet het geval. Geen van de bezwaren van de patiënt tegen het bindend advies – van inhoudelijke aard – werd als voldoende hout snijdend aangemerkt.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Jørgen Simons (Leijnse Artz advocaten) voorzag deze keer een uitspraak van de Queen’s Bench Division van het Engelse High Court of Justice in een omvangrijke groepsactie namens meer dan driehonderd eisers van een commentaar (GZR 2018-0417). Ter beoordeling stond de aansprakelijkheid voor een medisch product, een heupprothese van DePuy Limited International. Hoewel het om een uitspraak van een Engelse rechter gaat, is de uitspraak ook voor Nederland van belang; de uitspraak is gebaseerd op de Richtlijn 85/374/EEG voor productaansprakelijkheid, in Nederland geïmplementeerd in artikel 6:185 van het Burgerlijk Wetboek e.v. Het lezen van zowel de uitspraak als de annotatie is dan ook aan te raden, in het bijzonder voor degenen die zich met kwesties aangaande de MoM-heupprothesen bezighouden.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad In een spoedprocedure tot voortzetting van een inbewaringstelling mag de rechter zonder motivering het verzoek om een second opinion naast zich neer leggen. Dit blijkt uit de bepalingen van de Wet Bopz en levert ook geen schending van artikel 5 EVRM op, aldus de Hoge Raad. 16-11-2018
- Hoge Raad Betrokkene heeft de rechtbank verzocht om een second opinion bij de beoordeling van het verzoek tot voortgezet verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank heeft dit verzoek zonder motivering afgewezen. De Hoge Raad is van mening dat het verzoek gemotiveerd afgewezen had moeten worden, echter dat het in casu niet kan leiden tot cassatie, nu de afwijzing van het verzoek wel in de overwegingen van de rechtbank besloten ligt en zij had kunnen volstaan met de overweging dat het verzoek van de betrokkene in het geheel niet was gemotiveerd. 16-11-2018
- Hoge Raad Betrokkene is vanuit detentie, maar op grond van een machtiging in het kader van de Wet Bopz opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Tijdens diens behandeling worden hem allerlei maatregelen en beperkingen opgelegd. Zijn klachten hierover worden door de klachtencommissie en de rechtbank ongegrond verklaard. De Hoge Raad ziet dit echter anders. Zo moet een instelling onderscheid maken naar de rechtspositie en verblijfstitel van patiënten, waarbij voor ter beschikking gestelden een zwaarder regime geldt dan voor Bopz-patiënten. Daarnaast mag niet te snel worden aangenomen dat een betrokkene afstand heeft gedaan van diens rechten uit de Wet Bopz, ook niet als de betrokkene tijdens zijn detentie bewust heeft gekozen voor een gedwongen opname. Tot slot legt de Hoge Raad het verschil uit tussen maatregelen en beperkingen die kunnen worden opgelegd in het kader van huisregels, beperkingen in de zin van artikel 40 Wet Bopz en dwangbehandeling. 09-11-2018
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Op verzoek van werkneemster ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst. Werkneemster vordert onder andere de transitievergoeding, een billijke vergoeding en een vergoeding wegens toekomstige inkomstenderving. Omdat de werkgever, Maasduinen, geen (ernstig) verwijt kan worden gemaakt, maar de relatie wel ernstig is verstoord, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden zonder vergoedingen. Werkneemster gaat in hoger beroep, maar slaagt niet. 08-11-2018
- Gerechtshof Den Haag Appellant was in behandeling genomen op de locatie van een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. De zorginstelling heeft daarna op grond van het protocol 'Andere dan hulpverleningsrelaties' de behandeling gestaakt omdat er onvoldoende emotionele afstand zou bestaan tussen een medewerker en appellant, aangezien de zus van appellant op dezelfde locatie werkzaam is. De klachtencommissie en de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg verklaren de klachten van appellant over het besluit van de zorginstelling ongegrond. De rechtbank wijst vervolgens de vordering tot vernietiging van het bindend advies van de Geschillencommissie af. Het hof bekrachtigt dit vonnis en oordeelt dat door appellant geen bewijzen voor concrete stellingen zijn aangevoerd die tot de conclusie zouden moeten leiden dat gehoudenheid aan het bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. 30-10-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het hof is van oordeel dat het Ziekenhuis tot het moment van de afwijzing van het door het Ziekenhuis ingediende ontbindingsverzoek geen zorgplicht heeft geschonden en dus niet jegens werknemer schadeplichtig is. Maar volgens het hof heeft het Ziekenhuis wel nagelaten om (passende) maatregelen te treffen om de werkverhoudingen na afwijzing van het ontbindingsverzoek te normaliseren en heeft het Ziekenhuis daarom de zorgplicht wel geschonden. Er bestaat oorzakelijk verband tussen de schending van deze zorgplicht en de psychische gezondheidsklachten waaraan werknemer lijdt. Het hof zal nu moeten gaan bepalen in hoeverre de psychische gezondheidsklachten van werknemer al bestonden voor de beschikking van de kantonrechter en in hoeverre die klachten te wijten zijn aan het feit dat de werkverhoudingen na de terugkeer van werknemer in februari 2008 niet genormaliseerd zijn (als gevolg van het uitblijven van passende maatregelen van de kant van het Ziekenhuis) 30-10-2018
Rechtbank
- Rechtbank Limburg De Rechtbank Limburg wijst de vordering tot schadevergoeding van een patiënte af, omdat de rechtbank niet kan vaststellen dat er een causaal verband is tussen het onzorgvuldig handelen van het Academisch Ziekenhuis Maastricht bestaande uit het uitblijven van een follow-up en de schade van patiënte. De rechtbank baseert zich op het oordeel van de deskundigen. 14-11-2018
- Rechtbank Gelderland Een arbeidsongeschikte woonzorgbegeleider weigert zonder goede redenen passende arbeid te verrichten, komt meerdere keren niet op afspraken met de bedrijfsarts, een en ander ondanks looninhouding. Werkgever verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Werkneemster verzoekt om toekenning van de transitievergoeding (bijna € 4000) en een billijke vergoeding (€ 100.000). De kantonrechter ontbindt vanwege ernstig verwijtbaar handelen van werkneemster en kent geen vergoedingen toe. 05-11-2018
- Rechtbank Noord-Holland De vraag in deze zaak is of voor betrokkene een voorlopige machtiging tot gedwongen opname ex artikel 2 Wet Bopz nodig is, omdat zij minderjarig is en op grond van artikel 2 lid 3 Wet Bopz de ouders met gezag moeten instemmen. De vader met gezag is echter onvindbaar. De Rechtbank Noord-Holland is met de raadsman van oordeel dat in dit geval het gezag van de vader geschorst is. Omdat moeder met gezag en betrokkene beiden instemmen met een vrijwillige opname, is een machtiging niet nodig. 01-11-2018
- Rechtbank Overijssel Een activiteitenbegeleider (werknemer) is terecht op non-actief gesteld na herhaaldelijk onprofessioneel gedrag met een cliënt. Werknemer vordert wedertewerkstelling en toegang tot het terrein en de dienstwoning. Deze eisen worden afgewezen. Het door werkgeefster verzochte gebieds- en contactverbod wordt toegewezen. 17-10-2018
- Rechtbank Den Haag De stichting Reinier de Graaf Groep (Reinier de Graaf) heeft meegedaan aan de inkoopprocedure voor prostaatkankeroperaties van Zilveren Kruis. In de beoordeling van Zilveren Kruis wordt een eigen uitleg gegeven van de inschrijving van Reinier de Graaf. Dat Zilveren Kruis bij de beoordeling van de aanbieding van Reinier de Graaf woorden heeft gebruikt die niet (letterlijk) tot de tekst van het inkoopbeleid zijn te herleiden, is inherent aan de inkoopprocedure en naar het oordeel van de rechtbank toegestaan. De vorderingen (verklaring voor recht en herbeoordeling) zijn afgewezen. 29-08-2018
Raad van State
Antillen
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Verweerder werkt voor het Bureau Rijbewijs Keuringen (BRK) als psychiater. Na het verrichten van een rijbewijskeuring oordeelt verweerder in eerste instantie dat klager ‘geschikt zonder een termijnbeperking’ is. Nadat verweerder aanvullende informatie heeft verkregen van het CBR, wijzigt hij zijn advies naar ‘ongeschikt’. Klager verwijt verweerder onder andere dat er, ten aanzien van de wijziging van de rapportage, geen sprake is geweest van hoor en wederhoor. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg oordeelt dat klager ten onrechte geen kans heeft gekregen om te reageren op de nadere informatie van het CBR, waardoor de methode van onderzoek onzorgvuldig is. Een waarschuwing wordt opgelegd. 09-11-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klager heeft een klacht ingediend tegen een arts-internist tevens lid van de raad van bestuur van het ziekenhuis. Klager had een verzoek gedaan om vernietiging van zijn medisch dossier, maar zijn NAW-gegevens waren behouden. Klager maakt verweerder dit verwijt. Het RTG Zwolle oordeelt dat het verwijt geen handelen betreft dat valt onder de eerste of de tweede tuchtnorm. Het handelen valt (ook) niet onder de tweede tuchtnorm, aangezien het handelen onvoldoende weerslag heeft op de individuele gezondheidszorg en verweerder bij het hem verweten handelen zich niet heeft begeven op het terrein waarop hij de deskundigheid bezit behorende bij zijn inschrijving als arts-internist in het BIG-register. Het RTG verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. 05-11-2018